maandag 30 juni 2008

Jan De Nys: ontmoeting in Utopia








Of we het erg vinden om voor ons gesprek in de galerie te zitten?

De galerieruimte (In Situ) doet op dat ogenblik dienst als stapelruimte voor diverse kunstwerken die van andere locaties komen of naar andere moeten vertrekken. Twee zeteltjes worden vrijgemaakt en we zijn er klaar voor, ware het niet dat Jan De Nys meteen gebeld wordt door één van zijn kunstenaars. De voertaal is Duits, maar naar een tijdje stelt JDN voor om over te schakelen op Engels, want er komen enkele specifiek-artistieke termen aan te pas en die liggen hem beter in het Engels (en maken de kans op misverstanden kleiner).

Is de internationale kunstwereld dan echt een 'Toren van Babel'?

"Ja, uiteraard! (maar dit geldt niet alleen voor de kunstwereld) "De taalbarrière is dikwijls een reëel probleem. Als galerist of curator van tentoonstellingen moet ik met al die kunstenaars kunnen overleggen en zoeken naar een evenwicht. Ik weet wat ik met mijn projecten wil realiseren, maar het komt er op aan ook alle betrokken kunstenaars op één lijn te krijgen. Die kunstenaars zijn elk afzonderlijk bezig met HUN ding, maar ik moet het geheel in het oog houden."

...intussen krijgt hij alweer telefoon... dit keer gaat het gesprek meteen in het Engels over alweer een artistiek-technisch probleem voor de catalogus van een komende groepstentoonstelling...

"Ooit stond ik hier in de galerie met vijf vrouwelijke kunstenaars van vijf verschillende nationaliteiten. Ze verstonden elkaar niet. Hou daarbij rekening met soms botsende ego's en je beseft meteen dat een curator/galerist niet enkel 'go-between', maar ook wel eens de 'baas' moet spelen om de zaak draaiende te houden.

................ waar die 'Waterschoenen' in onze blog toch wel vandaan komen, vraagt JDN zich af..................

Artspotter: "Het minuscule tekeningetje vond ik ooit in een oud woordenboek, met als betekenis voor het woord 'waterschoenen' = schoenen om mee op het water te lopen."

Deze uitleg roept bij JDN de associatie op met 'Utupia', zijn lievelingsplek.

Zie tekstfragment uit woordenboek hierboven

'Utopia'

'Waterschoenen' en 'Utopia': telkens iets wat mensen wel graag zouden willen... op het water lopen of de behoefte aan een volmaakt gelukkige plek, een luilekkerland.

Jan De Nys volgde een opleiding in de Aalsterse academie. Die was toen nog gevestigd in de gebouwen waar nu een deel van het Stedelijk Museum gevestigd is (en waar meestal de tentoonstellingen hedendaagse kunst doorgaan).
Een prettig detail voor JDN: "Ik werk nu in het bureau waar ik vroeger wel eens bij de directeur moest komen..."
Als Projectmedewerker Hedendaagse Kunst is hij dus ambtenaar van de stad Aalst. In die functie organiseerde hij reeds tal van tentoonstellingen. Ook hier is het soms een artistiek-organisatorische toren van Babel. Zo was er ooit een probleem met de administratieve afhandeling van een 'bruikleen' van kunstwerken uit een Frans museum. (Moesten hier nu al dan niet Belgische taalwetten gerespecteerd worden?)

Van kunstenaar naar organisator

In 1987 was Jan De Nys nog zelf actief als beeldend kunstenaar, maar toen begreep hij dat zijn taak meer op het vlak van de organisatie lag.
In 1986 zorgde hij al voor een eerste groepstentoonstelling in het Belfort van Aalst. Ook haalde hij al Oosteuropese kunstenaars naar hier en verzorgde onder andere tentoonstellingen bij Siegfried De Buck in Gent.
Een eerste groot initiatief in stadsdienst kwam er in 1990 met de thematentoonstelling 'Tempels - Zuilen -Sokkels', waarin grote namen uit de nationale en internationale kunstwereld samengebracht werden. Toen werkte JDN nog voor het Cultureel Centrum 'De Werf', dat in 1988 zijn deuren geopend had.
Later kon hij mee brainstormen over een nieuw groot tentoonstellingsinitiatief. Met als alibi de figuur van Dirk Martens als grondlegger van de drukkunst in de Zuidelijke Nederlanden, de persoon van Priester Daens die stond voor de sterkte van het gesproken woord en Louis Paul Boon als vertegenwoordiger van het geschreven woord, werd gestart met de zogenaamde 'Papierbiënnales'.

We zijn nu toe aan de negende uitgave 'Maquettes en modellen... hedendaagse kunst op schaal' (28 juni tot 5 oktober in het Stedelijk Museum), na bijvoorbeeld 'Papier, Beeld & Basis' (1992), 'Utopia' (1996), 'Boek als beeldend middel' (2000), of 'In kaart gebracht' (2006).

Naast deze stedelijke activiteiten is er natuurlijk ook nog de eigen galerie IN SITU en zijn er de projecten als curator buitenshuis. De galerie werd in 1992 geopend in het vroegere atelier van zijn vader die 'rijtuigschilder' was. Hij werkte ondermeer voor de plaatselijke brouwerij De Gheest. JDN: "Louis Paul Boon heeft daar nog fantasierijk over geschreven".
Aalst werd (vooral in de jaren 90) een echte galeriestad voor hedendaagse kunst (met o.a. S65, Denise van de Velde, Path, C. De Vos, Cotthem,...) "Dat werd wel eens toegeschreven aan de anarchistische geest van Aalst. Daarnaast was er de geografische ligging tussen Gent, Brussel en Antwerpen. Hou de kunstenaars hier en je zal ook een b(l)oeiend artistiek landschap creëren!"
Jan De Nys pleitte ervoor (en vandaag nog steeds) om in Aalst te voorzien in atelierruimte voor kunstenaars. In de grote centra is er een groot tekort aan ateliers en Aalst zou op die manier de kunstenaars naar hier halen. Kunstencentrum Netwerk speelt hier veeleer symbolisch op in door het aanbieden van een 'artist-in-residence' formule, waar kunstenaars aan een bepaald project kunnen werken, maar JDN denkt hier aan veel ruimere mogelijkheden. Hij noemt in dit verband ook het voorbeeld van B-Part, Platform voor actuele kunst in Waregem. Voor de stad Aalst zou de oude industriële site van FFR (Filatures Filteries Réunies) langs de Tragel (tussen de Zwarte Hoekbrug en de Boudewijnlaan) misschien nieuwe kansen kunnen bieden. Maar JDN vraag zich af of het ooit zover komt!
JDN: "Ooit heb ik voorgesteld om het vroegere politiebureel te gebruiken voor projecten van hedendaagse kunst, maar verder dan een tentoonstellingsproject is het nooit gekomen." (Het wordt nu verbouwd tot een complex voor sociale woningen.)
Kunst 'in situ' en 'extra muros'
Met zijn galerie was JDN onlangs nog te gast op ART BRUSSELS, dé internationale beurs voor hedendaagse kunst in België. Naast de activiteiten in de galerie organiseert hij ook heel wat tentoonstellingen op andere plaatsen. Zo was hij in april 2008 te gast in het Cultureel Centrum Schapoord van Knokke-Heist, waar hij zijn project 'UTOPIA: hedendaagse kunst met Minigolf' tentoonstelde. Via een ommetje langs Vlissingen komt de tentoonstelling vanaf 5 juli naar de tuin van het Stedelijk Museum, waar ze tot 14 september blijft staan. JDN: "Hier tonen we het minigolfterrein als utopie van de kleinburgerlijke gezelligheid."
De Canvascollectie: reclame voor hedendaagse kunst?
"Ach, dat is volgens mij een absurd initiatief. Wanneer de televisie uitpakt met hedendaagse beeldende kunst is dat meestal over spectaculaire onderwerpen. Het moet sensatie opleveren of ze moeten er nog eens mee lachen. Nu wil men de kunstenaars nog eens de indruk geven dat het allemaal serieus verloopt, terwijl er toch flink gemanipuleerd is."
Even terugblikken...
Jan De Nys keert in gedachten terug naar de magische tijd van 'mei 68'. "Dat heeft hier in Aalst heel veel teweeggebracht. Ik was toen veel met theater bezig. Dat was de periode van theater PAN" (zie hierover ook de opvoering van 'Politie' bij het interview met Roger D'Hondt in Waterschoenen). "PAN was vernieuwend voor het literair-artistieke leven. Louis Paul Boon kwam ook naar de activiteiten, maar was zeker niet de centrale of bepalende figuur van de vernieuwing."
"Het belangrijkste stuk dat we ooit gespeeld hebben, was ongetwijfeld 'Eindspel' van Samuel Becket. Dat was toen de eerste opvoering op het Europese vasteland. Wij zijn in Parijs bij Becket nog toelating gaan vragen om dat op te voeren. Die voorstelling ging door in de kapel van het Oud-Hospitaal. Het toegangsgeld mocht door iedereen vrij bepaald worden. Het gevolg was uiteraard een zo goed als lege kassa. 'Eindspel' was dan ook letterlijk het einde!"
Maar de activiteiten verplaatsten zich naar andere domeinen: csv 't Fabrieksken (waaruit later Netwerk ontstaan is... (zie hierover ook het interview met Paul Lagring in Waterschoenen), de Gele Limonade of de maandelijkse stadskrant 'Vies Olsjt' waarin de politiek kritisch opgevolgd werd... allemaal organisaties waarin meestal ook dezelfde mensen opdoken (o.a. Roger D'Hondt, Guido Saey, Hendrik Camu,...).
Met zichtbaar genoegen kijkt Jan De Nys ook terug op 'Na de mis', waarbij op zondagvoormiddag op café samengekomen werd om 'de wereld te verbeteren'... (met o.a. Cas Van der Taelen).
Jan De Nys kan en wil zijn heimwee naar de jaren 60-70 niet verbergen. "Aalst was toen een schitterende stad om in te wonen! Ik heb ooit nog in een commune gewoond. Heette die toen ook al niet UTOPIA?... ik weet het nu weer... ze noemde 'Pleister', maar was wel de inspiratiebron voor de nog steeds bestaande commune, woon- en leefgemeenschap 'Utopia' in Kerksken. Ook vandaag ben ik geen bourgeois geworden... allé misschien af en toe een klein beetje!"
Als galerist blijft hij zijn taak duidelijk definiëren: "Ik wil nog steeds jonge kunstenaars promoten. Ik heb dan ook geen superbekende mensen in huis. Mijn publiek bestaat uit mensen met vertrouwen in mijn artistieke inzicht. Zij willen graag een risico nemen, maar zien kunst niet als een investering."
Als hij morgen kan-mag-moet herbeginnen, doet hij wellicht net hetzelfde en 1968 zal gegarandeerd weer een belangrijk jaar worden.
(c) artspotter voor 'waterschoenen' en 'aalstdailyphoto'
LINKS
In Situ Gallery
Stedelijk Museum Aalst
Over UTOPIA, hedendaagse kunst met Minigolf

dinsdag 17 juni 2008

Johan GELPER en Steven BAELEN bij Galerie EL in Welle

Opstelling Johan Gelper in Caermersklooster
Steven Baelen in Caermersklooster

Tussen 25 april en 15 juni 2008 was het Caermersklooster in Gent het toneel van de 'Provinciale Prijs Beeldende Kunsten 2007'. Uit de 61 deelnemers koos de jury Ante TIMMERMANS (°1976) als laureaat, maar nomineerde ook Steven BAELEN (°1981) en Johan GELPER (°1980). Uit het werk van deze drie kunstenaars manifesteert zich een poging tot artistieke omgang met hun leefomgeving. De omschrijving 'omgevingstekenen' was dan ook niet zomaar gekozen.

Johan Gelper en Steven Baelen staan sinds 8 juni met hun werk bij Galerie EL in Welle.

Steven Baelen gebruikt zijn directe omgeving als onderwerp voor zijn tekeningen. In het Caermersklooster was dat de ruimte van het voormalige kerkgebouw zelf. Je kan hier grotendeels van 'waarnemingstekenen' spreken, zoals hij zijn directe omgeving in een schitterende, klare lijn neerzet om op die manier de beschikbare ruimte tot de zijne te maken. Tussendoor presenteert hij ook 'gevulder', meer geschilderd werk op papier, waarin hij de omgeving veel minder strikt benadert.

Johan Gelper begint (of eindigt) in een 'klassieke' tweedimensionale tekening, maar legt van daaruit (of tot daar) een bijzonder ruimtelijke weg af. Monden zijn tekeningen uit in beelden of is het precies omgekeerd? Net zoals Baelen werkt hij ruimte-innemend, maar dan wel met het uitdrukkelijke gebruik van een derde dimensie. Voor hem is dit echter 'tekenen in de ruimte'!

Wie wil zien hoe deze twee samen de ruimte van galerie EL in Welle onder handen genomen hebben, kan nog gaan kijken tot 6 juli 2008.

OPEN OP VRIJDAG, ZATERDAG, ZONDAG 14-18 uur

Drieselken 38
9473 WELLE

LINKS




donderdag 12 juni 2008

Luc GEEROMS en het Stedelijk Museum 't Gasthuys in Aalst

Meer foto's staan op
'aalstdailyphoto'


De voorgeschiedenis

Toen Luc Geeroms na de humaniora kunstgeschiedenis ging studeren, was dat een weloverwogen keuze. De kandidaturen boden een brede waaier van artistieke disciplines, waarin ook de muziek een diepe indruk op hem maakte. Toch koos hij in de licenties resoluut voor de plastische kunsten. Zijn interesse ging toen (en ook nu nog) naar het klassieke genre, wat zijn thesis over de 17e-eeuwse landschapsschilder Lodewijk De Vadder (Brussel, °1605-+1655) mee mag verduidelijken.

Toen hij afstudeerde zat de wereld niet meteen op kunsthistorici te wachten. Na zowat een jaar als werkloze kreeg hij dan toch een stage in het Aalsters museum aangeboden.

Onder de toenmalige conservator Ignatius De Vos kwam Luc Geeroms als vervanger-stagiair terecht in het Daensmuseum dat toen nog in het oud-schepenhuis op de Grote Markt gevestigd was. Van het een kwam het ander en met het oog op het Daensjaar 1989 werd hij gevraagd daar te blijven.

Toen conservator De Vos met pensioen ging, werd Luc Geeroms naar de vrijgekomen plaats getransfereerd.
Vanaf ca. 1990 kon hij starten met de modernisering en de verdere uitbouw van het Stedelijk Museum, te beginnen met de manuele opstelling van een basisinventaris (die intussen zowat 7000 stukken bevat). Later werd in verschillende stappen de automatisering van deze catalogus doorgevoerd. Nu maakt de collectie reeds deel uit van het MOVE-project, waarin verschillende musea van Oost-Vlaanderen hun informatie bundelen. Een volgende stap, waarbij ook de Openbare Bibliotheken betrokken zijn, dient zich nu aan.

Werken met een ploeg

Aanvankelijk was dit museum voor Luc Geeroms een 'eenmanszaak', maar gaandeweg werd een professionele ploeg samengesteld met zowel wetenschappelijke als educatieve, technische en ontvangst-medewerkers. Voor heel wat praktische taken zoals herinrichting van zalen kan bovendien gerekend worden op andere technische stadsmedewerkers.

Terwijl Luc Geeroms zich vooral toelegt op de historische en kunsthistorische aspecten (naast het algemeen beheer), trekt Jan De Nys sinds jaren volop de kaart van de hedendaagse kunst. Jasmine Verbeke bouwt de educatieve werking uit en archeologe Ann De Block zorgt als conservator mee voor de wetenschappelijke onderbouw en staat als lokale validator in voor de doorstroming van de informatie naar de Vlaamse Cultuurdatabase.

Baliemedewerkers Marie-Anne Arijs, Bob De Winter en Carine Vlaminck zijn als het ware het 'gezicht' van het museum. Zij vormen de onmiddellijke link met de zowat 16.000 'klanten' die hier jaarlijks ontvangen worden.
Kathleen Bombeek en Anita Van Biesen zorgen voor een net museum terwijl Dirk Van Herreweghe de technische kant voor zijn rekening neemt.

Een heel divers museum

De professionele interesses van Luc Geeroms, historisch en kunsthistorisch, zijn bijzonder ruim. Dat is uiteraard van groot belang in een museum met een zo diverse collectie.

"Dit museum is er ooit gekomen als een instelling voor de gemeenten van het historische 'Land van Aalst'. Vandaag worden wij gefinancierd door de stad Aalst. Dus is het uiteraard van belang dat we aandacht hebben voor het lokale niveau."

De huidige collectie is vanzelfsprekend historisch gegroeid.
"Op zich maakt die diversiteit het niet gemakkelijk om je in het museale landschap te profileren. Elke poot van de collectie is belangrijk: carnaval, Valerius De Saedeleer, Louis Paul Boon, Dirk Martens,... . Pricies die diversiteit als stadsmuseum wordt in de geplande herinrichting van het museum ten volle in de schijnwerpers gezet.

Van 'Oud-Hospitaal' naar 'Gasthuys'

De gebouwen van het Stedelijk Museum hebben al heel wat op elkaar volgende restauraties en omschakelingen gekend.Ooit was dit wel degelijk een hospitaal en bij heel wat mensen is het nog steeds gekend als 'Gasthuis'.

Dat men vandaag in de finale hervormingsfase terug wil grijpen naar de naam 't Gasthuys is dan ook geen toeval, meer nog in de betekenis van 'gastenhuis', waarin 'gasten' op een 'gastvrije' manier ontvangen worden in 'gastenkamers'.

Vanzelfsprekend is het ook de bedoeling op deze wijze een ruimer doelpubliek te bereiken.

Het vernieuwde museum zal focussen op 4 belangrijke periodes uit de rijke geschiedenis van het Land van Aalst en op de figuren die deze periodes symboliseren:

1. Iwein van Aalst wordt belicht met het ontstaan van de zelfstandige stad tijdens de vroege middeleeuwen.
2. Dirk Martens en Pieter Coecke van Aelst worden naar voor geschoven in verband met Renaissance en Humanisme.
3. De 'miserabele' 19de eeuw met de ontsporende industrialisatie en de mensonwaardige sociale problematiek wordt opgehangen aan de figuren van Priester Daens en Louis Paul Boon.
4. Rustpunt in het verhaal is de figuur van Valerius De Saedeleer.

De museumzalen worden navenant ingericht. Cruciaal hierbij is zeker de omvorming van de huidige Boonzaal tot een letterlijke 'gastentafel', waar op laagdrempelige manier de evolutie van de stad voorgesteld wordt, de bezoeker een idee krijgt van wat de collectie te bieden heeft, maar waar ook links gelegd worden naar erfgoedontsluiting en toeristische initiatieven.

De gerestaureerde kapel zal als 'gastenkamer' weer dienst doen voor kleine tentoonstellingen. De kloostergang zal opnieuw plaats bieden aan een deel van de collectie.

In samenwerking met het Stedelijk Archief wordt gewerkt aan een 'erfgoedroute', waarin via aandacht voor details in het plaatselijke erfgoed, naast iconen uit de grote geschiedenis, ook gefocust wordt op de geschiedenis van de kleine man.
Zo wil men vergeten elementen weer zichtbaar maken. Op de binnenkoer van het huidige stadhuis (het vroegere Landhuis) zit een metalen staaf op de muur. Dat was de Aalsterse lengtemaat, ten tijde van het Ancien Régime geldig in het hele Land van Aalst: de Aalsterse roede (=5,54m).
(Het vroegere Landhuis was de zetel van het 'Land van Aalst'. Het Schepenhuis was tijdens het Ancien Régime het lokale stadhuis van Aalst.)

Een echte Aalstenaar?

"Ik ben in Aalst geboren en ik heb hier altijd al gewoond, maar een 'echte' Aalstenaar in de zin van bijvoorbeeld carnavalist ben ik zeker niet. Aalsters was ook niet mijn moedertaal. Ik ben veeleer opgevoed in een soort 'verkavelingsvlaams'. In sociale relaties en via de werkomgeving leer je natuurlijk ook wel Aalsters."

Leven met kunst

Privé is Luc Geeroms absoluut geen verzamelaar.
"Drang naar bezit ken ik niet! Ik heb wel een werk van Walter Schelfhout. Maar daar speelt ook nostalgie een rol, vermits Walter hier een collega in het museum was."

Gevraagd naar zijn geprefereerd kunstwerk uit de collectie van het museum komt hij met zijn voorkeur voor klassiek werk bij Valerius De Saedeleer met zijn schilderij 'De Leiebocht'(1905).

"Er is een tijd geweest dat ik alle grote tentoonstellingen, bijvoorbeeld in het kader van Europalia, bezocht. Maar tegenwoordig focus ik meer op muziek, met een heel brede smaak: klassiek, jazz, pop, rock,... Ik ga nu heel veel naar concerten en zomerfestivals (bvb. Bijloke Gent, AB Brussel,...).

De band met Boon

Vanuit zijn job bij het museum is Luc ook betrokken bij het Boongenootschap. Zelf heeft hij Boon niet meer gekend. De auteur en zijn werk heeft hij pas in de jaren '80 ontdekt.

"Ik was 23 jaar toen ik de Kapellekensbaan ging lezen. Tijdens mijn humaniora bij de Jezuïeten stond Boon niet bepaald op de lectuurlijsten van de school. Misschien was dat ook wel goed, want ik denk dat je een zekere achtergrond en maturiteit nodig hebt om daar door te komen."

Voor de oudere generatie, die Boon wel gekend had, was hij dikwijls de 'viezentist'. De hele heisa die onlangs ontstaan is rond de 'Fenomenale Feminatheek' wakkert dat beeld nog wat aan, maar is in feite pure reclame en in wezen een even grote storm in een glas water als het politieke spel dat in 1981 ontstond rond het beeld van 'Jan de Lichte' door de beeldhouwer Roel D'Haese. (Het beeld staat al jaren in het Openluchtmuseum Middeleheim in Antwerpen)

Stel dat je nog eens met iets nieuws kan beginnen...

"Die vraag wil ik als louter UTOPISCH behandelen, vermits de uitdagingen hier in het museum nog groot genoeg zijn. Maar misschien zou echt wetenschappelijk werk in een grote instelling wel een aanlokkelijke gedachte kunnen zijn: gedurende een lange periode aan één project werken!".

"In een instelling als dit museum spendeer je natuurlijk heel veel tijd aan nevenactiviteiten. Zo is het bouwen en verbouwen een langzaam proces, gebeurt de herinrichting stap per stap. Soms zou het handiger zijn als je de boel een tijdje kon sluiten om dan ineens door te werken. Maar dat is niet mogelijk! Bovendien is die voortdurende afwisseling van activiteiten nu net één van de prettige kanten van deze job."

Het Stedelijk Museum mag rustig doorgaan met het vervullen van zijn taak, naast en in samenwerking met de andere actoren in het plaatselijke en regionale culturele veld zoals bijvoorbeeld CC De Werf, het Stedelijk Archief of de Toeristische Dienst.

Daarnaast speelt bijvoorbeeld 'Netwerk' de avant-garde-rol, maar op dat veld van de hedendaagse kunst zal ook 't Gasthuys met minstens één grote jaarlijkse tentoonstelling blijven uitpakken. Daar is Jan De Nys de coach van dienst.

Al de rest is het terrein van Luc Geeroms... beslist een omvangrijke speeltuin.


(c) artspotter voor waterschoenen.blogspot.com

LINK
Stedelijk Museum 't Gasthuys - Aalst

donderdag 5 juni 2008

THIS HOUSE - THIS HOME: een huis waar kunst thuis is



Meer foto's staan op



Het huis van de kunst heeft heel wat kamers. De uitgangspunten, technieken, onderwerpen, bedoelingen,... kunnen heel verschillend zijn. Meestal werken kunstenaars allemaal in hun eigen huis-atelier en ontmoeten elkaar veeleer toevallig.

Bij 'de console' geloven ze in de praktijk van de gemeenschappelijke productie en bijgevolg willen ze een platform zijn waar verschillende disciplines en mensen kunnen samenkomen om te werken aan gemeenschappelijke projecten.

Het eerste project 'This House - This Home' (Dit huis - Deze thuis) benadert nog in zekere mate het klassieke tentoonstellingsconcept . In de galerie wordt door de deelnemende kunstenaars een gemeenschappelijk werk gerealiseerd: het huis(je), de getekende straat met gevels (ontwerp: Ephameron), maar ze beschikken zelf nog over een (soms gedeelde) eigen kamer waar ze hun persoonlijke werk tonen.

Het is een echt huis voor een 'modern' patchwork-gezin. (Is Nele Buys van 'de console' de 'moeder' die het gezin bij elkaar houdt? Hebben de kunstenaars-gezinsleden een los-vaste band die een gemeenschappelijk project mogelijk maakt?)

Bij galerie c. de vos komt de huis&thuis-gedachte alvast goed tot haar recht gezien de galerie oorspronkelijk een huis(je) was en die indeling nog vrij goed bewaard is.

De 'uomo universale' (de mens met een allesomvattende kennis) bestaat misschien niet meer, maar door het samenbrengen van mensen met verschillende interesses en mogelijkheden, kan je via een platform als dit opnieuw een totaalbeeld creëren.

Een initiatief als dit vraagt natuurlijk een bijzondere graad van opvolging. Nele Buys heeft zich als het ware 'een en ander over het hoofd getrokken'.
Een volgend project is niet noodzakelijk een installatie of tentoonstelling, maar misschien een publicatie of de editie van een object.

Zelf voelde ik me weer een kind van vijf toen ik meteen vooraan in de galerie het witte huisje zag. Het deed me denken aan de huisjes die ik (ik alleen?) als kind met alle mogelijke middelen maakte, desnoods gewoon onder de keukentafel.

Het was ook prettig vast te stellen dat vernissages weer iets feestelijks krijgen, waar vrienden en familie met de kinderen naartoe komen. Ook de weergoden hadden het begrepen, want het was zowaar een zonnig feest in de tuin van galerie c. de vos.

De deelnemende kunstenaars:

Stefan ANNEREL (°1970) creëert kleurrijke, hoogglanzende, in kunsthars gegoten collage-schilderijen. What you see is what you (think) you get... en toch weer lekker niet!

EPHAMERON (Eva CARDON) (°1979) toont hier enkele tekeningen en collages, maar waagt zich ook aan een driedimensionale uitstap met de grote vogels op de bovenverdieping.
info: www.ephameron.com

Tinka PITTOORS (°1978) toont hier een istallatie van klein grafisch en sculpturaal werk, waarin ze reflecteert over de omringende wereld en de menselijke relaties (met die wereld, met andere mensen en met zichzelf).
info: www.tinkapittoors.com

Jan VAN DER PLOEG (°1959) 'verbouwt' met zijn muurschildering de binnekant van het tuinpaviljoen tot een totaal nieuwe ruimte. Met zijn seriële weergave van een tot geometrische vorm gestileerde golf, creëert hij een regelmatig patroon.

Samen creëren ze een huis, een thuis !

Dit initiatief moeten we zeker opvolgen. De muzikale poot van 'de console', 'ConSouling Sounds' wil zich als label en mailorder concentreren op de promotie van vernieuwende muziekvormen.




This House - This Home

loopt nog tot 29 juni 2008

in galerie c. de vos

Oude Gentbaan 295-297

9300 AALST

do-vr-za 14-18 uur

zo 10.30-13.30 uur




Meer info over 'de console'



platform voor grensverleggende kunst



(c) artspotter voor 'waterschoenen'

dinsdag 3 juni 2008

FABIAN LUYTEN stelt tentoon bij Galerie IN SITU

zie andere foto's van deze tentoonstelling op:
en

In het midden van galerie In Situ staat 'Paviljoen I', een architerurale sculptuur of sculpturale installatie. Zij heeft hier een aantrekkingskracht op mensen, die het werk onvermijdelijk beschouwen als rustpunt of ontmoetingsplaats (zie foto op Flickr: http://www.flickr.com/photos/artspotter/2538343777/) of foto hierboven.

Fabian Luyten creëert installaties die verwijzen naar architecturale ruimtes en die, via hun glanzende oppervlakken, de omgeving in het werk integreren.

Ondanks hun strakheid en koele opbouw nodigen zij uit om te gaan zitten, zichzelf en/of anderen te bekijken, de omgeving in hun beeldvorming te betrekken.

'Paviljoen I' dateert van 2001 en werd hier in Aalst reeds geïnstallleerd in de tentoonstelling 'Utopie van de periferie' (door Jan De Nys in 2003 voor de stad Aalst georganiseerd).

De paviljoenen van Fabian Luyten plooien zich eigenlijk open naar de buitenwereld. Er is geen interieur meer, geen mogelijkheid om je te verstoppen voor anderen (of voor jezelf). Hij legt het 'gebouw' (en de mensen) van alle kanten bloot!

In zijn schilderijen hanteert hij dezelfde vormentaal en dezelfde werkmethode. Ook hier gaat hij te werk als een soort origami-kunstenaar, maar dan wel in omgekeerde richting. Vertrekkend van driedimensionale vormen (bijvoorbeeld een kleine rubik-kubus of een gigantische hijskraan) transformeert, wentelt en plooit hij zijn onderwerp tot de twee dimensies van het platte vlak.

Hoe industriëel of technisch het uitgangspunt of onderwerp meestal is, de schilderkunstige uitwerking is van een dergelijke subtiliteit, dat je in een gekleurde lijn nog wel eens de penseelvorming kan volgen.

Toch gooit Fabian Luyten alle ballast overboord. Hij bewaart enkel de essentie. Soms gaat hij resoluut voor de geschilderde vlakke vorm, zonder achtergrond (zie het werk 'Bahaal')

Uit een wedstrijd voor de integratie van een kunstwerk in het Ontmoetingshuis 'De Brug' (Hertshage) koos de stad Aalst het werk 'Paviljoen IV', dat eerstdaags geïnstalleerd wordt. Ook hier zullen de elementen weerspiegeling en ontmoeting een grote rol spelen. Met de cafetaria van het Ontmoetingshuis en een petanquebaan vlakbij kan kunst hier hopelijk een esthetische en sociale rol spelen.
(c) artspotter voor 'waterschoenen'

Tentoonstelling
FABIAN LUYTEN
nog tot 6 juli 2008
bij galerie IN SITU
Arbeidstraat 108-110
9300 - AALST
vr-za-zo 14-18 uur