dinsdag 30 september 2014

KUNST NA '68 in het S.M.A.K. : de 'remake' van 1980



Sinds midden september loopt in het S.M.A.K. de tentoonstelling:

COLLECTIEONDERZOEK III: KUNST IN EUROPA NA '68

Sinds verschillende jaren onderzoekt het museum de eigen collectie. In 2010 resulteerde een eerste collectieonderzoek (I) in de tentoonstelling 'Inside Installations' en in 2013 waren we met Waterschoenen getuige van het tweede collectieonderzoek (II) dat gepresenteerd werd als 'Museum for a Small City' en waarbij Richard Venlet optrad als curator en scenograaf.
Ook bij de huidige 'remake' van Kunst in Europa na '68 staat Richard Venlet in voor de vormgeving. Daarbij verwijst hij naar de oorspronkelijke opbouw uit 1980 en refereert hij in de passages tussen kamers naar de kleurstroken die Daniel Buren toen gebruikte.

Natuurlijk is deze tentoonstelling geen echte remake van de historische tentoonstelling waarmee Jan Hoet de stad Gent en zijn jonge museum op de nationale en internationale kaart van de actuele kunst zette. Deze tentoonstelling ging door in het toenmalige Museum voor Hedendaagse Kunst (in de achterbouw van het Museum voor Schone Kunsten) en in de Sint-Pieters Abdij.
Een aantal sleutelwerken van toen worden samengebracht of worden vermeld in het documentaire deel van de tentoonstelling. Bijzondere aandacht gaat ook naar het groeiproces van de oorspronkelijke tentoonstelling en het belang voor de collectie van het huidige S.M.A.K., vermits toen tien basiswerken verworven werden.

U krijgt dat in het tentoonstellingsparcours allemaal haarfijn uitgelegd.


Luciano Fabro, Bacinelle (Iconografia), 1975,
tafel 75 x 100 x 800 cm schalen 8 x 55 cm, hout, glas, linnen, water
Art&Language, Picasso's Guernica in the Style of Jackson Pollock,
356,5 x 790,5 cm, olieverf op doek 


Wat ongetwijfeld mee bedoeld was als hommage aan Jan Hoet bij leven en welzijn, heeft door zijn dood begin dit jaar een postuum, maar daarom niet minder belangrijk karakter gekregen.

Met zijn 'Kunst in Europa na '68' wilde Jan Hoet een Europees antwoord bieden op wat hij zelf het imperialisme van de Amerikaanse kunst noemde.
Arte Povera, Conceptuele kunst, Land art en Persoonlijke Mythologieën moesten in het Europese antwoord belicht worden.

In de aanloop naar 1980 inviteerde hij enkele specialisten, die samen met hem het programma zouden samenstellen: Karel Geirlandt (voorvechter van de actuele kunst in Gent via de 'Vereniging', de huidige 'Vrienden van het S.M.A.K.' en op dat ogenblik directeur van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, het huidige BOZAR) ; Johannes Cladders (directeur van het Museum voor Actuele Kunst in Mönchengladbach en 'voorvechter' van Joseph Beuys in Duitsland) ; Germano Celant (Italiaans criticus en curator, naamgever van de arte povera) ; Piet Van Daalen (curator van het Zeeuws Museum in Middelburg) ; Sandy Nairne (toen curator van de Tate Gallery in Londen).



Jannis Kounellis, Senza titolo, 1980,
260 x 66 x 35 cm, natuursteen, palet, sporen van vuurhaard 


Het comité van specialisten selecteerde 15 kunstenaars die op hun beurt een andere kunstenaar mochten aanduiden. Uiteindelijk verschenen 28 namen op de deelnemerslijst van de oorspronkelijke tentoonstelling:

Art & Language, Beuys, Boltanski, Broodthaers, Brouwn, Buren, Burgin, Cragg, Darboven, Dibbets, Dimitrijevic, Fabro, Feldmann, Flanagan, Gilbert & George, Haacke, Knoebel, Kounellis, Long, Merz, Panamarenko, Paolini, Anne & Patrick Poirier, Schum, Red Krayola, Van Elk, Vilmouth, Zorio.  




 Ger Van Elk, The Symmetry of Diplomacy II - Peking, 1972
2x (65 x 65 cm), 2 geretoucheerde kleurenfoto's


Binnengaan in de tentoonstelling doen we, net als in 1980 in het museum aan de overkant van de straat, tussen de palmbomen. Niet alleen de 'geest' van Broodthaers waart hier rond. De verbinding tussen buiten en binnen die indertijd door het ellenlange doek van Buren gerealiseerd werd, was hier praktisch niet mogelijk, maar wordt in het documentaire gedeelte geëvoceerd.

Straks worden we begroet door de jonge Jan Hoet die, met het verbale vuur dat hem eigen was, het opzet van toen uitlegt.

Dan begint een wandeling langs werken die mee de kern van de huidige museumcollectie vormen. Verschillende stukken zijn de voorbije jaren nog wel in beeld verschenen in andere tentoonstellingen. Laat u verrassen !

 Dit tussentijds onderzoek naar de collectie, binnen het tentoonstellingsbeleid van 35 jaar geleden waaruit ze gedeeltelijk groeide, is een belangrijke stap. Op termijn zal de kijk op de collectie wellicht verder evolueren. De geschiedenis zal over 50 of 100 jaar ongetwijfeld voor andere aandachtspunten zorgen. Kunstenaars zullen in de achtergrond verdwijnen terwijl anderen in de kijker zullen geplaatst worden.
Het sleutelwerk in deze blijft zeker 'About two artists' (1976) van Braco Dimitrijevic.
 


 Notitieboekje van Jan Hoet


Collectieonderzoek III
Kunst in Europa na '68

tot 15 maart 2015
in het
S.M.A.K.
Citadelpark
9000 GENT

dinsdag tot zondag: 10 - 18 uur


 


© Art Spotter voor WATERSCHOENEN


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.