zondag 29 januari 2012

Anne WENZEL en Dennis TYFUS bij Galerie Tatjana Pieters

"Les extrêmes se touchent" bij Galerie Tatjana Pieters.

Toch zijn de twee kunstenaars elk op hun manier een soort 'stoorzenders' door de wijze waarop ze hun eigen beeldvorming benaderen.
Terwijl Anne WENZEL met oerklassieke middelen (keramiek) gedesintegreerde monumenten en symbolen creëert, ontwerpt Dennis TYFUS via een veelheid aan technieken een eigen gediversifieerde beeldenwereld.

Anne Wenzel, Requiem of Heroism (Jan), 2011, keramiek

Voor Anne WENZEL (°1972) is het de derde tentoonstelling in deze galerie. Van haar vorige staat een bespreking in WATERSCHOENEN op 19 december 2009.
In de huidige tentoonstelling begroet ze ons met een nieuw werk uit de reeks 'Requiem of Heroism', waarin ze meteen behoorlijk luguber te keer gaat met een afgerukt hoofd op een schaal (Jan), tegelijk refererend aan de figuur van Johannes de Doper en aan oorlogsslachtoffers van vroeger en nu. Goya is niet veraf.

Anne Wenzel laat de rauwe kant van de geschiedenis zien. Van oorsprong Duitse, maar al een 'eeuwigheid'  in Nederland wonend, geeft ze in haar werk een indringende blik op de vernietigende kracht van het nazisme en andere, ook hedendaagse systemen die symbolen misbruiken om mensen tegen elkaar op te zetten.

Anne Wenzel, Requiem of Heroism (monument V), 2010, keramiek (detail)

In haar werk laat ze telkens weer zien tot welke desastreuze gevolgen dat leidt. Waar monumenten per definitie bedoeld zijn om het 'glorieuze' verleden te herdenken, worden die heroïsche monumenten bij haar herleid tot doolhoven van ellende. Hier heeft een storm of een oorlog gewoed, die uiteindelijk een doodse stlte op een gigantische puinhoop achterlaat.
Ze laat nog wel een toren als symbool van Speer-architectuur oprijzen uit een ingestorte wereld of een vrouw een (verfrommelde) vlag opsteken op wat overblijft van een al even symbolische zuilenstructuur. Even verder duiken twee gehavende Duitse herdershonden op, ooit symbool voor de kracht van het Duitse volk, loyaal tot de dood.
(uit haar serie 'Blood & Honour' ,2010).

Anne Wenzel combineert ambachtelijk vermogen met een onvoorstelbare zeggingskracht, maar ook theatraliteit met intimiteit. Op die manier creëert ze confronterend werk dat duidelijk maakt hoe bedrieglijk totalitaire ideeën werken en hoe ze steeds tot vernietiging leiden.

Anne Wenzel, SS (Slendid Surrender, 2011, keramiek (l)
Anne Wenzel, Blood&Honour (German Shephard 1&2), 20110, keramiek (r)

In de monumentale, recente sculptuur 'SS (Splendid Surrender)' laat ze een adelaar (of dé adelaar als symbool voor macht én onafhankelijkheid) ten onder gaan, als het ware gevangen onder een dik, gelaagd tapijt. Een technisch en vormelijk staaltje van boetseerkunst is dit werk en bovendien een totaal nieuwe fase, weg van de zwarte glazuren met enkele kleurtoetsen naar een weliswaar gehavend wit.
Maar of er nu echt licht aan het eind van de tunnel opduikt, is nog zeer de vraag. De adelaar lijkt zijn kop alweer te verheffen en zijn nagels te scherpen om alsnog in de tegenaanval te gaan. Blijft de vraag of het machts- dan wel het onafhankelijkheidssymbool het zal halen en wie daar uiteindelijk beter zal van worden.

De tentoonstelling 'Resist' is een gruwelijk mooi feest voor het oog (difficult to resist) en een oproep om te weerstaan aan de bedrieglijke symbolen van het totalitarisme.

P.S.: Tijdens de Biënnale in Venetië 2011 werd de problematiek die door Anne Wenzel uitgepuurd wordt, ook indringend aangekaart in het Poolse paviljoen ('... and Europe will be stunned'), alsook in het Servisch paviljoen.

Dennis Tyfus, Zachte dwang, 2012, geschaalde fotocollage (l)

Voor Dennis TYFUS (°1979) lijkt de wereld één grote speeltuin. Als een duiveltje uit een doosje duikt hij op in verschillende activiteiten als fotograaf, schilder, tekenaar, muzikant, collagemaker, radiopresentator,... en zoveel meer. Dennis Tyfus laat zich niet zomaar in een vakje stoppen. Hij is 'gewoon' Dennis Tyfus.

Bij Tatjana Pieters toont hij slechts een fractie van zijn veelzijdigheid, maar zorgt meteen voor een maximale impact met een vat vol tegenstrijdigheden. De installatie met de videoprojectie van de 'Vlaamse Blokfluiten...' wordt omgeven door wandhoge (340 x 230 cm) blow-ups van frapperende collages.

Dennis Tyfus is hier voor het eerst te gast. Tevoren was hij verbonden aan de galerie van Stella Lohaus in Antwerpen, die echter in maart 2011 de deuren sloot. Het werk van Tyfus paste wonderwel in de nonconformistische koers van Stella Lohaus, die als dochter van beeldhouwer Bernd LOHAUS (1940-2010) en Any DE DECKER de kunst met de paplepel meekreeg. Haar ouders waren de oprichters van de legendarische Antwerpse 'Wide White Space' die tussen 1966 en 1976 één van de meest vooruitstrevende, internationaal gerichte galeries voor hedendaagse kunst in België was, met o.a. Panamarenko en Joseph Beuys. Onlangs kreeg de voormalige galerie overigens nog postuum de Art-Cologne-Preis.

Dennis Tyfus, Leeghoofd (met uitdagende gelaatsuitdrukking), 2012,
geschaalde fotocollage (l)
Dennis Tyfus, Zachte dwang, 2012, geschaalde fotocollage (r)

Dat dus precies Any De Decker en Stella Lohaus in de video van Dennis Tyfus is dan ook geen toeval. De associatie met een schools instrument als de blokfluit zal ons misschien enigszins verwonderen. Moeder en dochter musiceren sinds enige tijd samen en spelen inmiddels klassieke stukken als deze sonate van Händel. Dennis Tyfus filmt hen vanuit een klassieke insteek tegen een achtergrond van ouderwets behangpapier.
Door de verspreide, niet simultane projectie creëert hij tegelijk een klankenkakafonie die (wonderlijk genoeg) zorgt voor 'harmonie' met de gigantische blow-ups tegen de muren. Deze fotocollages (soms met stift bijgetekend) zijn monumentaal, gestructureerd, verrassend, aangrijpend, agressief, absurd, theatraal, intimistisch, kwetsbaar, luid schreeuwend, brullend, maar vooral smekend om aandacht.

Dennis Tyfus is verhuisd naar (de) hand van galerie Tatjana Pieters en dat zullen we geweten hebben.
Spijtig dat de muren bij mij thuis slecht 2,50 meter hoog zijn.

Anne Wenzel en Dennis Tyfus
tot 26 februari 2012
bij Galerie Tatjana Pieters
Nieuwevaart 124
9000 GENT

woensdag tot zondag: 14 - 18 uur

donderdag 26 januari 2012

'The December Store' bij Jan Dhaese: kunst voor minder dan 100 Euro

THE DECEMBER STORE: buy a work of art for under 100 Euro

-------------------------------------------------------------------------------------
Curators: Vanessa Albury, Sörine Anderson, Jan Van Woensel
-------------------------------------------------------------------------------------------------

Saturday, Jan. 28th from 2-6pm
and  Sunday, Jan. 29th from 11am-2pm

Galerie Jan Dhaese, Ajuinlei 15b, 9000 Gent


Zonder Titel, 2012
potlood op papier

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Artists: Becca Albee, Tara Fracalossi, Thom Lail, Ricardo Gonzalez, Max Razdow, Jarrod Anderson, Jamie Diamond, Mary Austin Speaker, Stephan Apicella-Hitchcock, John Brooks, Paula McCartney, Stephanie West Pierce, Thale Fastvold, Meredyth Sparks, Willum Geerts, Mila Geisler, Jo-ey Tang, Jeffrey Bowers, Rachel Mason, Kirsten Simonsen, MATERIAL Press, Katy Hamer, Jennifer and Kevin McCoy,... Jesse Bransford, Jeremy Olson, Sonja Engelhardt, Vanessa Albury, Jessica Gispert, Jason Martin, Krista Knapp, David Merrit, Jennie Hagevik Bringaker, Bob Szantyr, Tom Winchester, Brianna Colburn, Carlos Reyes, Sörine Anderson, Hiroshi Sunairi, Nicholaus Typaldos, Jeanne Susplugas, Sacha Eckes, Daniëlle Luingi, William Ploegaert, Thierry Mortier, Eddy Dierckx, Kristof Van Heeschvelde, Pilots & Waves, Noah Becker, Liesbeth Marit, Hans Vercauter, Julie Hecquet, Joris Van de Moortel, Peggy Wauters, Jan Van Woensel, Bert Danckaert, Karin Hanssen, Erica Love, Joaquin Segura, Mira O'Brien, Tamara Dees, Andreas Kopp, Stephanie Leblon, Bas van den Hurk, Stéphanie Yoshiwara, Jennifer De Plu, Koen Delaere, Kari Adelaide, Gery De Smet.

 
Karin Hanssen
The Borrowed Gaze / Variation GTB
Edition consisting of two postcards presented in a cardboard handmade envelope, 2011 - 2/25
Hahnemühle Sugar Cane Art Paper, 290 g. - Archival pigment print
signed and numbered on the back
Size: framed size 10,5x14,8 cm



The December Store is a pop-up shop of artists’ multiples and affordable small works. We are inspired by Fluxus pop-up stores and the idea that anyone should be able to afford to collect art. The first December Store opened at .NO gallery in the Lower East Side, NYC (December 2011). The second Store will open at Gallery Jan Dhaese in Ghent, Belgium (January 2012).



Intussen loopt ook nog de tentoonstelling van Yves BEAUMONT...
'Landscapes & Dialogues'
Besproken op WATERSCHOENEN...

woensdag 25 januari 2012

Karel De Meester met 'A leap of faith' bij Galerie De Ziener

Karel DE MEESTER (°1955) was één van de eersten die in Galerie De Ziener tentoonstelden. Vanaf 1986 dook hij regelmatig op voor soloshows en was hij vertegenwoordigd in groepstentoonstellingen in de galerie of bij 'Van Stof tot Asse'. Tijdens de meest recente editie van die laatste was hij overigens 'monumentaal' aanwezig met zijn zwarte zuil (Uma moederhuis) in de kapel van het klooster Walfergem. Uma is in de Indische mythologie de godin van de zelfopoffering en de liefde.


India en meditatie zijn basisbegrippen in het leven van Karel De Meester. Sinds jaar en dag is India zijn geestelijke en gedurende grote delen van het jaar ook werkelijke thuis. Karel De Meester (what's in a name) is niet zomaar een meerwaardezoeker, die in India de in onze westerse wereld grotendeels verloren gegane waarden wil terugvinden. Hij is een (levens-) kunstenaar 'pur sang'.
Zijn artistieke discours is de uitdrukking van zijn geestelijke instelling. Als mens staat hij met twee voeten in de wereld, maar tegelijk is hij zich intens bewust van de immense kosmos. De drang naar het 'hogere' en de versmelting met het 'alledaagse' vertalen zich bij hem het duidelijkst in het kruis met gelijke benen. Daarin houden transcendentie en alledaagsheid elkaar perfect in evenwicht.

(c) Karel De Meester

Maar het menselijke levenspatroon verloopt niet steeds in die perfecte harmonie. Onzekerheid en chaos dringen zich op, ook in de tekeningen van Karel De Meester. Met zwarte verf, inkt, teer, vernis,... creëert hij hier op papier toch een zeer gestructureerd beeld. Door het consequent toepassen van het vierkant als drager voor zijn werken, wordt de chaos ingekapseld en de kruisstructuur extra benadrukt.

Het afbakenen en indelen van de ruimte in twee of meer dimensies is voor Karel De Meester wellicht DE essentie.

In de bespreking van zijn tentoonstelling bij 'Strictly Rabbit' in oktober 2010 probeerde ik die (toen meer-dimensionale) benadering te verduidelijken. Net zoals bij het 'Uma moederhuis' creëerde hij een ruimte binnen de ruimte, met een dialoog tussen beide tot gevolg.


(c) Karel De Meester

De titel 'A leap of faith' durf ik vertalen als 'een sprong (vol vertrouwen) in het ongewisse'. Anderen noemen het misschien 'geloven in' of 'aanvaarden van' een werkelijkheid die niet te bewijzen valt.

Tot 26 februari 2012
in Galerie De Ziener
Stationsstraat 55
1730 ASSE
vrijdag, zaterdag, zondag: van 15 - 18 uur

P.S.: Vorige jaar heeft Sofie Muller ons reeds dezelfde titel gepresenteerd. Bij haar sculptuur 'A leap of faith' (vlakbij het kasteel van Laarne) is dat het vertrouwen van de 'kinderlijke onschuld'..., maar zoals steeds bij Sofie Muller is er dat 'angeltje' of dat 'addertje onder het gras', waardoor vertrouwen toch steeds bestookt wordt door wantrouwen...

Niets menselijks is ons vreemd !

maandag 23 januari 2012

Mark MANDERS in De Canvasconnectie op CANVAS

Hebt U gisteren de uitzending over Mark MANDERS in De Canvasconnectie gemist ?

Morgen, dinsdag 24 januari om 23.40 krijgt U nog een kans.

Kijk alvast voor de trailer op:




(c) Foto: SMAK / Dirk Pauwels, 2008

zaterdag 21 januari 2012

Mekhitar Garabedian in het SMAK

Without even leaving, we are already no longer there

   is de eerste museale solotentoonstelling voor de Belgisch-Syrische kunstenaar Mekhitar Garabedian (°1977). Binnen zijn oeuvre bevraagt Mekhitar Garabedian zijn eigen identiteit en zijn plaats in een door migratie gevormde en vervormde wereld. Een complex gegeven, zo blijkt, als je weet dat de kunstenaar geboren werd in Aleppo (Syrië), hoofdzakelijk opgroeide in Beirut (Libanon) en grootouders met Armeense roots heeft.


Video 'MG', 2006

Je est un autre

In de video MG (2006) toont de kunstenaar zichzelf voor de spiegel terwijl hij zijn naam afwisselend uitspreekt in het Nederlands en het Armeens: "Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, Mekhitar Garabedian, … " Wie ben ik?

"Ik is een ander", om het met de woorden van Arthur Rimbaud te zeggen. Taal, naam en identiteit zijn in het oeuvre van Mekhitar Garabedian onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo ook een reeks Armeense woorden die de kunstenaar fonetisch neerschreef op één van de muren van het museum. Hiermee reflecteert hij over de fragiele positie van de (moeder)taal na migratie en speelt met gegevens als herinnering en geheugen. Sporen van verscheurde identiteit en onthechting ook in de neoninstallatie...
'Les mots des autres' (2011):


Ne parler qu'avec les mots des autres, c'est ce que je voudrais.

Ce doit être ça, la liberté.



Neoninstallatie 'Les mots et les autres', 2011


uit de fotoreeks 'Intimacy...' (gerealiseerd 2008 tot nu door Céline Butaye)

Subtieler maar even confronterend is een reeks foto's (gerealiseerd door Céline Butaye) die de kunstenaar in bed toont. 9 beelden, gefotografeerd over een periode van 9 jaar, op verschillende plekken, in verschillende ruimtes en verschillende bedden met alleen de slapende kunstenaar en zijn kamer als referentiepunt. Een intieme momentopname. De titel van deze fotoreeks ontleende de kunstenaar aan een gedicht van Susan Cianciolo:

Intimacy is being angry and it doesn't relate to anything or anyone

because no one is inside of you with your language to understand.


uit de fotoreeks 'Intimacy...' (gerealiseerd van 2008 tot nu door Céline Butaye)

Mekhitar Garabedian is een verzamelaar. Van herinneringen en sporen. Zijn werk verwijst behalve naar literatuur, muziek en filosofie ook naar dat van andere beeldende kunstenaarsZijn werk verwijst behalve naar literatuur, muziek en filosofie ook naar dat van andere beeldende kunstenaars. Hij citeert en reproduceert om zijn eigen identiteit vorm te geven en te bevragen. Telkens opnieuw. Here is always somewhere else.


beeld uit de tentoonstelling in het SMAK met o.a. de  'Library'
en 5 lichtbakken met foto's van Beirut.

Without even leaving, we are already no longer there. Mekhitar Garabedian, kunstenaar in diaspora. Nog tot en met 26 februari  (dagelijks van 10 tot 18u, behalve op maandag) in het S.M.A.K., Citadelpark, 9000 Gent. Info: www.smak.be

(c) Veerle De Saeger voor Waterschoenen

woensdag 18 januari 2012

Frank Van Hiel en Luc Gobyn bij Galerie c. de vos in Aalst


Een duotentoonstelling met uiteenlopende disciplines is geen unicum in galerie c. de vos.
Sinds vorige zondag mag Frank VAN HIEL met zijn abstracte 'raakvlakken' de benedenverdieping voor zijn rekening nemen, terwijl Luc GOBYN op de bovenverdieping zijn meest recente film voorstelt.

Als nieuwkomer in deze galerie past Frank VAN HIEL volkomen in de persoonlijke schilderkunstige voorkeur van de galeriste: in essentie een zuivere abstractie op basis van monochrome, sterk afgelijnde vlakken in een primair kleurenpalet... maar toch is er meer aan de hand.
(c) Frank Van Hiel, zonder titel, 2011

Een paar jaar geleden zag ik Frank Van Hiel voor het eerst opduiken. De kennismaking met zijn sobere, maar uitgebalanceerde tekeningen en schilderijen in enkele groepstentoonstellingen zorgde (niet alleen bij mij) meteen voor een positieve reactie. In dit verband verwijs ik graag naar de tentoonstelling 'Werken in gesprek' bij Villa De Olmen in Wieze. Ook vorig jaar, bij 'Een groep' in De Ziener te Asse, wist hij mij stevig te bekoren.

Zijn huidige soloshow biedt uiteraard een veel uitgebreider beeld van zijn artistiek vocabularium en dito grammatica. Om te beginnen presenteert hij een grote diversiteit inzake gebruikte materialen. Klassiek schildersdoek wordt afgewisseld met recuperatiehout, oude lijsten, papier, oude boekkaften,...
In combinatie met zijn nochtans strakke beeldtaal zorgt dat voor een 'warme' abstractie met een bijzonder hoog poëtisch gehalte.

(c) Frank Van Hiel, zonder titel, 2011

Meteen in de eerste kamer zie je links die opvallende lijst in wit en rood met daarin een in zwart papier uitgesneden (abstracte) figuur met menselijke trekken. Frank Van Hiel vond deze lijst met een foto van twee mensen. Op basis van de foto creëerde hij, door een aantal punten te verbinden, de basis voor zijn eigen 'figuur'. Het rood van de lijst zie je later terugkeren in enkele van zijn schilderijen.

Hoe strak zijn lijnen en vlakken ook mogen geschilderd zijn, toch dragen ze steeds die ambachtelijke toets van de schilder.

(c) Frank Van Hiel, zonder titel, 2011

In de kamer met de lichtkoepel wijs ik U graag op twee (in mijn ogen) opmerkelijke werken, waarin mat zwart een belangrijke rol speelt. (Is het toeval dat ik net nu over Malevitsj aan het lezen ben?)
Het eerste werk is het deels beschilderde object van de eerste foto in dit artikel (Van Hiel gebruikt geen titels voor zijn werken). Het is in al zijn ogenschijnlijke eenvoud gewoon perfect.
Het tweede (zie foto hierboven) combineert het volle, warme licht van het geel met het streng afgelijnde, lichtverslindende zwart tegen een ondergrond (een oude boekkaft) die een stuk geschiedenis etaleert.

(c) Frank Van Hiel, zonder titel, 2011

Het verwondert me dan ook niet dat Frank Van Hiel ook al eens te gast was in Huize St. Bonaventura, waar we zopas nog het 'geschiedenis-ademend' werk van Paul Bourgeois zagen.
Bovendien ontwaar ik in het werk van Van Hiel ook de artistieke geest van Mario De Brabandere, die hier overigens mee voor de accrochage gezorgd heeft.

*

Achtergrondgeluiden en muziek lokken ons naar de bovenverdieping.
Filmmaker Luc GOBYN was hier in mei-juni 2009 ook al te gast met een filmproject rond 'stierengevechten'.

Still uit film 'GRAND PALAIS deuxmilledix', (c) Luc Gobyn, 2011

Dit keer heeft hij de zolder omgetoverd to projectieruimte voor zijn kortfilm 'GRAND PALAIS deuxmilledix' (2011). Daarin wordt de opmerkelijke architectuur van het Parijse Grand Palais getoetst aan het prestigieuze wereldkampioenschap schermen dat daar in november 2010 georganiseerd werd. (Gobyn is zelf een fervent beoefenaar van deze sport).

Het gigantische Grand Palais, gelegen tussen de Seine en de Avenue des Champs-Elysées werd tussen 1897 en 1900 gebouwd naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in 1900. Het combineert klassieke stenen gevels met een opmerkelijke dakconstructie in staal en glas, in de geest van de art nouveau. De Eiffeltoren was er in 1889 gekomen.

Op de site www.grandpalais.fr kan je een virtueel bezoek brengen aan de lege tentoonstellings- en evenementenhal.
Voor zijn film vertrekt Luc Gobyn van hetzelfde uitgangspunt. Zijn scenario concentreert zich in één tekening (te zien in de tentoonstelling). De verdere interpretatie (zijn draaiboek) met getekende regieaanwijzingen presenteert hij in een glazen kast.

Still uit film 'GRAND PALAIS deuxmilledix', (c) Luc Gobyn, 2011 

De film (13'30") is uiteraard het resultaat van ettelijke uren opname en een gedisciplineerde montage.
Na een strakke start tegen een vage achtergrond van de stad, krijg je een aantal panoramische beelden van de dakconstructie vanuit kikvorsperspectief. Door de ophanging van een gigantisch doek in de grote koepel ontstaat een soort dubbele constructie, waarbij het doek als een lichtfilter fungeert. Voor het filmisch oog van Luc Gobyn levert dat ook schitterende contrasten op tussen het vlakken- en lijnenspel.
Vreemd genoeg zorgt dat in het begin van de film voor enkele (onbedoelde) rechtstreekse paralellen met de abstracte vormentaal van Frank Van Hiel in de galerie beneden.

In de film krijgen het gebouw (het dak) en de activiteit met de betrokken sporters afwisselend een rol als acteur en achtergrond of decor.
Als acteur toont het glazen dak zich quasi uitsluitend in al zijn sensuele rondingen, bovendien perfect ondersteund door de klankband met ondermeer de schitterende zangpartij van Azam Ali.
Wanneer het schermgebeuren de hoofrol overneemt, worden uit diezelfde dakconstructie vooral de strakke, rechtlijnige delen als achtergrond gebruikt.

Still uit film 'GRAND PALAIS deuxmilledix', (c) Luc Gobyn, 2011

Al dan niet gemaskerde schermers, officials, trainers,... tonen in diverse close-ups hun opperste concentratie. Zwart-wit en kleur, schermers en gebouw wedijveren met elkaar in een afwisseling van 'stills' en afwachtende beweging.

Hier herken ik dezelfde benadering als in zijn 'Spaanse' film van 2009, maar in tegenstelling tot toen (waar de film stopte vóór het stierengevecht) barst hier de kamp tussen verschillende schermers plots los om te resulteren in de VREUGDE van de overwinning. Een overwinningsroes die in werkelijkheid slechts tien seconden duurde, wordt hier vertraagd en speelt zich in STILTE af. De beelden spreken voor zich.

Still uit film 'GRAND PALAIS deuxmilledix', (c) Luc Gobyn, 2011

Eindigen gebeurt in een omgekeerde filmische beweging met een nachtelijk vogelperspectief op het dak van het Grand Palais en de Champs-Elysées. De eindgeneriek loopt dan weer tegen de sobere rechtlijnigheid van de verticale raamstructuur.

In dezelfde ruimte projecteert Gobyn ook een opname van de film met 'live' muzikale begeleiding.

De DVD 'GRAND PALAIS deuxmilledix' is verkrijgbaar in de galerie. Voor de trailer kunt U alvast een kijkje nemen op YOUTUBE.


Tot 18 februari 2012
in galerie c. de vos
Oude Gentbaan 295 - 297
9300 AALST

vrijdag - zaterdag: 14 - 18 uur
zondag: 10.30 - 13.30 uur

(c) artspotter voor WATERSCHOENEN

zaterdag 14 januari 2012

Yves Beaumont met 'Landscapes & dialogues' bij Galerie Jan Dhaese

Toen ik vorige zondag bij Galerie Jan Dhaese aankwam voor de vernissage van Yves Beaumont, was het nog even vóór het officiële openingsuur. Dat doe ik graag zo omdat ik dan zeker de kans krijg om de werken echt goed te zien. Wat later is de ruimte gevuld met mensen en dan treedt vooral het sociale aspect van een vernissage op de voorgrond. Uiteraard is ook dat belangrijk, maar het werk zelf blijft toch de kern van het gebeuren.

Zaalzicht Galerie Jan Dhaese met werk van Yves Beaumont

Het beeldend werk van Yves Beaumont is een en al verstilling, maar straalt ook een grote onderhuidse intensiteit uit. Zijn onderwerpen zijn onuitputtelijk aan 'het' landschap ontleend, maar hij weet ze met zuiver picturale middelen aan de alledaagsheid te onttrekken. Daardoor verheft hij zijn werk en zijn positie als kunstenaar 'boven het maaiveld'.

Yves Beaumont, Woods, 2012

Toch deinst hij er niet voor terug om ook zijn uitgangspunten te tonen. De twee kleine houtskooltekeningen (overigens meest recente werken in deze show) die je hier meteen bij het binnenkomen begroeten, stralen tegelijk een ontwapenende eenvoud, een groot mysterie en een innemende romantiek uit. Voor Yves Beaumont is het de manier om zijn 'verknochtheid' aan de klassieke onderwerpen, technieken en benaderingen te uiten.
Bij zijn tentoonstelling van twee jaar geleden in deze galerie gebruikte ik in verband met zijn werk ook al een archaïsch woord: 'doorwrocht'.
Als beeldend kunstenaar moet hij het niet hebben van theoretische beschouwingen, maar van het niet aflatende, gestructureerde werken in zijn atelier. In die zin is hij een klassieke kunstenaar.

Yves Beaumont, Invierno, 2008-2009

Meer dan ooit staat hij op een breuklijn in zijn composities. Zijn landschappen zoeken steeds meer de grensgebieden op. 'Coastal landscape' laat twee oppervlakken versmelten via een schuin oplopende lijn (een golfbreker?). 'Noordland' gaat voor de quasi onmetelijkheid van de (uiteindelijk toch beperkende) ruimte. Het grote schilderij 'Invierno' (2008-2009) was wellicht de voorbode, die zelfs al een stap verder ging en nog slechts een klein detail de linker zijkant van het bijna monochrome doek liet beïnvloeden.

Zijn 'oude' landschappen zijn nu onderdeel geworden van een groter geheel, dat (nog) abstracter wordt. Toch blijft hij ontegensprekelijk een man van het mentale landschap, waarin hoe langer hoe meer het volle licht zijn intrede doet.

Tot 19 februari 2012
bij Galerie Jan Dhaese
Ajuinlei 15B
9000 GENT

donderdag t.e.m. zaterdag: 14 - 18 uur
zondag: 11 - 14 uur



(c) artspotter voor WATERSCHOENEN

donderdag 12 januari 2012

Intermezzo in Galerie Tatjana Pieters

New Year's drink, finissage en artist talk (Damien De Lepeleire, Bart De Clercq, Tamara Van San)
 vorige zondag...


Damien De Lepeleire, Sraboutcha, 2004 (inkt en waterverf op papier)


'Protect me from what I want'... Damien De Lepeleire


(c) foto's: Artspotter

woensdag 11 januari 2012

Poëtische perforaties van Paul Bourgeois in Huize St. Bonaventura te Gent

Nee, U bent niet in een stripalbum van Suske en Wiske terechtgekomen. Maar de alliteratie in bovenstaande titel kon ik bezwaarlijk achterwege laten na het bezoek aan de tentoonstelling van Paul BOURGEOIS (°1941)  in de artistieke oase van Christine Adam.
Huize St. Bonaventura is een plek waar kunst en gastvrijheid centraal staan.

Na een loopbaan in het kunstonderwijs (Sint-Lucas Gent) heeft kunsthistorica Christine Adam vanaf 2006 in  haar vroegere bureau-bibliotheek "een ontmoetingsruimte voor artiesten en kunstminnende mensen gecreëerd die terzelfdertijd tentoonstellingsruimte wil zijn".

Sindsdien nodigt zij er, volgens haar eigen artistieke uitgangspunten en op het ritme van de seizoenen, kunstenaars uit die hier 'groots klein werk' tonen dat balanceert op de grens tussen uitgepuurde figuratie en evenwichtige abstractie.

Zaalzicht Huize St. Bonaventura       (c) Paul Bourgeois

Dat ze in de lente van 2006 gestart is met Dan Van Severen (1927-2009) hoeft ons dan ook niet te verbazen. Jaar na jaar is ze op de ingeslagen weg verdergegaan. Ik citeer slechts enkele kunstenaars die ook in Waterschoenen (sommige meermaals) aan bod kwamen: Nicoline Van Stapele, Paul Gees, Luc Claus, Mario De Brabandere, Etienne Van Doorslaer, Frank Van Hiel, Wim Nival,...

Met de komst van Paul BOURGEOIS leg ik vooral de link naar Mario De Brabandere in de bovenstaande rij en kan ik bovendien niet nalaten te denken aan de kleine assemblages van Camiel Van Breedam.
Toch is Paul Bourgeois onmiskenbaar zichzelf.

De schijnbaar minimale behandeling van 'banale' materialen die hij hier toont, is een artistieke benadering die mij bijzonder nauw aan het hart ligt. Karton, papier, bladlood, zink, linnen, gelakt behangpapier, oude boekjes, afgescheurde affiches,... hebben allemaal al minstens een paar levens achter de rug vooraleer de kunstenaar ze in zijn grotendeels tweedimensionale, minimale assemblages als 'grondstof' gebruikt.


(c) Paul Bourgeois

Hij werkt tegelijk met het oog van een schilder (tenslotte is hij ooit in de afdeling Schilderkunst van het Hoger Instituut Sint-Lucas te Brussel opgeleid), maar weet ook op een perfecte, sculpturale manier de verschillende volumes (of vlakken) tegenover elkaar af te wegen. Bovendien schuilt in hem tegelijk de archeoloog, die op zoek gaat naar 'historische' voorwerpen en materialen om een stuk verleden te vrijwaren en te verklaren met het oog op een nieuwe toekomst.

Maar er is meer in dit werk. Wie nog dichterbij kijkt, ontdekt de 'poëtische perforaties' die telkens terugkeren. Het lijkt wel of Paul Bourgeois in een soort blindenschrift een aantal 'teksten' toevoegt. De minimale perforaties zijn blijkbaar telkens vanaf de achterkant stuk voor stuk met een els of spijker gemaakt. Het ambachtelijke aspect is hier een onmiskenbare troef. De oppervlaktewerking in een opeenvolging van puntjes (of gaatjes) in horizontale lijnen boven elkaar, zorgt voor een levendige, maar sterk gestructureerde bladspiegel.


(c) Paul Bourgeois

In verband met dit werk is het woord 'gelaagdheid' meer dan ooit op zijn plaats. Bovendien laat de kunstenaar onze interpretatie volkomen vrij. Hij zadelt ons welbewust niet op met beperkende titels. Elk werk draagt simpelweg de initialen PB, gevolgd door een nummer.

'Die Gedanken sind frei'

*
De tentoonstelling loopt nog tot 22 januari 2012
in
Huize St. Bonaventura
Provenierstersstraat 51
9000 GENT

zaterdag: 15 - 19 uur
zondag: 11 - 19 uur

(Huize Bonaventura is gelegen in het voormalige begijnhof Sint-Elisabeth in de buurt van het Rabot)


Elk werkjaar wordt afgesloten met de voorstelling van een bibliofiele uitgave.
Op 29 januari (11 - 19 uur) volgt de voorstelling van het zesde boek ..... 'VIER', met citaten en originele creaties van Marc Angeli, Alex Michels, Dave Meijer en Paul Bourgeois, die het voorbije tentoonstellingsseizoen aan bod kwamen. Ook in het weekend van 4 (15 - 19 uur) en 5 februari (11 - 19 uur) is er nog kans om het boek en de beperkte tentoonstelling van de 4 betrokken kunstenaars te bekijken.

De komende lente kondigt nieuwe artistieke geluiden aan...

(c) artspotter voor WATERSCHOENEN

vrijdag 6 januari 2012

WUNDERKAMMER, hedendaags curiositeitenkabinet in de Brusselse 'Botanique'


Vreemde vogels dezer dagen in de Botanique in Brussel.

De expo-ruimte van het Museum op het gelijkvloers werd letterlijk omgetoverd tot een laboratorium met werken van een twintigtal hedendaagse (Belgische) kunstenaars. Op het eerste zicht een zootje ongeregeld bij elkaar: opgezette dieren, getatoeëerde schedels, met draden omwikkelde mensenbeenderen, afschraapsels van de hoorn van de eenhoorn, bizarre vlinders en insecten, monsters en creaturen. Een exotische verzameling fantasia, zeg maar, in een donkere kamer verlicht met glazen kroonluchters.


Roberto Kusterle, een beetje mens een beetje vis (foto)

De eerste werken die je als bezoeker te zien krijgt, zijn een reeks zwart-wit foto's van Roberto Kusterle die een bevreemdende metamorfose tussen mens en natuur evoceren. Beelden van hybride mythische wezens, een beetje mens, een beetje vis, een beetje vogel, een beetje octopus, een beetje insect. In de grote zaal ontpopt zich plots een exuberante wereld van kunst en curiosa. Een wonderkamer.

Ulrike Bolenz, fillebellules (foto VDS)

Bijzonder zijn de getormenteerde aardcreaturen van Alexandra Leyre Mein, de vermonsterde en gemineraliseerde heiligen en bengelen van Sofi Van Saltbommel en de goddelijke mislukkingen van Vincent Solheid. Ontwapenend zijn de met militaire insignes getooide vlinders van Pascal Bernier, net als zijn opgezette, verbonden accidents de chasse en de feeërieke, licht-erotische fillebellules van Ulrike Bolenz. William Sweetlove's Noah dierenkoppeltjes en Éric Croes zeemonsters zijn kitscherige miniatuurwondertjes. Top of the bill is ongetwijfeld Jan Fabre's Skull of de verbeelding van de jaloezie: een doodskop van groene juweelkevers, met een opgezette papagaai in de mond. Hoe wreed kan schoonheid zijn?

William Sweetlove, red warthogs on the beach (foto VDS)


Jan Fabre, skull

Net op het hoogtepunt van deze fantastische kunsttrip, herinnert Wim Delvoye ons aan onze sterfelijkheid met Verrot lichaam en zijn ketens in glas-in-lood.


"Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren"


Beeld uit de tentoonstelling met o.a. Wim Delvoye's lood-in-glas

Een Wunderkammer met hedendaagse accenten. Bewonderenswaardig, nog tot en met 29 januari, from dusk till dawn.


Beeld uit de tentoonstelling met o.a. Wim Delvoye's lood-in-glas

Expo Wunderkammer. Hedendaags curiositeitencabinet, van woensdag tot zondag 12 tot 20u in Botanique, Koningsstraat 236, Brussel. Met werken van: Pascal Bernier, Ulrike Bolenz, Charley Case, Éric Croes, Wim Delvoye, Laurence Dervaux, Olivia Droeshaut en Yves Dethier, Jacques Dujardin, Jan Fabre, Alessandro Filippini, Manu Geerinck, Roberto Kusterle, Alexandra Leyre Mein, Jean-Luc Moerman, Michel Mouffe, Vincent Solheid, William Sweetlove, Bénédicte van Caloen en Patrick van Roy, Sofi van Saltbommel.

(c) Veerle De Saeger voor 'Waterschoenen'

maandag 2 januari 2012

Kennismaking met Tamara Van San naar aanleiding van een atelierbezoek

Midden 2006 verhuisde ik van mijn dorp A naar mijn huidige woonplaats Aa. Op datzelfde ogenblik studeerde Tamara VAN SAN af in Sint-Lucas te Antwerpen. De voorbije vijf jaar zette ze een opmerkelijk origineel oeuvre neer en volgde ze een uitgebalanceerd maar ambitieus tentoonstellingsparcours.
Sinds maart 2011 woont en werkt ze in het dorp A, dat ik in 2006 verliet.

In februari 2010 dook Tamara VAN SAN (°1982) voor het eerst op in 'WATERSCHOENEN', naar aanleiding van de groepstentoonstelling 'Chipka' in Kunstencentrum Netwerk te Aalst. Daar pakte ze toen onder andere uit met een verrassend felroze, lichte, expanderende sculptuur: 'The wandering tuba method'. In diezelfde periode maakte ze met een gelijkaardige en gelijknamige 'zwevende' sculptuur haar opwachting in de moeilijke, hoge en smalle 'Kunst NU' ruimte van het Gentse SMAK.

 
In de beide sculpturen zijn vorm, kleur, licht en 'beweeglijkheid' de basiselementen. De materialen waarmee Van San hier werkt, zijn van een verbazende eenvoud: met polyurethaanschuim gevuld nylon hangt om en rond betonijzers, die op hun beurt aan haken op de muren of het plafond bevestigd zijn. 'The wandering tuba method' is zowel het resultaat als de methode om het werk te creëren.

Bij 'wandering' verwijst het verklarend woordenboek naar 'to wander' (= move about without a definite destination or purpose - noem het gerust 'flaneren'), terwijl ik bij 'tuba' zowel aan het muziekinstrument als aan 'tube' in de betekenis van pijp, leiding,... denk.

Haar grote sculpturen zoals deze laat ze in quasi eindeloze vormen door de ruimte wandelen. Ze maakt in dit verband wel eens de vergelijking met muziek en meer bepaald met jazz. Zelf durf ik die muzikale link doortrekken naar de minimale en zelfs de meer melodieuze experimenten van iemand als Wim Mertens. Vergelijk het eventueel ook met populaire muziek, waarvan je de tekst van de liedjes niet begrijpt of zelfs niet opmerkt, maar meedrijft op de golven van de melodie.
Bovendien schiet mij een uiterst klassieke poëtische verwijzing te binnen met het gedicht 'The Daffodils' of 'I wandered lonely as a cloud' (begin 19de eeuw) van William Wordsworth. Net zoals in de opeenvolgende strofen bij het gedicht van Wordsworth kan je bij deze sculpturen een gradatie in de (kijk)ervaring bereiken, van verrassing over verkenning naar blijvende herinnering.
 

Wie op zoek is naar klassieke sculpturen, is bij Tamara Van San nochtans niet op het juiste adres, maar wie bereid is mee te stappen in beelden die tegelijk authenticiteit en autoriteit inhouden, mag gerust zijn: dit worden klassiekers. Ze staan meteen op je netvlies gebrand, intrigeren, laten je niet meer los, werken 'verslavend'. Het beeldend werk van Tamara Van San is, door zijn uitgesproken karakter, misschien wel van die aard dat je voor of tegen bent, maar het laat je hoe dan ook niet onberoerd.

Haar sculpturen gaan in wezen over vormen op zich en de manier waarop ze door materiaalkeuze en technische verwerking tot die vormen komt. Die vormen worden grotendeels ingekapseld en in toom gehouden door een 'huid', maar er is ook ruimte voor onvoorziene 'ontsnappingen'.

Mogelijke associaties ontstaan (of 'vormen' zich) pas achteraf in de hoofden van de toeschouwer. Haar doel is "iets te maken waarin anderen iets kunnen zien", zonder de toeschouwer bewust in een richting te duwen. Titels geven een aanzet, maar willen geenszins de denkruimte beperken.



Begin 2010 stond een andere grote, kleurrijke sculptuur (The Motley Crew) van Tamara Van San vlakbij het Braempaviljoen in het Antwerpse Middelheimmuseum. Ik was in het museum voor de tentoonstelling 'Fragiel' toen ik het ontdekte.
'The Motley Crew' staat als betekenis voor een gediversifieerde, ongedisciplineerde groep. De uitdrukking wordt dikwijls in verband met een groep piraten gebruikt. Verder verwijst het woord 'motley' naar een kledingstuk vervaardigd in twee of meer kleuren.
Deze hangende sculptuur draagt de beide betekenissen mee. Toch is ze in vergelijking met 'The wandering tuba method' vrij statisch, doordat ze aan één punt opgehangen is. Haal dit werk van zijn statief en laat het uitwaaieren tot een gigantische wandelsculptuur in het park of in het Braempaviljoen. Maar ja, tussen droom en daad staan wetten in de weg (en in dit geval veeleer) praktische bezwaren, zoals Willem Elsschot het in 1923 reeds zo kernachtig (en in een totaal ander verband) uitdrukte. Alhoewel ?

Toen ik afgelopen zomer in Venetië het Palazzo Grassi bezocht en in de collectie van Pinault het gigantische, kleurrijke werk 'Contaminação' (2008) van de Portugese kunstenares Joana Vasconcelos de hele traphal zag innemen, dacht ik onvermijdelijk aan Tamara Van San. De kleurrijke kronkelingen van Vasconcelos zijn echter veel maniëristischer dan de eruptieve minimalistische benadering van Van San, die vooral de vorm in toom houdt, maar toch ook ruimte laat voor impulsieve erupties van materie.

 
Net op het moment dat je denkt vat te krijgen op de beeldentaal van deze kunstenares, duikt er weer een nieuwe vorm, een nieuwe benadering op. Ik probeer een aantal constantes vast te stellen.
Haar grote werken fungeren als in de kamer of de open ruimte expanderende vormen, terwijl haar kleine sculpturen veeleer 'objecten' op zich zijn, deels in zichzelf gekeerd, maar soms ook met een expansieve drang. (Tussenin situeer ik de draadsculpturen, waarover straks meer.)
Een tweede vaststelling is het uitbundig kleurgebruik.
Ze laat zich in haar nog jonge oeuvre niet in één vakje stoppen, staat voortdurend open voor nieuw vormelijk en technisch experiment, maar toont toch telkens een heel eigen artistiek gezicht.
In de kleine werken is de veelzijdigheid bijzonder groot. Nu eens plooien ze zich op zichzelf terug, een andere keer tarten ze de wetten van de zwaartekracht, terwijl ze er in een volgend werk geheel aan toegeven. Keramiek lijkt na een perfecte opbouw plots 'vernield' tot wat uiteindelijk in een boeiende vorm uitmondt.
 

Naar aanleiding van de tentoonstelling 'XANADU' in het SMAK werkte Tamara Van San samen met curator Hans Theys aan de opstelling en leverde zelf bijdragen in de vorm van enkele wandsculpturen, die blijk gaven van een ongekende frisheid en een 'heruitvinding van de beeldhouwkunst'. Opvallen en standhouden in het gezelschap van kleppers als Panamarenko, Marcel Broodthaers, Joseph Beuys en Bruce Nauman leek ons overigens al een prestatie op zich.

 

In mei 2011 verscheen Tamara Van San eindelijk weer in 'Waterschoenen'. In de door Reniere&Depla schitterend geregisseerde groepstentoonstelling 'La part des anges' in Villa De Olmen te Wieze, toonde ze enkele opmerkelijke wandsculpturen.

 
Tijdens de zomer van 2011 maakte ze een ge(s)laagde installatie in het huisje 'De rode hoed' in Watou.
Toen ik begin december in Galerie Tatjana Pieters binnenkwam, waande ik me meteen weer in Watou, dankzij de in situ gerealiseerde hangende draad- en gipssculptuur hoog in de nok van de galerie. Maar ook haar kleine sculpturen (van minimaal tot eruptief) hielden me bij de les.

De draadsculpturen, waarvan het betonijzer in 'The wandering tuba method' en 'The Motley Crew' als drager of geleider fungeerde, zijn nu volwaardige, ruimte-omschrijvende beeldhouwwerken geworden. Haar 'Mandorla' bij Galerie Tatjana Pieters is een voorbeeld van de schijnbaar achteloze manier waarop ze in één vloeiende beweging een evenwicht creëert tussen vorm en omgeving. 
Een vorm als deze kan perfect op zichzelf staan: vorm als middel en als doel. Het toekennen van een titel kan voor de toeschouwers een aanzet tot verdere bedenkingen zijn.
Zelf stond ik bij de 'Mandorla' in gedachten al snel op de heuvel van Vézelay in Bourgondië en stapte de Madeleinebasiliek in met haar gebeeldhouwde bijbel voor het gewone volk. 

 
Tamara Van San laat zich niet vastpinnen op één werkmethode en ze is als beeldhouwer duidelijk niet bang haar handen vuil te maken: gips, textiel, verf, kunststof, ijzer, klei, glazuur,... zijn uitdrukkingsmiddelen die ze graag gebruikt. In 2012 gaat ze zich in Nederland verder toeleggen op keramische technieken. Ik ben benieuwd naar de resultaten.
 *
Voor een eerstvolgende ontmoeting met haar werk kunt U alvast vanaf 22 januari 2012 naar Galerie EL in Welle (Groepstentoonstelling 'A Whitsun Wedding').

*
'Alles' wat U verder over Tamara Van San wilde weten, maar nooit hebt durven vragen, staat...

 
© Artspotter voor WATERSCHOENEN