donderdag 17 december 2015

Stephanie Leblon en Ruth van Haren Noman in FELIXART (Drogenbos)



Tot 28 februari 2016
in
FELIXART
Kuikenstraat 6
1620 DROGENBOS

donderdag tot zondag: 10.30 - 17 uur

INFO www.felixart.org






In april waren we er bij toen Sofie Muller en Marjolijn Dijkman het project 'Kabinetten Felix De Boeck in gang zetten. Het verslag van die bijdrage leest u hierna:


*



Nu is het de beurt aan Stéphanie LEBLON en Ruth VAN HAREN NOMAN om op hun beurt en hun eigen manier de confrontatie met het werk van Felix De Boeck aan te gaan. Ze betrekken, net zoals in de vorige tentoonstelling, elk één zaal op het gelijkvloers terwijl de gehele benedenverdieping in de ban is van Werner CUVELIER (zie verslag op 7 december in WATERSCHOENEN).

Zowel Stéphanie Leblon (°1970) als Ruth van Haren Noman (°1975) zijn oud-studenten schilderkunst van Sint-Lucas (Gent) en laureaten van het HISK.





© Ruth van Haren Noman & Felix De Boeck


Met nu eens 'speels-vegetale' en dan weer 'strak expanderende geometrische' abstractie gaat Ruth van Haren Noman in gesprek met Felix De Boeck. Soms brengt ze je zelfs even in verwarring. Met sommige werken doet ze je twijfelen tussen haar eigen werk en dat van Felix De Boeck. Maar dan ga je intenser kijken en detecteer je haar eigen beeldtaal en kleurintensiteit.


°



© Stéphanie Leblon


Beweging is het sleutelwoord in de confrontatie tussen Stéphanie Leblon en Felix De Boeck.

De kleine tekeningen van De Boeck tegenover de grote van Leblon zorgen wel voor een heel andere wisselwerking dan in het eerste kabinet. Je moet eerst van dichtbij gaan kijken. Nochtans vragen ook de grote werken van Leblon om een gedetailleerde blik. De tekeningen van De Boeck zijn zo klein dat je ze bijna met een vergrootglas wil bekijken: dwarrelende bladeren, balletdanseressen, kronkelende draakjes,... . De 'liquid bodies' van Leblon lijken één met het water en tegelijk op te lossen tot drijvende vormen. De tekeningen zijn zo zacht dat ze onze blik volledig opslorpen.

Stéphanie Leblon vond voor deze serie inspiratie bij de Hongaarse fotograaf André Kertész, die experimenteerde met vervormingen van het fotografisch beeld doorheen allerlei materialen zoals spiegels en glas. 
Maar ook de geest van Francis Bacon en de zelfportretten van de Oostenrijkse Maria Lassnig reizen achter de schermen mee.


Ook onderstaand gedicht duikt in mijn achterhoofd op...


Een zwemmer is een ruiter


Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water, 
is liefhebben met elke nog bruikbare porie, 
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren. 

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers, 
is met armen en benen aloude geheimen vertellen 
aan het altijd allesbegrijpende water. 

Ik moet bekennen dat ik gek ben van water. 
Want in het water adem ik water 
word ik een schepper die zijn schepping omhelst, 
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn 
en toch nog eenzaam blijven. 

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn. 


Paul Snoek

uit de bundel 'Hercules' Gedichten
Brussel: Manteau (1960)





© Art Spotter voor WATERSCHOENEN

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.