Wanneer ik op 31 maart 2018 door de dreef naar het kasteel van Gaasbeek wandel, denk ik terug aan een bezoek van bijna 7 jaar geleden voor de tentoonstelling 'Sleeping Beauties'.
Op 30 september 2011 opende de bespreking van de tentoonstelling in WATERSCHOENEN met onderstaande tekst:
"Het huidige uitzicht en de inrichting van dit schitterende lustoord is vooral te danken aan de van oorsprong Franse Marie Peyrat (1840-1923), die door haar huwelijk met Giammartino Arconati Visconti in 1873 de enige echte Markiezin van Gaasbeek werd. Toen haar man een goeie twee jaar later overleed, bleef ze bovendien achter als een steenrijke, niet al te bedroefde weduwe.
Naast paleizen en villa's in Italië werd het kasteel van Gaasbeek haar optrekje waar ze het liefst van al vertoefde. Met een ongelooflijke gretigheid en dito kapitaal liet ze dit kasteel restaureren en herinrichten.
Hoe dan ook is het resultaat meer dan ooit een prachtig kader. Marie Peyrat schonk het in 1921 aan de Belgische Staat. Sinds 1980 is het beheer in handen van de Vlaamse Gemeenschap, die er op een meer dan voortreffelijke wijze zorg voor draagt.
Het domein met wandelpark, bos en kasteel is een groene, historische en artistieke publiekstrekker op een boogscheut van Brussel."
Later konden we met WATERSCHOENEN ook nog verslag uitbrengen van andere tentoonstellingsprojecten:
Op 1 april is het kasteel van Gaasbeek weer uit zijn winterslaap ontwaakt. Tot 4 november kunnen bezoekers in groten getale toestromen. Tijdens de voorbije wintersluiting zijn opnieuw volop plannen uitgewerkt voor tentoonstellingen en activiteiten.
Reeds in 2008, met het project 'Markiezin zkt. Kunst' werd gekozen voor de integratie van hedendaagse kunst in het historische kader van deze opmerkelijke site.
Vanaf 2011 werd met 'Sleeping Beauties' die wisselwerking volop uitgespeeld.
Met de tentoonstelling 'VANITY FAIR' (i.s.m. het Ropsmuseum) start het seizoen 2018 in het teken van VANITAS.
(De titel verwijst ook naar de gelijknamige roman van William TACKERAY.)
Tijdens de zomermaanden volgt dan een herneming van Erwin OLAF's 'Exquisite Corpses' uit 2012 en vanaf september komt Cindy WRIGHT langs met haar fotorealistische schilderijen waarin verval en vergankelijkheid een leidmotief zijn.
Maar nu is het dus tijd voor de confrontatie tussen Thomas LEROOY (°1981) en Félicien ROPS (1833-1898) of hoe gelijklopende thema's en visies behandeld worden door een kunstenaar uit de 21e en een andere uit de 19de eeuw.
Thomas Lerooy, Over and over, 2009
Buiten, links van de toegangsdeur, confronteert Lerooy ons in 'Over and over' al met zijn beeldende ideeënwereld. in de bovenstaande sculptuur bundelt hij een hopeloos gevecht tussen kracht en passiviteit. Beeldhouwkunst met klassieke middelen (brons) in eigenzinnige combinaties... dat is het handelsmerk van Thomas Lerooy. Maar ook zijn (in wezen) sculpturale tekeningen vormen een onbetwistbaar onderdeel van zijn oeuvre.
Voor een hedendaagse kunstenaar, die vertrouwd is met de strakke 'white cube' van de galerie of het museum, is de confrontatie met een drukke, historisch geïnspireerde ruimte zoals dit kasteel zeker geen evidente opdracht.
Thomas LEROOY heeft zich in de opeenvolgende zalen niettemin op meesterlijke wijze van zijn taak gekweten.
De BEZOEKERSGIDS bij deze tentoonstelling begeleidt u op uw wandeling door de talloze kamers.
Eenmaal binnen maakt Thomas Lerooy zich meester van de ruimte, zonder evenwel de omgeving of het werk van zijn 'compagnon de route Rops' uit het oog te verliezen.
De kleine, maar sublieme werken van Rops vormen soms letterlijk en figuurlijk de achtergrond voor de meestal centraal geplaatste sculpturen of gekleurde 'tekeningen' van Lerooy. Een andere keer lijken de rollen omgekeerd en trekt Lerooy zich terug in een hoekje van de kamer. Uiteindelijk fungeren ze als gelijkwaardige gesprekspartners.
Het referentiekader waarbinnen de beide heren werken, wordt al snel duidelijk. Net zoals Rops durft Lerooy zonder schroom roeren in de poel van decadentie en tegengestelde waarden binnen het menselijk bestaan. Begrippen als hypocrisie, opportunisme, vluchtigheid, wedergeboorte, schone schijn, verval, provocatie,... zijn nooit ver weg.
Natuurlijk leggen ze elk hun eigen klemtonen.
Félicien Rops, L'appel aux masses
Voor Thomas Lerooy is de uitvoering van zijn sculpturen in traditionele materialen (brons) van het allergrootste belang, al vraagt de toeschouwer zich meer dan eens af of daar nu een echte gele bal op de vensterbank ligt of wat doet die emmer met 'kleiafval' en een palmboompje (Phoenix, 2017) daar in die donkere hoek naast de vitrines met etsen van Rops staat te doen.
In de galerijzaal ('2' in de bezoekersgids) zorgt Thomas Lerooy met 'Embrace' (2015) via deconstructie en herpositionering van twee lichamen voor een nieuwe verbondenheid, een 'innige acrobatische omhelzing', die door schijnbaar echte (blauwe en gele) plakband benadrukt wordt.
Aandacht voor detail toont zich ook in de manier waarop hij zijn werk met de omgeving laat dialogeren door te spelen met corresponderende hoogte van de onderste sokkel en de centrale opstelling in de ruimte.
Thomas Lerooy, Speaking in Tongues, 2014
Ook in de Egmondkamer maakt Thomas Lerooy optimaal gebruik van de omgeving voor de presentatie van zijn sculptuur 'Speaking in Tongues' (2014). Ook hier vloeien de niveaus in elkaar over en laat hij het spaarzame tegenlicht meespelen.
Een klassiek-Griekse, naakte jongeman waaruit talloze flessen met een vreemde substantie (of zijn het 'sensuele tongen') groeien, lijkt ook hier weer te verwijzen naar wegvloeiende kracht die tot passiviteit leidt.
Ik denk onvermijdelijk aan Dali's 'Venus van Milo' met de laden of het met pijlen doorboorde lichaam van Sint-Sebastiaan. Dat laatste thema komt overigens later nog aan bod in de gedeconstrueerde sculptuur 'St.-Sebastiaan. Falling apart together' (2011).
In de volgende kamer toont Lerooy een zeer grote tekening: 'Odalisk' (2016). Daarmee voert hij een dialoog tussen sculptuur en tekening. In een mix van traditionele teken- en schildertechnieken zet hij een klassiek thema binnen de kunst neer. In de uitwerking toont hij zijn gigantische stielkennis in functie van een doorgedreven fantasie en oog voor symboliek.
Hij tekent nooit op nieuw papier, maar steeds op bladen die al een leven achter de rug hebben en brengt die hier als een puzzel samen tot een groter geheel.
Thomas Lerooy, Odalisk, 2016
Maar neem nu eerst de tijd voor een aantal grafische werken van Rops in een klein kabinet. Wij lieten ons vooral verleiden door 'La mort qui danse' en 'Les cousines de la colonelle'.
Félicien Rops, Les cousines de la colonelle
Wij gaan nu het hoekje om (letterlijk dan). Verlies in het gangetje het campagnebeeld van deze tentoonstelling 'Vanity fair' door Thomas Lerooy niet uit het oog.
Thomas Lerooy, Mother and Child, 2011
Met de grote 'gespleten' dubbelsculptuur 'Mother and Child' (2011) centraal voor het bed in de Gotische kamer levert Lerooy alweer een beladen beeld af. Uit de gespleten moederfiguur, waarvan de twee delen toch nog verbonden zijn, strekken zich armen uit die ballonnen vasthouden. Deze letterlijke kruising tussen een piëta en een Christusbeeld belichaamt tegelijk de drang naar een kind en de wederzijdse angst elkaar ooit te moeten loslaten.
De 'Etude pour la tentation' van Rops op de schouwmantel is het 'stoute' antwoord van Rops. Een wulpse naakte vrouw is in de plaats van Christus aan het kruis genageld.
In de volgende kamer legt de sculptuur 'Obelrisk' (2007) het verband met de witte obelisk (symbool van macht) op de tafel.De opeengestapelde hoofden van Romeinse generaals, filosofen en kunstenaars wiens invloed verdwenen in de plooien van de geschiedenis. Ze zijn veroordeeld tot elkaar, oor tegen oor.Hun macht en invloed is onbestaande. Op de top van deze 'Obelrisk' ligt een toefje slagroom... of is het toch gewoon vogelpoep...(?)
Volop tijd voor Félicien Rops in de archiefzaal. In de archiefkasten kunt u perfect inzoomen op de kleine, perfect uitgewerkte prenten van de Meester uit Namen. Neem nu 'La sieste' dat, op de naakte dame na, helemaal de sfeer van deze archiefzaal ademt.
Schijnbaar achteloos vergeten in een hoek staat 'een emmer met kleiresten' uit het atelier van Thomas Lerooy. We vernoemden het reeds eerder. 'Phoenix' (2017) is een bronzen sculptuur. Uit de atelierresten groeit straks weer nieuw werk. Het palmboompje is daar alvast de voorbode van.
En dan ligt daar op de vensterbank dat bronzen vogeltje in die plat geknepen gele bal. 'Fall for gravity' (2017) is eens te meer een bedrieglijk echte bronzen sculptuur.
Thomas Lerooy, Fall for gravity, 2017
Maar onze wandeling is nog lang niet rond.
In de volgende kamer voert Thomas Lerooy zijn indrukwekkende serie 'putti' op. Ze dragen de voornamen van bekende Belgische kunstenaars en presenteren zich als provocerende (b)engeltjes. René, James of Marcel voelen zich ongetwijfeld thuis in hun rol.
De halfronde Ridderzaal weet Lerooy met één sculptuur tot de zijne te maken.
'Need in me' (2010) is eens te meer de verpersoonlijking van zijn filosofie, zijn werkwijze, zijn beeldend vermogen. Vanuit de gang zie je al de man die in zijn eigen (grote) hoofd leeft.
Anoniem, Chimère & Félicien Rops, Pornocratès
Het meest bekende beeld van Félicien Rops is ongetwijfeld 'Pornocratès'.
Tot 13 mei 2018 loopt in het Museum Rops (Namen) een tentoonstelling rond de verschillende stadia van deze iconische prent. Wij gaan alvast een kijkje nemen en brengen binnenkort verlag uit in 'WATERSCHOENEN'.
De wisselwerking met de bronzen 'Chimère' (Anoniem ca.1900) vlakbij de prent van Rops zorgt onmiskenbaar voor een extra dimensie.
In de volgende kamer onthouden we het subtiele 'Seduction of Destruction' (2014), waarin doodgewone flessen, gouden asperges en de overwinning van het leven op de dood een rol spelen.
Nu wacht ons nog het appartement van Marie Peyrat, de 'Markiezin van Gaasbeek'.
In de rode kamer zet Thomas Lerooy de wereld van Marcel Duchamp op zijn kop. Hij haalt de 'Fountain' van Duchamp uit de conceptuele context en gebruikt het 'pissijn' als mal of sokkel voor zijn eigen sculptuur. Ik laat u het resultaat graag zelf ontdekken.
Met 'Le gandin ivre' en andere prenten evoceert Rops perfect de sfeer van het boudoir.
Marie Peyrat kan voortaan slapen in het gezelschap van Thomas Lerooy. De tekeningen rond haar bed kunnen wel eens voor minder zoete dromen zorgen, maar gezien haar speelse reputatie zal ze daar wellicht weinig last van hebben.
In het bad zal ze zich misschien iets minder op haar gemak voelen, vanwege die twee putti met hun kussende doodshoofden in het midden van de kamer (Thomas Lerooy, The Kiss, 2010).
Maar gelukkig is daar ook het speelse, stoute prentje 'Hypocrisie' van Rops.
U bent nog niet verloren gelopen in dit kasteel? Wees gerust, op tijd en stond ontmoet u een support die u het volgende gangetje of de volgende kamer toont. Vroeg of laat geraakt u weer buiten in de schitterende binnentuin.
Eindigen doen we graag met het motto van Marie Peyrat:
Un seul désir.
Wij verlangen zeker nog naar een rondje Gaasbeek bij een volgend project. We hebben ook zin om het werk en het tentoonstellingsparcours van Thomas Lerooy verder te volgen. We kijken er bovendien naar uit om nog eens naar het Ropsmuseum in Namen te gaan. Tot slot hebben we veel 'goesting' om weer af en toe eens wat te schrijven over het rijke tentoonstellingsleven.
P.S.: Thomas Lerooy kwam reeds in 2014 aan bod in WATERSCHOENEN, naar aanleiding van tentoonstellingen in 'Maison Particulière' (Brussel).
*
Voor alle info inzake duur, openingsuren, toegangstickets,...
Voor meer informatie over het Kasteel van Gaasbeek
www.kasteelvangaasbeek.be
© Art Spotter / Waterschoenen
© Art Spotter / Waterschoenen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten