dinsdag 27 oktober 2009

Camiel Van Breedam te gast bij Renaat Braem in het Middelheimmuseum

Mijn allereerste bezoek aan het Middelheimmuseum dateert, zo realiseer ik mij plots met enige verbazing, van 1969. Toen werd van mij verwacht dat ik een beeld zou uitkiezen en bespreken. Ik herinner me enkel nog dat ik voor de 'Phoenix' van Ossip Zadkine gekozen had.
*
Het paviljoen van architect Renaat Braem (1910-2001) achteraan in het park ging pas in 1971 open. Sindsdien is het de plaats waar kleine, fragiele of minder weerbestendige beelden opgesteld worden of waar tijdelijke tentoonstellingen plaatsvinden.
Hier zag ik ooit werk van Vic Gentils (die andere grandioze assemblagekunstenaar), ontmoette ik die kleine 'Fluitspeler' van Ernst Barlach, die fantastische zwarte kast met keramieken figuurtjes van Pierre Caille of die bronzen herinnering aan een vers van Petrarca door Alik Cavaliere, een subtiel wassen kinderhoofdje van Medardo Rosso of de hyperrealistische 'Jongen op stoel' van Kurt Trampedach...
Tot 20 december 2009 is assemblagekunstenaar Camiel Van Breedam (°1936) hier te gast met een overzicht van kleine objecten uit de afgelopen 20 jaar.
De cryptische titel van deze tentoonstelling '7² x 2' laat zich vertalen als een verzameling van 49 x 2 = 98 werken, verdeeld in groepen van 7 eenheden rond bepaalde thema's.
*
In de buurt van het Braempaviljoen staat zijn grote 'Zonnewagen' (1974) die tot de vaste collectie van het museum behoort. Vlakbij de ingang worden we begroet door zijn 'Boom van Soutine' (2000), die we overigens ook binnen als schaalmodel terugvinden.

De uitmuntende klaarheid van de affiche zullen we zo meteen ook vertaald zien in de opstelling van deze prachtig 'geregisseerde' tentoonstelling. Het mag duidelijk zijn dat hier een wisselwerking tussen het gebouw en de kunstwerken tot stand gekomen is. Door de strakke opstelling van de tafels met objecten lijkt de ruimte groter geworden. Zowel het werk van de architect als dat van de kunstenaar komen verrijkt uit deze onderlinge confrontatie.

De bezoeker krijgt bij de ontvangstbalie een zeer mooi, gedetailleerd plan van de tentoonstelling aangeboden. In het kleine kamertje naast de receptie is een eenvoudige projectieruimte ingericht. Hier vertelt de 'rode kunstridder' (Van Breedam is altijd in het rood gekleed: rood als statement tegen o.a. de grijze eentonigheid...) zelf over de evolutie van zijn werk en kan je ondermeer ook kennis maken met zijn grote beelden en installaties.
Maar Van Breedam is vooral het prototype van de assemblagekunstenaar die met een minimum aan materialen en ingrepen een maximale zeggingskracht weet te bereiken.


Hij mag dan al een onvoorwaardelijke aanhanger van rood zijn wat zijn kleding betreft, in zijn werk komt rood slechts occasioneel voor. De hoofdtoon is ontegensprekelijk wit, maar ook het grijs van lood en zink of de natuurlijke toon van (verweerd) hout keert regelmatig terug.
Hij gebruikt enkel afgedankte materialen en creëert daarmee objecten die balanceren tussen minimalisme, arte povera en pure poëzie.
De recente constructies (2007-2008) (helemaal achteraan) met houten latjes voor te bepleisteren plafond- of muurconstructies uit oude huizen, verenigen op perfecte wijze deze drie invalshoeken.


Maar in elk van de uit 7 eenheden samengestelde groepen 'speelt' hij met variaties op een thema. Hier laat zich wellicht ook de jazzmuzikant Camiel Van Breedam gelden. Is jazz niet bij uitstek een discipline waarin improvisatie binnen een kader van wezenlijk belang is?

*
Van Breedam creëert objecten die er soms uitzien als huizen, maar dan zonder deuren of met ondoorzichtige ramen. Ze zijn met andere woorden onbewoonbaar. Hooguit ontwerpt hij een ruimte, een boog waar je onderdoor zou kunnen lopen, maar zijn trappen maakt hij dan weer ontzettend steil en de treden te ongelijk om bruikbaar te zijn.


Als een archeoloog probeert hij met zijn gevonden materialen het verloren gegane verleden weer in elkaar te puzzelen. Maar de kunstenaar overstijgt de archeoloog en maakt met de opgegraven artefacten een nieuw verleden.

Deze tentoonstelling was voor mij ook een dankbaar excuus voor een hernieuwd bezoek aan dit uitgestrekte Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst, waarvan ik gedurende de voorbije tientallen jaren zo dikwijls de evolutie opgevolgd heb. Een verslag volgt binnenkort hier in 'Waterschoenen'.

Laten we eindigen met de openingszin van een gedicht door Paul Snoek: 'Als ik geen rood meer heb...'. Bij Van Breedam is dat blijkbaar nog lang niet het geval, temeer daar hij er in zijn beeldend werk zeer karig mee omgaat!

*

Copyright beelden: Camiel Van Breedam

*

www.camielvanbreedam.com

*****




Nog tot 20 december van 10 tot 17 uur
maandagen en 1 november gesloten

in het Braempaviljoen
MIDDELHEIMMUSEUM
Middelheimlaan 61
2020 Antwerpen










'Blind Spots' bij galerie IN SITU: Eric Jan van de Geer & Anne Bossuroy

Galerie In Situ pakte vorige zaterdag uit met twee (voor de galerie) nieuwe kunstenaars.
Wij nemen U mee in het verhaal van een schilder die niet wil schilderen en een schilderes die ook zichzelf beschildert.
Onder de titel 'Blind Spots' worden hun werken met elkaar en met het publiek geconfronteerd.
Daarenboven krijgen ze het gezelschap van huiskunstenaar Marcel Berlanger (°B,1965) met één van zijn typische 'geschilderde tekeningen' (of... getekende schilderijen?). Berlanger was eerder dit jaar nog prominent aanwezig in de tentoonstelling 'Beyond the Pictoresque' in het Gentse SMAK.


Marcel Berlanger en Eric Jan van de Geer
Eric Jan van de Geer (°NL, 1965) is vanuit de pure schilderkunst opgeschoven naar een zelf gecreëerd tussenveld, waarin een combinatie van fotografie en grafische ingrepen leiden tot een 'schilderkunstig' resultaat. Deze kunstenaar woont en werkt in Rotterdam.
De werken die hij hier voorstelt, hebben allemaal een realistische achtergrond, ontstaan op basis van (een detail uit) een zelfgemaakte foto. Zijn onderwerpen zijn behoorlijk banaal: een tuinschutting, een den, een haag, klimop,... . De oorspronkelijke foto's worden afgedrukt op grote formaten, waardoor een extra vervreemding ontstaat. Op deze ondergrond kan de kunstenaar nu als 'schilder' aan de slag. Zelf omschrijft hij schilderen als 'het ontrafelen van een beeld in lagen'. Hij vertrekt dus niet langer van een wit doek. (Niet dat hij bang is voor het spreekwoordelijke witte vlak, want in zijn muurschilderingen gaat hij wel degelijk uit van wit.)
De fotografische realiteit manipuleert hij nu verder door grafische en druktechnische ingrepen.
Werk van Anne Bossuroy en Marcel Berlanger
Beetje bij beetje creëert hij 'blinde vlekken' in het oorspronkelijke onderwerp, waardoor je uiteindelijk op een werk als 'Tuinschutting V' nog wel de klimop herkent, maar ook meegevoerd wordt in een wereld van bevreemdende kleuren en bijzonder grillige vlakken, waardoor realisme en abstractie in elkaar overlopen.

Eric Jan van de Geer en Anne Bossuroy

Anne Bossuroy (°B, 1967), die in Brussel woont en werkt, toont hier dan weer wel 'echte' schilderijen (olieverf op doek). De formaten zijn klein tot zeer klein.
Een serie van vijf schilderijtjes 'série n/bl' is gemaakt op basis van onscherpe zwart-witte foto's, gemaakt als stills uit een filmvoorstelling van Stan Douglas en gebaseerd op een tekst van Marcel Proust, waarin een wisselende toestand tussen waken en slapen beschreven wordt.
Haar portretten van slapende mensen geven daarentegen een zeer realistisch en scherp beeld van de betrokkenen, maar registreren hen tegelijk in een toestand op de grens van 'psychische afwezigheid'.
De kunstenares tast het beeld af op zoek naar de wereld achter de realiteit, zich bewust van de onbereikbare blinde vlekken.


Groot en klein bij In Situ

De ongelooflijke rust en het geduld waarmee ze deze zoektocht uitvoert, toonde ze vorige zaterdag ook 'in levende lijve' tijdens haar perfomance 'Blind Spots'. Gedurende deze 45 minuten durende voorstelling beschildert ze minutieus haar eigen lichaam met zwarte verf, beginnend bij de linkervoet en eindigend met de zijkanten van de neus. Zij beschildert alle voor haarzelf zichtbare delen van haar lichaam. De 'blind spots' blijven hun oorspronkelijke huidskleur bewaren, in scherp contrast met de beschilderde lichaamsdelen.

Publiek tijdens de performance... en... rechtsboven de schilderijtjes 'Série n/bl'

Zoals ze zelf haar eigen modellen bestudeert, bekijkt en bewerkt ze hier met een enorme intensiteit zichzelf als model en wordt ze op haar beurt door het publiek in elke beweging gevolgd. Hoewel ze zichzelf te kijk zet, blijft ze toch een ontzettende waardigheid uitstralen.


Anne Bossuroy zoekt en benadrukt haar 'Blind Spots'

Na de performance...

De tentoonstelling blijft toegankelijk tot 6 december 2009 in
Galerie IN SITU - Arbeidstraat 110 - 9300 AALST
elke vrijdag, zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur
of na afspraak

INFO
www.insitugallery.be


Copyright kunstwerken: Eric Jan van de Geer, Anne Bossuroy en Marcel Berlanger
Copyright foto's: artspotter

vrijdag 23 oktober 2009

Michel François in het SMAK met 'Plans d'évasion'

Het SMAK lijkt dezer dagen meer dan ooit de 'speeltuin' van Michel François (°1956). Naast het tentoonstellingsproject 'Faux Jumeaux', waarvoor hij als curator al meer dan een jaar de beschikking krijgt over enkele zalen op de benedenverdieping, wordt nu de complete bovenverdieping gebruikt voor een overzicht van 25 jaar artistieke activiteit van deze 'wonderlijke' kunstenaar.
De aanwezigheid van Michel François in het SMAK begint eigenlijk al met de projectie op de muur achter de ontvangstbalie: twee handen creëren in perfecte symmetrie (ontstaan door spiegeling) een ingewikkelde vorm door het plooien van een folie.
De toon is meteen gezet!

Met 'Plans d'évasion' neemt hij ons mee in zijn artistieke labyrint, waarin symmetrie en recyclage tegelijk zorgen voor ordening en verwarring in een bevreemdende beeldende sprookjeswereld.
De titel van deze tentoonstelling is ontleend aan de titel van een boek: 'Plan de evasion' (1945), een roman van de Argentijnse schrijver Adolfo Bioy Casares (1914-1999) (in het Nederlands vertaald als 'Ontsnapping van Duivelseiland' - Meulenhof, 1974).
Het zoeken naar een ontsnappingsroute impliceert het verdwaald zijn, de labyrintische gedachte, maar ook de zoektocht naar de relatie tussen object, lichaam en realiteit... met andere woorden 'het leven zoals het is of zou kunnen zijn'. Of betreft het hier toch een (per definitie) vreemde droom waaruit je enkel kan ontsnappen door wakker te worden?
*
Nu was Bioy Casares ook nog eens een vriend en geestesgenoot van Jorge Luis Borges. Samen schreven ze bovendien heel wat boeken. Borges is als het ware synoniem voor 'labyrint' en hij werd dan ook een referentiepunt voor heel wat auteurs. Wie ooit 'De naam van de roos' (Bert Bakker, 1984) van Umberto Eco gelezen heeft (of de film gezien), herinnert zich ongetwijfeld de blinde ziener Jorge van Burgos, een duidelijke allusie op de schrijver Borges, die zelf op latere leeftijd blind werd. Eco baseerde overigens zijn boek op 'De bibliotheek van Babel' door Borges.
Nog veel dichter in het literaire geheugen ligt 'De schaduw van de wind' (Signature, 2004) door Carlos Ruiz Zafon, die voor het openingsverhaal 'Het Kerkhof der Vergeten Boeken' rechtstreeks te rade ging bij 'De bibliotheek van Babel' door Borges.
Met deze vergelijkingspunten staat U nu bij de ingang van het labyrint van Michel François. Bent U klaar om binnen te stappen in zijn wereld van beelden en vormen, associaties, tegenstellingen, symmetrieën, doorkijkjes, meditatieve ruimtes, expanderende vormen, wankele evenwichten,...?
Misschien blijft deze zoekende wandeling beperkt tot een esthetische ervaring, ofwel slaagt U erin door te dringen tot verborgen en wisselende betekenissen.
*
Welkom in de beeldenbibliotheek van Michel François
*
Michel François is als beeldenmaker een echte omnivoor. Hij maakt foto's, video's, tekeningen, sculpturen, objecten, installaties,... en door deze verschillende 'artefacten' op verschillende wijze met elkaar en met de tentoonstellingsruimte te laten dialogeren, creëert hij verschillende betekenissen.
In de grote centrale zaal krijgt U meteen zijn quasi complete beeldwoordenschat gepresenteerd. De opbouw van de zaal werd vanuit de vorige tentoonstelling bewaard, maar sommige muren werden bewust doorbroken om 'doorkijkjes' te creëren of relaties tussen tentoongestelde beelden mogelijk te maken.
De grote zaal vooraan is herschapen in een ruimte die twijfelt tussen het meditatieve en een wat onzekere neiging tot speelsheid. Op de muur tegenover de ramen is in het pleisterwerk hoog boven de vloer 'Pas tomber!' uitgekapt. Het plafond wordt gevormd door een raamwerk van draden waaraan ontelbare pluisjes van paardebloemen hangen. Hier recreëert hij de sfeer waarmee hij in 1999 de bezoekers van de Biënnale in Venetië de drang bezorgde om 'pluisjes te plukken'...

De kleine zalen aan weerszijden fungeren als symmetrische polen voor gelijkgezinde werken met een ongelooflijke expansieve uitstraling. Aan de ene kant is de ruimte volgebouwd met een (wankelbare?) constructie van metalen staven en magnetische bolletjes. Aan de overkant wordt de ruimte gevuld met een expanderend kluwen van een gigantisch lange flexibele buis. Inhoudelijk refereren zij, in mijn ogen, aan een wild uitlopende of een streng gestructureerde denkwijze... met elk hun eigen voor- en nadelen.
Hier worden klassieke sculpturale technieken als het omschrijven en het innemen van de ruimte op een schijnbaar eenvoudige, maar meesterlijke wijze gecombineerd.

In de andere symmetrisch gelegen ruimtes aan beide zijden van de grote centrale zaal, worden ook weer (op afstand) dialogerende beelden aangeboden. De toeschouwer kan hier optreden als go-between om de informatie van de ene naar de andere kant over te brengen.
De 'psycho jardin' die hij aan beide kanten gecreëerd heeft als een soort Zen-tuin, bevolkt hij telkens met storende elementen: aan de ene kant de cactussen, aan de andere kant de diepgevroren, maar langzaam ontdooiende inkt-adelaar die het maagdelijk witte veld van marmerpoeder steeds verder bevlekt.

Deze tentoonstelling bezoeken is als verloren lopen in Venetië met een stadsplan in de hand. Pas wanneer je de weg kwijt bent, ontdek je de plaatsen waar het toerisme eindigt en het echte leven begint.


Nog tot 10 januari 2010 in het SMAK

open van 10 tot 18 uur, behalve op maandag

www.smak.be

dinsdag 20 oktober 2009

Klaus Scherübel brengt Stéphane Mallarmé en Jack Torrence naar het SMAK

De van oorsprong Oostenrijkse, maar in Canada (Montréal) wonende conceptuele kunstenaar Klaus Scherübel (°1968) toont zich al geruime tijd als artistiek-testamentaire uitvoerder van een wonderlijk 'literair' project dat door de Franse dichter Stéphane Mallarmé (1842-1898) bedacht werd: 'Le Livre'.

Mallarmé, tijdgenoot van Eduard Manet, Emile Zola, Oscar Wilde,... is zeker bekend van zijn werk 'L'après-midi d'un faune' en misschien meer nog door de muzikale uitvoering die Claude Debussy er in 1894 aan gaf.
Maar 'Le Livre' was dus zijn mythisch-utopisch project. Mallarmé zag dit boek als 'een extreem flexibele structuur die niets minder zou bevatten dan alle bestaande verhoudingen tussen alles wat bestaat' en waarin bovendien de subjectiviteit van de auteur volledig uitgeschakeld zou zijn.
(Het lijkt zowaar een geïdealiseerd wereldwijd web 'avant la lettre'...)
Mallarmé voorzag een uitgave van exact 480.000 exemplaren, maar het project werd nooit gefinaliseerd.
Scherübel nam de draad op waar Mallarmé hem liet liggen.
In de voor de gelegenheid 'Blauwe Zaal' in het SMAK wordt nu het al even blauwe prototype van de Nederlandstalige versie voorgesteld: 'Het Boek' als idee, vorm, omhulsel.
Ook de reeds vroeger gerealiseerde versies worden hier gepresenteerd: Duits (2001), Engels (2003), Frans (2005).
De blauwe muren dienen als achtergrond voor een zoektocht in tekst en beeld naar de oorsprong en de inhoud van dit 'onbestaande' boek.
*
Een tweede installatie richt zich op het 'literaire werk' van Jack Torrence: 'All work and no play'.
En daarmee zitten we natuurlijk volop in 'The Shining', het boek van Stephen King en de gelijknamige verfilming door Stanley Kubrick. Een magistrale Jack Nicholson speelt daar de rol van Jack Torrence die als schrijver het 'verhaal' in het verhaal schrijft.
'All work and no play makes Jack a dull boy' in een eindeloze herhaling... (maar met aandacht voor een visuele afwisseling).
Ook hier gebruikt Scherübel in feite het begrip 'boek' als uitgangspunt en resultaat, al blijft hier het inhoudelijk (visueel) aspect een grote rol spelen. Net zoals bij Mallarmé, neemt de kunstenaar de draad op waar hij in het boek/de film is blijven liggen en zet hij verdere stappen.
*
De sleutelscène uit de film/het boek waarin de vrouw van Jack Torrence het 'manuscript' ontdekt:
*
Tot 6 december
in het SMAK - Citadelpark - 9000 GENT
van 10 tot 18 uur - maandag gesloten


dinsdag 13 oktober 2009

'Coming people' in het SMAK met 'Forwarding Backyards'

Onder de titel 'Coming People - Forwarding Backyards' tonen 6 (+1) oud-studenten uit KASK en SINT-LUCAS Gent hun afstudeerprojecten.
Deze zoektocht naar 'beloftevolle jonge kunstenaars' resulteerde in een kleine, maar soms prettig verrassende tentoonstelling in de 'backyard' van het SMAK. De ruimte achteraan op de benedenverdieping biedt uitzicht op de grote hal achter het museum. Toch wordt die ruimte slechts in één van de gepresenteerde werken daadwerkelijk gebruikt.

De twee curatoren, Meruro Washida (van het Museum of the 21th century in Kanazawa - Japan) en Thibaut Verhoeven (van het SMAK) kozen vanuit hun verschillende culturele achtergrond toch voor gelijklopende projecten en selecteerden kunstenaars, wiens kunst sterk geënt is op hun eigen 'backyard', hun specifieke omgeving of leefwereld.
De kunstenaars schuiven hun eigen achtergrond naar voor... de curatoren loodsen de kunstenaars naar de artistieke voorgrond... FORWARDING BACKYARDS...
In deze gemondialiseerde samenleving is het zoeken naar of het zich verbonden voelen met een eigen (beperkte) achtergrond wellicht meer dan ooit, ook buiten de kunst, aan de orde.
Wanneer je binnenkomt sta je meteen bij een (vloer) sculptuur van Pieter DE CLERCQ (°1976). Deze kunstenaar is een soort 'straatjutter', een verzamelaar die alles wat hij denkt te kunnen gebruiken naar zijn atelier sleept. Later gaat hij, blijkbaar steeds met een minimum aan componenten, een sculptuur assembleren. Met hetzelfde gemak durft hij diezelfde sculptuur te demonteren om de componenten in een nieuw werk te gebruiken. Zijn zoektocht op de grens tussen abstractie en figuratie resulteert toch meestal in het vermoeden van menselijke aanwezigheid.
Zijn 'Blue Raincoat' (mag ik hier aan een nummer van Leonard Cohen denken?), gemaakt uit een tak en rode sokken, is van een ontzettend sterke eenvoud, maar met een veelheid aan gesuggereerde emotie.
Bij Pieter De Clercq wordt nadenken niet geschuwd. Getuige is zeker zijn beeldje 'denken dacht gedaan'. U herkent hier inderdaad een tot menselijk brein getransformeerde broccoli. (Het doet ons overigens onbewust denken aan een werk van Sven 't Jolle uit de collectie van het SMAK: 'Mens, erger je niet!)

Centraal in de expositieruimte staat een kronkelende installatie van Claire STRAGIER (°1987) & Annelien VERMEIR (°1990).
Hoewel Annelien Vermeir pas over 2 jaar afstudeert (vandaar onze 6+1 in het begin), staat ze toch nu al mee op de affiche van 'Coming People' omdat ze het project 'In de vaart der volkeren' als volwaardig partner mee gedragen en uitgewerkt heeft.
Dit project heeft alles te maken met de spoorweg tussen Aalst en Gent, het dagelijkse traject van Claire en Annelien op weg van en naar de academie. Vanuit hun mobiele kijkkast bekeken zij de voorbijglijdende omgeving en creëerden voor hun medereizigers en andere treingebruikers een aantal activiteiten of ingrepen langs het spoor.
De trein als venster op de wereld plooit zich, in tegenstelling tot onze hectische, wereldwijde kijk op beelden via bijvoorbeeld televisie of internet, terug op een beperkte ruimte of omgeving. En toch speelt ook hier het element snelheid, het voorbijrazen van tijd en ruimte, al een rol. Daarenboven stellen de kunstenaressen ook vragen over manipulatie van het beeld, het inwerken op de perceptie.
Dit project is een 'work in progress'. Nieuwe activiteiten of invalshoeken blijven mogelijk.
Het is dus zeker de bedoeling dat Claire en Annelien als artistiek duo doorgaan en dat Claire ook mee in het afstudeerproject van Annelien zal participeren, al is nog niet duidelijk in welke richting dat gaat evolueren.

De installatie bestaat hier uit een een groot uitgewerkte stafkaart van het spoorwegtraject tussen Aalst en Gent, met aanduiding (gele en rode speldjes) van de voorbije activiteiten en ingrepen. Achter het glas in de grote hal staat dan het stationsbord 'In de vaart der volkeren'. Daarmee zijn zij de enigen die deze ruimte benutten als een soort gigantische stationshal met een toch wel nostalgische toets.
Maar het hele project wordt overkoepeld door een knappe site:

www.indevaartdervolkeren.be

Hier wordt pas echt duidelijk dat 'In de vaart der volkeren', ondanks de speelse elementen, geen simpel tijdverdrijf of spel is, maar een filosofische, semantische, maatschappelijke, architecturale, landschappelijke... denktank.


De installatie van een salon is het decor voor een film van Wim DE CALUWE (°1984), een spaghetti-western naar het voorbeeld van Sergio Leone), waarin een oude man als een 'bevlogen' cowboy het hart van zijn verloren geliefde terug wil krijgen.


Nel AERTS (°1987) reflecteert in een 'ouderwets' nieuw medium (16mm film) over 'klassieke' kunsthistorische materialen als hout en verf.

Sofie VAN DER LINDEN (°1986) bevredigt haar en onze voyeuristische neigingen door ons mee te nemen achter de gevels van een sociale woonblok aan de Gentse Coupure.

De sculpturale installatie met omgekeerde tafels, televisietoestellen en tekstdocumenten van Paul L. VAN VAERENBERGH (°1985) is een archivarische terugblik op de projecten van zijn studietijd.



Nog tot 6 december 2009 in het
SMAK
Citadelpark
9000 GENT

Open van 10 tot 18 uur, behalve op maandag

woensdag 7 oktober 2009

Jo De Smedt in Galerie De Ziener... KULTUR: daar zit toch eigenlijk niemand op te wachten

Wat heeft Jo DE SMEDT (°1974) gemeen met Patrick De Wael en Luckas Vander Taelen? Verbazend meer dan U ooit zou durven denken. Niet dat hij zich plots als politicus wil presenteren, maar wel als kunstenaar die het cultureel-maatschappelijke debat niet uit de weg gaat!

Oei, hij maakt toch geen 'kunst met een boodschap' zeker?
Maak U geen zorgen, de 'boodschap' is zodanig artistiek-technisch 'verpakt' dat het beeld, ook zonder de onderliggende betekenislagen, perfect overeind blijft.

Patrick De Wael was de eerste Vlaamse Minister van Cultuur (1985-1992) die het begrip 'Cultuur' opentrok naar een ruimer domein dan dat van de Grote Kunst. (In het boek 'De warme hand - cultuur maakt het verschil' - 1991)

Luckas Vander Taelen is de kersverse Vlaamse volksvertegenwoordiger die er onlangs in het Vlaamse Parlement zijn collega Ludwig Caluwé fijntjes op wees: "Het is tekenend dat U niet weet dat cultuur met een c geschreven wordt...".

Jo De Smedt weet perfect hoe het geschreven wordt, maar toch is dat voor hem in deze van ondergeschikt belang. Hij lost dat soort discussies gewoon op door (onbewust?) te kiezen voor de Duitse versie, waar 'Kultur' per definitie met K en met een hoofdletter geschreven wordt.
Bovendien verdiept hij zich de laatste tijd wel meer in Duitse bladen vergelijkbaar met onze 'Dag Allemaal'. Die combinatie zegt meteen veel over de manier waarop hij Cultuur en cultuur, Kunst en kunst, de hoge verwachtingen en de dagdagelijkse beslommeringen of geneugten van het leven in elkaar laat schuiven.

Want, laat U niks wijsmaken... ook al werkt hij met gevonden beeldmateriaal (of moeten we toch het woord 'gezocht' gebruiken? - wie zoekt, die vindt...), niets is toeval, over alles is nagedacht in het artistieke werk van Jo De Smedt.
'Kultur: daar zit toch eigenlijk niemand op te wachten' is de provocerende titel van deze tentoonstelling. In deze qua omvang beperkte collectie pakt hij uit met een assortiment technieken en betekenissen.

Vooral in zijn tekeningen op papier brengt hij een veelheid van beeldende verwijzingen samen, gekoppeld aan een geïntegreerde titel of korte tekstverwijzing. Want, hoewel zijn tekeningen er op het eerste gezicht uitzien als een grabbelton van aparte, 'geleende' tekeningen of symbolen, zijn ze toch telkens geduldig opgebouwd rond een centraal thema. (Laat U vooral niet afschrikken door titels als 'Kultur Land' of 'Kermiseeten')

Het werk 'Ring', getekend en geschilderd op een oud verkeersbord, geeft een beeld van zijn artistieke en levensfilosofie. In een sobere zwart-witte tegenstelling geeft hij met de cirkel op de realistisch getekende achtergrond zowel het abstracte als het figuratieve in de kunst weer. Maar de cirkel staat ook voor de ring als symbool van de huwelijkstrouw, het relationele verbond tussen twee mensen. De ogenschijnlijk gefragmenteerde menselijke figuren bovenaan staan voor het lichamelijke, het erotische aspect van die relatie.

In 'Kuscheltiere' (knuffelbeesten) ligt de nadruk duidelijk maar ook speels op datzelfde aspect. Let toch ook op de enorme virtuositeit van de tekening en de schitterende gelaagdheid van de achterliggende kleurvlakken.

'White trash convention/Spic&Span', de combinatie van een beschilderde doos Spic&Span en een klein schilderij in de huidskleur van blanke en zwarte mensen is tekenend voor zijn ingebouwd maatschappelijk rechtvaardigheidsgevoel: geen discriminatie op basis van huidskleur of plaats op de maatschappelijke ladder.

Zelf brengt hij (met een knipoog) een toast uit met de Koning (met grote of kleine k). Dit beeld vond hij in de kringloopwinkel. Hij liet het fotografisch op doek uitvergroten en schilderde er het woord 'Kultur' op. Het verwijst tegelijk naar het schilderij 'De koning drinkt' van Jacob Jordaens en een album van Suske en Wiske.
En zo blijft hij ons meenemen op de grens tussen Cultuur en cultuur, Kunst en kunst, Leven en leven, ... Droom en Daad! Wie aan beide zijden van die grens zijn ogen opent, krijgt een gevarieerd cultureel landschap voorgeschoteld.
*
De tentoonstellingscatalogus laat overigens nog ruimte voor een hoopvolle boodschap als antwoord op de vraag: 'Kultur: daar zit toch eigenlijk niemand op te wachten'.
Maar voor die boodschap kan alleen de nacht raad brengen...
*
In deze tentoonstelling presenteert Jo De Smedt zich meer dan ooit als een schilder, die echter ook tekeningen in zijn schilderijen integreert. Zijn inspiratie en beeldende taal ligt onverminderd als 'gefundenes Fressen' in de hem omringende wereld.
Nog tot 25 oktober 2009
vr-za-zo van 15 - 18 uur
in
Galerie De Ziener
Stationsstraat 55
1730 ASSE


zaterdag 3 oktober 2009

Herman Van den Broecke in Villa De Olmen (Wieze)

In het landelijke Wieze (tussen Aalst en Dendermonde) staat een schitterende woning als een oase in tijd en ruimte. Villa De Olmen werd gebouwd naar een ontwerp uit 1926 van architect Charles Malfait, in opdracht van Léon Callebaut, brouwer te Wieze.
Vanaf 1958 werd het huis bewoond door zijn zoon en diens familie. Dochter Christine Callebaut bracht hier dus haar jeugd door en besloot vorig jaar in dit historische kader een 'Ruimte voor actuele kunst' te vestigen.

Op de site (www.villadeolmen.be) worden het historisch kader, de doelstellingen en de praktische uitwerking duidelijk uit de doeken gedaan. Sinds de start zijn reeds enkele tentoonstellingen de revue gepasseerd.
De keuze voor actuele beeldende kunst in een origineel bewaard interieur uit het interbellum levert een aantal contrasten op, maar zorgt tegelijk voor verrassend harmonieuze dialogen.
Ook in de huidige tentoonstelling is dat duidelijk het geval.
Herman Van den Broecke (°1942), schilder, tekenaar, beeldhouwer, creëert in een gevoelige mix van vormen en kleuren een wereld waarin de mens centraal staat.
Zijn figuren lijken altijd op een keerpunt te staan, klaar om te ontsnappen uit het veeleisende leven of integendeel gereed om er met volle overtuiging in te duiken.
In zijn schilderijen hanteert hij een expressieve kleur- en vormentaal om een geconcentreerde introspectie uit te beelden.
Schitterend natuurlijk licht...

Contrast en harmonie in een historisch kader

Net wanneer je denkt dat je het perfect begrepen hebt en je laat meevoeren in de euforie van de opgewekte kleuren, trekt hij je, samen met dit meisje, mee naar de duistere 'onderwereld'.
Heel opvallend in zijn schilderijen is trouwens het 'doorwrochte' karakter. De drager (het doek) wordt volledig weggeschilderd, terwijl hij in zijn werken op papier toch veel meer de onbewerkte achtergrond in het beeld laat meespelen.


Zijn beelden zijn meestal strakker, met soms zelfs speelse toetsen. Deze 'menselijke vogel' met riemen op de rug staat klaar om te vertrekken. Maar waar is zijn 'bagage' gebleven... of heeft hij die niet nodig? Vergelijk dit beeld ook eens met het schilderij dat er tegenover hangt...

Laat je bij een bezoek zeker leiden door de titels van de werken.

*

www.hvandenbroecke.be




Confrontatie tussen actuele kunst en een 'vervlogen' tijd...
*
Nog te bezoeken tot 18 oktober 2009, enkel op donderdag en zondag van 11 tot 18 uur.
*
Villa De Olmen
Nieuwstraat 83
(Hoek Nieuwstraat en Olmenstraat)
9280 WIEZE
*
Gastvrouw Christine Callebaut zal U graag ontvangen.



vrijdag 2 oktober 2009

Ricardo FERNÁNDEZ bij Galerie c. de vos

OP ZOEK NAAR DE MAAT DER DINGEN...
Ricardo FERNÁNDEZ (°1946 +december 2006) maakte samen met zijn vrouw Alicia HERNÁNDEZ (°1947) sedert 1987 monochrome schilderijen die ze onder de naam Hernández&Fernández tentoonstelden.
In april, mei en juni 206 werkte hij echter alleen aan een reeks die nu bij galerie c. de vos tetoongesteld wordt met als titel PARADIGMA (model, voorbeeld).

Alicia HERNÁNDEZ in Galerie c. de vos
Het ziet er naar uit dat de kunstenaar nog eens heel zorgvuldig de referentiepunten van zijn leven op een rij wilde zetten, zijn eigen geestelijke verworvenheden wilde toetsen aan een aantal historische en filosofische waarden.
Dit 'artistieke testament' lijkt op een zoektocht naar de 'zekerheden' die hij aan dit leven overhield.
Zijn verbondenheid met de denkwereld van de Franse filosoof Jacques BOUVERESSE (°1940), op zijn beurt sterk beïnvloed door Ludwig WITTGENSTEIN (°1889 +1951) is in deze van groot belang.
In zijn 'Philosophische Untersuchungen' heeft Wittgenstein het o.a. over de in Parijs bewaarde 'standaardmeter' als toetssteen (paradigma) voor alle andere 'meters'. Gelijktijdig suggereert Wittgenstein een vergelijkbaar systeem voor kleuren.
Ricardo Fernández combineert de paradigmata maat en kleur, maar ik krijg het gevoel dat hij door het gebruik van de oude, niet aan perfect universele waarden refererende lengtematen (aune, coudée, empan, pied,...) een graad van (menselijke) onzekerheid laat binnensluipen.
'Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen...' stelde Wittgenstein in zijn 'Tractatus Logico Philisophicus' (1922). Maar wat niet gezegd kan worden, kan misschien WEL GETOOND worden, in het geval van Ricardo Fernández als een tot de essentie gereduceerde esthetische beleving.

Nog tot zondag 3 oktober 2009
vr-za: 14 - 18 uur
zondag: 10.30 - 13.30 uur
of na afspraak
bij galerie c. de vos
Oude Gentbaan 295-297
9300 AALST

donderdag 1 oktober 2009

Toon Van Borm en Lore Vanelslande bij Galerie EL

Toon VAN BORM (°1973) is een bijzonder atypische kunstenaar. Na zijn studies burgerlijk ingenieur-architect in Leuven werkte hij ondermeer drie jaar als architect in Noorwegen, volgde een postgraduaat 'Master of Artificial Intelligence' aan de KULeuven, werkte als onderzoeker voor diezelfde universiteit en tekende tussendoor bijna constant.
Hij werkt als een 'geduldige' monnik in het scriptorium van een middeleeuwse abdij, maarwijkt af van het voorgeschreven patroon en laat het eigenlijke copiëren achter zich ten voordele van een opeenvolging van vrije, meditatieve schrijfsessies die resulteren in gigantische bladen die hij geduldig en precies plooit tot ze de vorm van een oud boek of manuscript, dan wel die van een enigszins gedateerde stapel computerprints aannemen.
Dikwijls hangt hij zijn dunne bladen losjes aan de muur of gedeeltelijk voor een venster. Wil hij meer klaarheid in zijn 'teksten' brengen, wil hij ze 'doorlichten' om misschien zelf tot een beter begrip te komen?

Werk van Lore Vanelslande (achtergrond) en Toon Van Borm (tafel)



Het lijkt wel of Toon Van Borm met zijn bladen op elk ogenblik wil kunnen vertrekken, als een kunstnomade die niet aan een bepaalde plaats gebonden is, mede door de ogenschijnlijke eenvoud van zijn artistieke techniek.
Toch begeeft hij zich soms aan werk 'in situ'. Vorig jaar werkte hij wekenlang aan een muurtekening in CC Strombeek.
Een andere keer gaat hij dan weer graveren op metalen platen. Beschreven bladen en metalen platen vormen één groot geheel in zijn woordenloze (maar daarom niet betekenisloze) werk.
Zijn deze gegraveerde platen misschien een overgang in zijn oeuvre? Bieden ze hem straks de mogelijkheid om de historische stap te zetten van (middeleeuws) 'copiist' naar (renaissance) 'drukker' om zijn teksten op grotere schaal te verspreiden?

Moeten we zijn teksten beschouwen als een soort 'écriture automatique' zoals bij de surrealisten of zoeken we het veeleer in de repetitieve of lineaire notities van bepaalde conceptuele kunstenaars? (Ik denk aan de cijferschilderijen van Roman Opalka of heel recent aan het werk 'Salammbô' van Rober Racine in de tentoonstelling 'Time as Activity' in Netwerk Aalst)

Ik stel voor mezelf vast dat de 'taal' van Van Borm (voorlopig) onvatbaar is. Ik ben er overigens nog lang niet uit of ik nu al dan niet op zoek moet naar de sleutel om de wereld van deze kunstenaar te ontcijferen... als die sleutel overigens al zou bestaan.

http://toonvanborm.com/

http://www.flickr.com/photos/toonvb/


Lore VANELSLANDE (°1983) in het vizier krijgen is wellicht een nog moeilijker opdracht, ook letterlijk aangezien ze als Vlaamse in Shangai woont. Dus blijft ons het spaarzame werk dat hier sober, maar gestructureerd gepresenteerd wordt.

Eric De Smet van Galerie EL heeft natuurlijk wel een bijzondere voeling met dit soort tekeningen. 'Zijn' kunstenaars bewegen zich altijd tussen een streng gestructureerde (geometrische) vormgeving of een meer geëmotioneerde, grillige, zoekende en soms speelse lijnvoering.

De tekeningen van Lore Vanelslande kwamen uiteraard niet zomaar uit de lucht gevallen. Vanuit haar opleiding 'Texieilontwerpen' (Sin-Lucas en KASK Gent) is ze vertrouwd met patronen, repetitieve motieven en uiterste precisie. Bij EL toont ze zelfstandige tekeningen waarin structuur en geometrie onmiskenbaar aanwezig zijn, maar waar ook ruimte is voor onverwachte ingrepen die de strakke patronen doorbreken en nieuwe vormen creëren.

http://www.flickr.com/photos/lorevanelslande/

Nog tot 18 oktober 2009
in Galerie EL - Drieselken 38 - 9473 WELLE
vr-za-zo van 14 tot 18 uur