
*
Het paviljoen van architect Renaat Braem (1910-2001) achteraan in het park ging pas in 1971 open. Sindsdien is het de plaats waar kleine, fragiele of minder weerbestendige beelden opgesteld worden of waar tijdelijke tentoonstellingen plaatsvinden.
Hier zag ik ooit werk van Vic Gentils (die andere grandioze assemblagekunstenaar), ontmoette ik die kleine 'Fluitspeler' van Ernst Barlach, die fantastische zwarte kast met keramieken figuurtjes van Pierre Caille of die bronzen herinnering aan een vers van Petrarca door Alik Cavaliere, een subtiel wassen kinderhoofdje van Medardo Rosso of de hyperrealistische 'Jongen op stoel' van Kurt Trampedach...

De cryptische titel van deze tentoonstelling '7² x 2' laat zich vertalen als een verzameling van 49 x 2 = 98 werken, verdeeld in groepen van 7 eenheden rond bepaalde thema's.
*
In de buurt van het Braempaviljoen staat zijn grote 'Zonnewagen' (1974) die tot de vaste collectie van het museum behoort. Vlakbij de ingang worden we begroet door zijn 'Boom van Soutine' (2000), die we overigens ook binnen als schaalmodel terugvinden.

De uitmuntende klaarheid van de affiche zullen we zo meteen ook vertaald zien in de opstelling van deze prachtig 'geregisseerde' tentoonstelling. Het mag duidelijk zijn dat hier een wisselwerking tussen het gebouw en de kunstwerken tot stand gekomen is. Door de strakke opstelling van de tafels met objecten lijkt de ruimte groter geworden. Zowel het werk van de architect als dat van de kunstenaar komen verrijkt uit deze onderlinge confrontatie.

Maar Van Breedam is vooral het prototype van de assemblagekunstenaar die met een minimum aan materialen en ingrepen een maximale zeggingskracht weet te bereiken.

Hij gebruikt enkel afgedankte materialen en creëert daarmee objecten die balanceren tussen minimalisme, arte povera en pure poëzie.
De recente constructies (2007-2008) (helemaal achteraan) met houten latjes voor te bepleisteren plafond- of muurconstructies uit oude huizen, verenigen op perfecte wijze deze drie invalshoeken.

*
Van Breedam creëert objecten die er soms uitzien als huizen, maar dan zonder deuren of met ondoorzichtige ramen. Ze zijn met andere woorden onbewoonbaar. Hooguit ontwerpt hij een ruimte, een boog waar je onderdoor zou kunnen lopen, maar zijn trappen maakt hij dan weer ontzettend steil en de treden te ongelijk om bruikbaar te zijn.


Laten we eindigen met de openingszin van een gedicht door Paul Snoek: 'Als ik geen rood meer heb...'. Bij Van Breedam is dat blijkbaar nog lang niet het geval, temeer daar hij er in zijn beeldend werk zeer karig mee omgaat!
*
Copyright beelden: Camiel Van Breedam
*
www.camielvanbreedam.com
*****
Nog tot 20 december van 10 tot 17 uur
maandagen en 1 november gesloten
in het Braempaviljoen
MIDDELHEIMMUSEUM
Middelheimlaan 61
2020 Antwerpen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten