Zoeken in deze blog

vrijdag 29 april 2011

Kennismaking met Sofie Muller naar aanleiding van een atelierbezoek in Gent

Zowat een jaar geleden stond ik, na een uitgebreide wandeling langs de quasi ontelbare standen op Art Brussels, plots oog in oog met een wonderlijke sculptuur (een beetje vereenzaamd aan de buitenkant op de stand van Galerie Geukens&De Vil). Nu ja, oog in oog is in verband met deze sculptuur een nogal ongepaste uitdrukking.

Op een vierkante sokkel met dambordmotief staat een jongensfiguur met korte broek, zwarte schoenen en witte kousjes. Tot daar lijkt alles gewoon, ware het niet dat van het bovenlichaam enkel een half verbrande torso overblijft.

Een ‘vreemde ontmoeting’ is hier als omschrijving zeker op zijn plaats, maar toch zorgde het niet voor een beangstigende ervaring. Het beeld liet me echter niet meer los en tot vandaag staat het op mijn netvlies ‘gebrand’.

De kunstenares achter deze sculptuur bleek Sofie MULLER (°1974) te zijn. ‘Oscar’ (2010) is een sculpturale combinatie van gepatineerd brons en verbrand hout.

Enkele maanden later ontmoette ik, door toedoen van een gemeenschappelijke kennis, Sofie Muller tijdens een boekvoorstelling in het SMAK. Toen we elkaar in januari van dit jaar tijdens de nocturne in de Antwerpse galeriebuurt van het Zuid opnieuw ontmoetten, leek de tijd rijp om een afspraak voor een atelierbezoek te maken.

Een paar weken geleden stond ik bij Sofie Muller op de stoep in het Gentse Prinsenhof. In haar geklasseerde en dus historisch niet onbelangrijke woning heeft ze, met haar partner en dochter Anna (die ze overigens in 2007 vereeuwigde in een schitterende witte sculptuur) sinds enige tijd een onderkomen gevonden. Bovendien werd hier ook woon- en werkruimte gecreëerd voor andere (niet toevallig artistieke) bewoners.


'Wanabe' in mini-versie (c) Sofie Muller

Dit woonhuis met roots in de achttiende eeuw, kwam in 1858 in het bezit van Baron Jean-Baptiste Bethune, de man die de neogotiek in België lanceerde en de Sint-Lucasscholen stichtte. De band met de kunst en de kunstgeschiedenis is hier dus heel stevig verankerd.

Sofie Muller neemt me meteen mee voor een verkenning van het huis. Vanuit de grote inrijpoort met doorgang naar de achterliggende tuin en de voormalige paardenstallen, kom je in de tussenhal, die voor- en achterhuis verdeelt. Hier heerst een zeer gedempt natuurlijk licht, waardoor een beschuttend effect gecreëerd wordt. Enkele antieke beelden (al was het maar dat ene engeltje) bepalen mee de sfeer van geborgenheid en leggen ook de link naar de afkomst van de bewoonster als kind van antiquairs.

Geworteld in de klassieke vormgeving beschikt ze ongetwijfeld over een solide basis voor haar eigentijdse sculpturen. Ze begon overigens met een studie ‘schilderkunst’ in de Antwerpse academie. Meteen daarna (1996) verhuisde ze naar Gent, waar ze een lesopdracht in het Deeltijds Kunstonderwijs kreeg (die ze sinds de geboorte van haar dochter in 2006 onderbroken heeft) en ook nog de tijd nam voor extra studies ‘vrije grafiek’ en ‘beeldhouwen’. In haar beeldhouwklas was ze de enige die figuratief werkte.

Shemale child - Elza - Alice (c) Sofie Muller

Op de eerste verdieping ligt eenzelfde tussenhal die meteen ook dienst doet als tentoonstellingsruimte voor enkele van haar sculpturen. Hier wordt het gebrek aan natuurlijke lichtinval tegelijk gekoesterd en gecompenseerd door een strak afgelijnde lichtbron achter de witte sculptuur ‘Elza’ (2009).

In ‘Elza’ heeft ze een beeld gecreëerd van haar dementerende grootmoeder, gezeten op een schommel (als symbool voor de terugkeer in de tijd). De touwen van de schommel houden echter boven haar hoofd op, alsof de band met de realiteit doorgesneden is. Het tere wit van epoxy en marmer benadrukt de onomkeerbare breekbaarheid van Elza en de overduidelijke empathie van de kunstenares met haar ‘onderwerp’.

Maar in heel deze ruimte hangt die sfeer van ontheemding, het bevroren zijn in een moment, weg van een controleerbare werkelijkheid. Ik zie hier ‘Shemale child’ (2006) in gepatineerd brons, een kruising tussen een jongen en een meisje. Die versmelting van de seksen is een thema waar Sofie Muller al een hele tijd mee bezig is.

Ik ontdek hier ook nog ‘Alice’ (2008), die in haar glazen hoek geheel in zichzelf gekeerd is. Haar gezicht is als het ware met die hoek vergroeid. ‘Tristan’ (2006) zit op een stoeltje, maar hoort in de originele opstelling thuis op de rand van een onderzoeksbed uit een dokterskabinet. Al haar figuren zijn op zichzelf aangewezen, afgesloten van de omgeving. Je kan als bezoeker ook onmogelijk oogcontact maken, aangezien hun ogen steeds ‘weggewerkt’ zijn.

We keren terug naar beneden en bezoeken … het toilet, een gedeeltelijke remake van haar installatie ‘Nipple Closet’ (2007). De muren van het toilet zijn bezet met tegels waaruit tepels groeien. Het toilet zelf is hier uiteraard een gewoon exemplaar, maar in ‘Nipple Closet’ was dat een bidet waaruit bloed opborrelde, zodat de ruimte er steeds meer mee bespat werd. Het werk kaderde onder meer in haar bekommernis omtrent de vervaging der seksen door hormonale pollutie van het water.

 
Glasraam van Jean-Baptiste Bethune

Via de tuin gaan we nu de ateliers aan de overkant verkennen. Maar eerst worden we opgehouden door de onverwachte ontmoeting met een neogotisch glasraam boven de inrijpoort. Dit beeld ken ik uit een exemplaar van het tijdschrift ‘Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen’ (OKV 25e jg., 1987-88, nr. 1) over kunstenaarsateliers. De reeds vernoemde Jean-Baptiste Bethune had in dit huis zijn atelier voor glasramen en dit exemplaar is dus uiteraard van zijn hand.

De ruimte met het glasraam, die er als exponent van de neogotiek als een soort kapel uitziet, is overigens nog in volle restauratie. Sofie Muller stelt zich deze plek nu al voor als de ideale bibliotheek. Ik neem aan dat ze via een of andere bevriende antiquair ook wel wat aangepast meubilair op de kop zal kunnen tikken. Ze heeft overigens al een ‘Chesterfield’ in gedachten: zitten, liggen, lezen, studeren, dromen,… het moet hier binnen afzienbare tijd allemaal lukken.

Via de vroegere paardenstallen komen we op de eerste verdieping in het grote tekenatelier. Het lijkt, met het grote bord, wel een klaslokaal uit een vervlogen tijd. Heeft ze hier recent speciaal opgeruimd of is het altijd zo ontzettend ordelijk… ? Het overdadige licht vanuit de tuin maakt deze ruimte op zich al zo klaar.

 
'Hangjongen' in het beeldhouwatelier
(c) Sofie Muller

Beneden vinden we naast de voormalige paardenstallen het kleinere beeldhouw- of boetseeratelier. Hier worden we verwelkomd door de nieuwe beelden in opbouw, waarvan die ‘hangjongen’ bijna klaar is. De andere twee sculpturen zijn nog in volle opbouw of transformatie. Hoe het er allemaal precies gaat uitzien, blijft nog grotendeels een raadsel. Maar de thematiek is duidelijk in evolutie.

De precisie in opbouw en afwerking is van die aard dat ze zich slechts door ‘traagheid’ laat rechtvaardigen. Wanneer een werk voor haar klaar is, vertrekt het voor een volgende fase naar de ‘mouleur’, die een negatief maakt, waarmee de uiteindelijke sculptuur in brons of andere materialen gegoten wordt.

In het beeldhouwatelier staat, hoog tegen de muur nog een kleine uitvoering van haar eerste beeld ‘Wanabe’ (2002), maar ook haar ‘Eve’ (2007) die met haar eigen bloed cirkels op de muur tekent.

Naast ‘Wanabe’ ontdekken we ook een versie in miniatuur van het werk ‘Leap of Faith’ (2010) dat ze in opdracht van de Provincie Oost-Vlaanderen maakte voor het project ‘Een thuis voor een beeld’. De uiteindelijke sculptuur staat op het plein voor het kasteel van Laarne. Momenteel krijgt de omgeving nog een flinke opknapbeurt, maar de sculptuur zelf laat daar nu al een onuitwisbare indruk na.

 
'Leap of faith' in Laarne (c) Sofie Muller

‘Leap of Faith’ stelt een paar meisjesbenen met plooirokje voor, springend op de vakjes van een hinkelspel. Hiermee verwijst Sofie Muller enerzijds naar de straat als speelruimte, maar ook naar het grondplan van een middeleeuwse kathedraal. A leap of faith: een sprong vol vertrouwen, een sprong in het ongewisse of een combinatie van beide.

Intussen heeft zich alweer een nieuwe opdracht aangediend. Ze is door de stad en het OCMW van Genk uitgenodigd om een werk te maken voor de ‘Welzijnscampus’. In de aanloop naar dit project heeft ze onlangs enkele dagen ter plekke doorgebracht om de sfeer en de omgeving in zich op te nemen. Nu kunnen de ideeën rustig opborrelen, groeien en tot bloei komen, zodat in 2012 ook Genk een sculptuur van Sofie Muller kan onthullen.

Haar kunst is er altijd een van en voor mensen, herkenbaar en in detail verzorgd, eenvoudig maar verre van simpel. Haar productie is, zoals reeds eerder aangehaald, beperkt. Maar in elke nieuwe sculptuur wil ze naar de kern. In haar recente werken lijkt ze de genderproblematiek te verlaten en zich (nog) meer op de psychologie van haar personages toe te spitsen.

Ze werkt op een klassieke manier aan sculpturen ‘met een angel(tje)’: ze zien er misschien op het eerste gezicht onschuldig uit, maar hebben toch altijd een verborgen kant…



Vanuit het tekenatelier...

Sofie Muller heeft blijkbaar iets met kastelen. In 2008 nam ze in het kasteel van Gaasbeek deel aan de tentoonstelling ‘Markiezin zkt. Kunst’ en sinds vorig jaar staat haar ‘Leap of faith’ voor het kasteel van Laarne. ‘My home is my castle’ zal ze wellicht niet als motto boven haar deur hangen, maar het is hier in elk geval een schitterende plek om te wonen en te werken.

Tot slot ontmoeten we nog haar partner Peter Willems, die als illustrator en striptekenaar aan de slag is.



Meer over Sofie Muller… haar sculpturen, tekeningen, aquarellen, tentoonstellingen in binnen- en buitenland,… vind je op:

woensdag 27 april 2011

Ode aan Jean Brusselmans in Mu.ZEE te Oostende

Toen ik ruim tien jaar geleden een tocht ondernam langs Belgische musea met een collectie moderne en/of hedendaagse kunst, kwam ik op heel wat plaatsen werk van Jean BRUSSELMANS (1884 - 1953) tegen.
Misschien dat (zoals dat dan heet) 'het grote publiek' niet meteen met die kunstenaar vertrouwd is, maar wie eenmaal een schilderij van hem gezien heeft, herkent nadien onvermijdelijk zijn andere werken.

In het Antwerpse KMSK ontmoette ik hem, maar ook in Mons, Brugge, Elsene, Brussel (KMSK), Gent (MSK), Luik (MAMAC), Oostende (toen nog PMMK en MSK), Deurle (MDD),...
Hoe meer ik van hem te zien kreeg, hoe meer ik in de ban raakte van zijn 'hoekige kleurrijkheid'.

Dat Mu.ZEE nu uitpakt met een tentoonstelling van zijn werk, is een kans die ik meteen benut heb (alhoewel de expo nog tot 4 september loopt).

Mu.ZEE

Een vijftigtal schilderijen zijn hier bij elkaar, waarvan enkele uit de eigen collectie en de rest in bruikleen uit openbare en private collecties. De tekeningen komen uit de eigen collectie en werden de laatste twee jaar verworven.

Laten we beginnen met een korte kennismaking: Jean BRUSSELMANS werd geboren in Brussel en kreeg een opleiding als lithograaf. Samen met Edgard Tytgat en Rik Wouters was hij ook leerling van Isidore Verheyden in de Brusselse academie. Aanvankelijk schilderde hij realistisch, later met luministische inslag. In 1913 stelde hij samen met o.a. Rik Wouters tentoon. Vanaf 1920 bekleedde hij een aparte plaats tegenover de wereld van het Vlaams expressionisme. Hij verwerkte geometrische en constructivistische elementen in zijn schilderijen, maar bleef steeds figuratief werken. Zijn landschappen, interieurs, stillevens (en zelfs zijn figuren) vertonen een felle vlakverdeling, die mede door het krachtige kleurgebruik extra benadrukt wordt.

Ondanks enige officiële erkenning bleef commerciëel succes grotendeel uit. Vanaf 1920 woonde hij met zijn vrouw (en tevens model) Marie (+ 1943) in het toen nog landelijke Dilbeek. Hun leven was een constant gevecht tegen de armoede. Toch ontstond in deze omstandigheden (o cliché) een onvermoed oeuvre. 


De tentoonstelling in Mu.ZEE is geen retrospectieve, maar focust in hoofdzaak op de jaren '30, met enkele zijsprongen naar de jaren '20 en '40. Bovendien komen op een aantal plaatsen in de tentoonstelling moderne of hedendaagse ijkpunten voor met o.a. Marcel Broodthaers of Rodney Graham.

De tentoonstelling is door de curatoren, Phillip Van den Bossche en Koenraad Dedobbeleer, heel didactisch (maar daarom niet 'belerend') opgebouwd. De presentatie in compartimenten is gedeeltelijk eigen aan de indeling van het gebouw, maar wordt hier nog eens benadrukt door de minimale architecturale ingrepen van Kris Kimpe & Jan Verheyden.
(In de tentoonstelling 'Tegenlicht' in het SMAK zorgde de samenwerking tussen Dedobbeleer en Kimpe voor een opmerkelijke tentoonstelling)

Bij Brusselmans werd gekozen voor een klassieke presentatie. De verschillende onderwerpen uit het oeuvre krijgen een eigen kamer: stillevens, Brabantse landschappen, Oostende en de zee, portretten,...

Een korte wandeling door de tentoonstelling zal een en ander duidelijk maken. Voor het echte werk moet U uiteraard zelf naar Oostende. Daar krijgt U overigens een klein boekje dat U de weg door de tentoonstelling beschrijft.

Wij lichten hier een tip van de sluier op in de hoop dat U zich geroepen voelt de stap naar Mu.ZEE te zetten.

Handtekeningen van collega-kunstenaars in 1951

Op het gelijkvloers worden we meteen verwelkomd door zijn modellen: boeren, werkmensen, zijn uitverkoren vrouwelijk model (zijn vrouw Marie).
'La promenade' met de overduidelijk geometrische opmaak en het wonderlijke 'Moisson' zijn voor mij de absolute uitschieters.

Let in de kijkkasten met documentair materiaal (zie foto hierboven) op het schriftje met handtekeningen naar aanleiding van zijn tentoonstelling bij Galerie Apollo (februari 1951). Talloze collega-kunstenaars zijn hem hier komen groeten: Willy Anthoons, Roel D'Haese, Alice Frey, Gaston Bertrand, Rachel Baes, Edgard Tytgat, Jules Lismonde, Pierre Alechinsky,...


Op naar de eerste verdieping waar het overbekende 'La mansarde I' (1938) ons opwacht, met 'La mansarde II' (1939) als gelijkwaardig gezelschap.
Komend van de trap vinden we links het kabinet met stillevens en een aantal verhelderende en soms vertederende tekeningen, zoals het zalige 'Op het veld'.
De stillevens zijn wonderlijke juxtaposities van huiselijke voorwerpen, soms in enigszins oosters aandoende combinaties zoals in 'Nature morte au griffon' (1936). Wanneer hij, zoals in 'La cuisine' (1935) ook nog eens de vrouw des huizes mee portretteert, is het synthetisch-geometrisch realisme van Brusselmans compleet.
Ook 'Nature morte à la lampe' (1935) laat zich lezen als een soort collage. 


Het gefilterde, natuurlijke licht via het gigantische raam aan de straatkant zorgt voor de perfecte omkadering.

Het middenste compartiment bevat aan één kant de winterse bomen-landschappen en daartegenover de zo typische gevelhuizen en tuinen van Brusselmans. 'Les jardins' (1934) zal U zeker bekoren. Bij 'Le mur blanc' (1933) moet ik onwillekeurig aan werk van Eugène Laermans denken ('De dode' 1904 - KMSK Brussel).

Met de fotomap 'Flanders Trees' (1990) van Rodney GRAHAM (°1949) wordt hier ook een eerste link gelegd naar de hedendaagse kunst en het tentoonstellingsprogramma van later dit jaar.

Zaaloverzicht met o.a. tekeningen

Dat Brusselmans ook een band met Oostende en de zee had, mag blijken uit enkele uitzonderlijke schilderijen, waaronder het bevreemdende 'La tempête' (1938) en een wonderlijke, tachistische 'Marine dorée' (1939).

Twee schitterende, in aquarel uitgevoerde landschappen met veel bomen ('Paysage 1949 en 1951) zijn duidelijk familie van het schilderij 'Le printemps' (1950).
Hier zie ik een geometrische aanpak van wat Maurice Wyckaert later in zijn 'imaginaire' landschappen op een veel lossere manier zal realiseren.

Let op de drie boekjes (Frans, Duits, Engels) van Marcel BROODTHAERS... 'Un voyage en mer du nord'... tegenover de trap naar de tweede verdieping. Maar we blijven nog even hier, want nu rest ons nog de onontgonnen ruimte achteraan, waar in hoofdzaak plaats gemaakt is voor de portretten.

Hier zie je ook enkele typische naakten, o.a. op het door de stad Oostende recent verworven schilderij 'Strandzicht met baadsters (en bewolkte lucht boven de zee)' (ca. 1935). Vergelijk sommige naakten met die op andere schilderijen...


Overzicht middenzaal

De vrouw met de stippenjurk uit 'Dame au canapé' (1948) in aquarel, keert even later terug op een schilderij.

Tussendoor wordt U door Francis PICABIA nog meegenomen in de 'Rêve de Susanne' (1949).

Wij lieten ons alvast bekoren door de hoekige, wat koldereske soldaat (1933), het portret van Marie met de witte, kanten kap (1942) en het intrigerende 'Autoportrait à l'esclave' (1934).

Hier op het einde krijg je nog een idee van de vroegere winkelruimte (het gebouw was oorspronkelijk een coöperatief warenhuis).


Nu U er toch bent, kunt U ook een vleugje van de vaste collectie meepikken. Op de tweede verdieping wachten uiteenlopende namen en kunstrichtingen.
We citeren: James Ensor, Paul Delvaux, een mooi overzicht van het fotografisch realisme uit de jaren '70 (met o.a. een nog steeds schitterend 'Transitormeisje' uit 1974 van Jacques Verduyn of 'Parkingmeters' uit 1973 van Marcel Maeyer), Roger Raveel, Raoul De Keyser, Yves Velter, Pjeroo Roobjee, Vic Gentils, Pierre Alechinsky, Christian Dotremont, Patrick Van Caeckenbergh, Pol Mara,...

Buiten wacht de zee en hopelijk de zon.

JEAN BRUSSELMANS
Tot 4 september 2011
in Mu.ZEE
Romestraat 11
8400 OOSTENDE

10 - 18 uur
maandag gesloten

De catalogus verschijnt einde juni 2011



zondag 24 april 2011

Kennismaking met Sarah Eechaut naar aanleiding van een atelierbezoek

Volgens het woordenboek is een begijnhof 'een hofje voor begijnen'. Ja, zo kunnen we het ook wel natuurlijk! Maar wat heeft datzelfde woordenboek dan te vertellen over het woord 'begijn '?
'Een begijn is een ongehuwde vrouw of weduwe die een vroom leven leidt in een gemeenschap op een hofje, maar die geen kloostergeloften heeft afgelegd.'
Dat begint er al beter op te gelijken...

Maar wat heeft dat  nu 'in godsnaam' met Sarah EECHAUT te maken ?

Het centrale plein van het voormalige begijnhof

In het voormalige begijnhof 'Ter Hoye' in de Gentse Lange Violettenstraat zijn de begijntjes al heel lang verdwenen. Een groot gedeelte van de huizen werd intussen gerestaureerd en in erfpacht verkocht aan particuliere bewoners. Andere panden worden door de vzw NUCLEO als atelier ter beschikking van kunstenaars gesteld.
We waren hier met 'Waterschoenen' al eerder te gast...

De rode 'sloefkes' van Sarah Eechaut

Vandaag bezoeken we dus fotografe en grafisch designer Sarah EECHAUT (°1983). Het piepkleine huisje dat ze hier momenteel als atelier betrekt, is van een dermate (im)perfecte authenticiteit, dat je als bezoeker meteen een thuisgevoel krijgt.
Vanaf haar werktafel heeft ze, via het authentieke raam met houten binnenluikjes, uitzicht op de kerktoren vlakbij. Zonodig kan ze zich hier dus toch nog toespitsen op een 'vroom leven' (maar dit geheel terzijde). Deze ruimte laat haar echter toe een reflectie-atelier weg van huis te hebben. Toen ze nog thuis werkte, werd ze te veel afgeleid door de 'huishoudelijke' omgeving.

Een 'vrome' kijk op de kerktoren
Sarah Eechaut studeerde in de afdeling Grafische Vormgeving van Sint-Lucas (Hogeschool voor Wetenschap en Kunst) te Gent. In het atelier Typografie en Onderzoek was ze toen reeds evenzeer met beeld als tekst bezig. Vooral de 'master'- jaren waren in dat verband ontzettend belangrijk. De grote projecten 'Vlees/Huid/Kleur" (academiejaar 2003-2004) en 'Maak iets' (academiejaar 2004-2005) onder leiding van Thierrry de Duve waren doorslaggevend. Het waren atelieroverschrijdende projecten die haar leerden over de grenzen van de specifieke opleiding te denken en er bijgevolg toe aanzetten om 'buiten de lijntjes te kleuren'.


Sporen van oude en nieuwe projecten

In haar atelier duiken nog verschillende sporen van die projecten op: affiches, foto's, boeken,...
Het is duidelijk een vruchtbare periode geweest, die ze nog steeds koestert.

*

Na haar afstuderen in 2005 zocht ze een stageplaats bij BASEDESIGN in Brussel. Ze kon meteen voor twee maanden aan de slag, maar dan wel bij de vestiging in New-York. Ze greep de kans met beide handen. Daar werd ze vanuit de praktijk pas echt gedwongen om multimediaal en zelfstandig te denken en te handelen.
De opdracht voor het ontwerp van een affiche duwde haar onvermijdelijk in de richting van de fotografie. Toen ze om de medewerking van een fotograaf vroeg, kreeg ze de suggestie om zelf die foto te gaan maken. Het resultaat van die opdracht heeft nog steeds een prominente plaats als 'trofee' in haar atelier.

Terug in België ging ze aan het werk als grafisch designer (voor één jaar) en als freelance fotografe. Intussen keerde ze ook terug naar Sint-Lucas om er een studie fotografie aan te vatten. In 2009 studeerde ze een tweede keer af, dit keer als fotografe.
Intussen had of heeft ze geen moment stilgezeten. Ze werkt aan projecten voor reclamestudio's (bvb. Duval Guillaume), is vast medewerker van het tijdschift 'The Word',... maar werkt ook verder aan haar persoonlijke 'ontmoetingen'.

'Summer in New York', het project dat haar onvermijdelijk naar de fotografie dreef
(c) design: Anna Simutis & Sarah Eechaut

In het laatste nummer van 'The Word' (Volume 04 - Issue 02) presenteert ze onder de titel 'Red Bulls' overigens foto's van blozende boksers, waarmee ze wonderlijk genoeg lijkt aan te sluiten bij het masterproject uit 2003-2004 in Sint-Lucas. Daar was toen in het project 'Vlees/Huid/kleur' het thema 'De blos' aan de orde. In tegenstelling tot het toenmalige project, gaat ze hier de directe confrontatie met de geportretteerden aan. Ze kijkt hen met de camera recht in de ogen en doorbreekt daarmee de mythe van onoverwinnelijkheid.
De blos van de boksers werd veroorzaakt door de pas beëindigde training, maar krijgt een extra dimensie van kwetsbaarheid.
In een vroeger nummer (Volume 03 - Issue 04) realiseert ze een gelijkaardig resultaat in de portretten van zogenaamd harde sporten of beroepen.

De portretten van werkmannen vormden overigens het onderwerp van een serie foto's die ze de voorbije twee jaar maakte in opdracht van de Waalse 'Forem' (de tegenhanger van de Vlaamse RVA). Die opdracht leverde haar een aantal prettige of merkwaardige contacten op. Meermaals werd ze door stoere bouwvakkers nagefloten, tot ze hen uitnodigde voor een fotosessie in hun natuurlijke habitat. Eenmaal alleen voor de camera kwam dikwijls 'de blos' de kop opsteken.
Wat haar betreft was het een schitterende ervaring.

We vernoemden reeds haar 'persoonlijke ontmoetingen' (Encounters), het eigen werk waarvoor ze eigenlijk het liefst de wereld zou rondtrekken. Op reis gaan, landschappen en mensen ontdekken: een droom die haar blijft bezighouden...

Op haar site http://www.saraheechaut.com/ presenteert ze haar werk.


Binnenkort (vernissage op zondag 22 mei 2011) pakt ze uit met een solotentoonstelling

'Slowly we unfold'

 in

a154
Distelstraat 30
9000 GENT

We houden U natuurlijk op de hoogte.

woensdag 20 april 2011

Een gevelkunstwerk van Loek Grootjans in Aalst: (N)ieveranst / Hier

Vorige zondag werd op de hoek van de De Visscherestraat en de Pieter Coeckestraat in Aalst (O-Vl) het kunstwerk van Loek GROOTJANS (°1955, NL) voorgesteld.
In het kader van 'Kunst in de Wijk', een kunstintegratieproject van de stad Aalst (Dienst Cultuurbeleid) is dit de eerste realisatie in samenwerking met een plaatselijk buurtcomité.
Voortaan is het de bedoeling om elk jaar een nieuw kunstproject in één bepaalde buurt te realiseren.

Buurtcomité 'DECOOPERATIEF' en aanverwanten met in hun midden Schepen van Cultuur Dylan Casaer en kunstenaar Loek Grootjans, met hond

Begin 2009 werd in deze buurt een vereniging opgericht met als doel elkaar beter te leren kennen en de levenskwaliteit in de betrokken straten te verhogen. Het buurtcomité kreeg de naam 'DE COOPERATIEF' naar analogie met een coöperatieve bakkerij-winkel-café, hier gevestigd einde 19de - begin 20ste eeuw.

Voorzitter Jean-Pierre Van der Snickt van 'DE COOPERATIEF' schetste zondag het traject dat leidde tot de oprichting van het kunstwerk.
Het uitgangspunt was een mogelijke verfraaiing van de hoge blinde gevel van het hoekhuis, met als doel de oprukkende 'verloedering' (zwerfvuil, graffiti ) van de buurt een halt toe te roepen. In eerste instantie werd gedacht aan een muurschildering met eventuele historische of andere verwijzingen naar de omliggende straten. Al snel werd contact gezocht met de cultuurdienst van de stad: een samenwerking was geboren...


Op 9 maart 2010 verscheen bovenstaand bord 'Hier komt een kunstwerk' op de gevel. In een volgende fase werden door de stad drie kunstenaars met een eigen project voorgesteld. Het buurtcomité voerde gesprekken met de kunstenaars en bestudeerde hun voorstellen.
Uiteindelijk werd beslist om in zee te gaan met Loek GROOTJANS. Volgens het buurtcomité "had hij de creatiefste ideeën en een duidelijke werkwijze".
Begin september 2010 kwam de kunstenaar nog eens langs om zijn uiteindelijke plannen (die na lang en rijp beraad met het buurtcomité tot stand gekomen waren) nog eens ter plekke voor te stellen.

Nu was Aalst allang geen onbekende plaats voor deze Nederlander uit Breda. Sinds jaren was hij verbonden aan de  (intussen stopgezette) galerie 'In Situ' van Jan De Nys. Vorig jaar stelde hij nog tentoon in de galerie en tijdens de grote zomertentoonstelling 'FAKE!'. Bovendien had hij vorig jaar een bijzonder opgemerkte tentoonstelling in het Gentse SMAK.

In zijn speech vorige zondag noemde hij Aalst overigens "de door hem meest bezochte stad in het buitenland". 


In het nieuwe kunstwerk wordt gewerkt met taal, vorm en natuurelementen (klimop). De woorden hoog op de gevel '(N)ieveranst' zijn dialect voor '(N)ergens'. De pijlen wijzen naar de vier ijzeren 'kooien', die elk één letter bevatten en samen het woord 'HIER' vormen. Stilaan zullen de kooien met klimop begroeien. Het is de uitdrukkelijke bedoeling dat de mensen van de wijk zelf voor het onderhoud van het groeielement in dit kunstwerk zullen zorgen.

De mensen van de wijk wonen allemaal HIER. Misschien komen ze van ergens (ieveranst) anders of gaan ze (tijdelijk of definitief) ergens anders naartoe.
Toevallige voorbijgangers komen hier van ergens anders. Misschien lopen of rijden ze hier gewoon voorbij, maar misschien krijgen ze ook zin om wat langer (of defintief) te blijven.

Dit kunstwerk gaat over het HIER en NU, maar ook over het verleden en de toekomst. Het is er voor hen die honkvast zijn, maar ook voor anderen die de wereld willen verkennen... om dan terug te keren naar ... HIER.

Misschien is het (N)ieveranst beter dan Hier !

Een wijk met toekomst...

We laten het de kunstenaar in zijn krachtige en poëtische speech van zondag nog even zelf zeggen:

Ergens ben ik anders
Ergens is een deel van mezelf me vreemd
Nieveranst
Ieveranst
er
is
HIER
...
Sessies met DE COOPERATIEF
Mooie lange avonden in prachtige, achter deuren
en gevels verscholen, huizen, paleizen beter gezegd,
praten over kunst en ideeën.
Met wijn, veel wijn.
Dan kan het niet mislukken.
...
De oudste vond het heel mooi en gelukkiger
kan je me niet maken.
Aan de slag.
Hier en nu is een wijk waar ze weten van
ergens en nergens en waar ze graag bij
elkaar zijn.
...
Zorg goed voor HIER, want veel anders is er niet.
En als het anders is, is het ergens of nergens.

(Fragmenten uit de toespraak van LoekGrootjans - 17 april 2011)



Alles wat U wilde weten over...



vrijdag 15 april 2011

Bart Baele met 'waan-ZINNIG' werk 'In den Bouw' te Kalken

"Ben na jaren weer buiten gekomen, het was ongelooflijk! De vrouwen liepen gewoon op straat! Ik heb zelfs met ene kunnen babbelen. Aanraken mocht nog niet, daarvoor was het virus nog niet honderd procent geweken."

Bovenstaande tekst van Bart BAELE (°1969) zelf, illustreert perfect hoe hij zich enerzijds van de wereld afsluit, maar dan toch met een verbaasde blik diezelfde wereld wil verkennen.

(c) Bart Baele

"Iedere mens is waardevol" staat op een van zijn tekenbladen. Nochtans is het in zijn getekende en geschilderde wereld verre van peis en vree. Het is vooral een verhaal van eenzaamheid, miserie, afwijzing, geweld, verdwaling en verdwazing, afrekening,... en op een van zijn bladen herhaalt hij wel tien keer het woord "Idiot".

Wie op zoek is naar klassieke schoonheid komt bij Bart Baele bedrogen uit. In zijn tekeningen hanteert hij een bewust onhandige lijnvoering, die echter wel perfect overeenstemt met de 'boodschap'. De schilderijen situeren zich qua thematiek en uitvoering tussen de 'De Schreeuw' van Munch en de 'Chistuskop' van Ensor.

(c) Bart Baele

'Réligion (sic) - Lépreux - Crapulé' staat boven op een schilderij, waarop hij mij verder een soort rat laat vermoeden. De relatie met religie zorgt voor confrontatie bij Baele. Ik moet hier onvermijdelijk ook denken aan zijn pausfoto's in de tentoonstelling 'Frightening Facts of...' enige tijd geleden bij Loods 12 in Wetteren.

Ik zie Bart Baele wel eens onder de noemer 'outsiderkunst' verschijnen. Toch is hier volgens mij geen beoefenaar van therapeutische kunst aan de slag., maar wel een kunstenaar die zijn demonen bewust op ons loslaat, nu eens gedoseerd en dan weer op volle kracht.

(c) Bart Baele

Zijn tekeningen laten zich lezen als een (niet noodzakelijk lineair) dagboek. In hun kinderlijke uitvoering schetsen ze beelden uit de voorbije zes jaar.
Wanneer hij in 2005 vanuit vogelperspectief het interieur van Estaminet In den Bouw tekent, is dat een pareltje van naïeve huiselijkheid.
De vijf mannen op een rij, in een wolk van tabaksrook zijn aandoenlijk.
In heel wat tekeningen komen ontelbare (lege) flessen voor, vogels, wapens, verwijzingen naar de dood, veel (ingehouden) geweld.

Maar, zoals Willem Elsschot het reeds in zijn gedicht 'Het huwelijk' schreef: "Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren..."
De drang om af te rekenen is er wel (ook bij Baele), doch (om het verder met Elsschot te zeggen) "maar doodslaan deed hij niet..."

Misschien hebben we hier dan toch met therapeutische kunst te maken, zoniet voor de maker, dan toch voor de kijker.

(c) Bart Baele

Bart Baele

'In den Bouw'
Zomerstraat 85
9270 KALKEN

vrijdag: vanaf 19 uur
zaterdag: vanaf 14 uur
zondag: vanaf 11 uur

woensdag 13 april 2011

Ann Decaestecker, Paya Germonprez, Stefaan Van Biesen en Jan Van Den Abbeel bij Galerie S&H De Buck in Gent

 Wie de komende dagen of weken naar Galerie S&H De Buck in Gent gaat, krijgt vanaf de straatkant geen zicht op wat zich binnen afspeelt. Enkel drie vierkante raampjes zijn uitgespaard achter het verduisterde venster.
Binnen kom je niet meteen te weten waar die donkere wereld voor staat, want je komt eerst in de centrale, klare ruimte met het werk van Stefaan VAN BIESEN.
Zijn tekeningen en aquarellen zien er uit als (weliswaar minutieus uitgevoerde) ontwerpen of situatieschetsen voor optredens, een soort toneelstukken, waarin hij klaarblijkelijk dikwijls zelf een rol speelt. Hij is duidelijk op zoek naar interactie met zijn omgeving.

(c) Stefaan Van Biesen & Galerie De Buck

Naar aanleiding van 'Coup de Ville' vorig jaar in Sint-Niklaas, richtte hij met Margot Dieleman en Eric Windey het 'performanceteam' WIT op (WIT = Warp Interventie Team). Samen duiken ze onverwacht op voor artistieke interventies in openbare ruimtes binnen en buiten. (zie Faceboekpagina WIT)

(c) Artspotter

Voor het werk van Paya GERMONPREZ achteraan in de ruimte, moeten we een grens overschrijden. Van de schitterende parketvloer bij Van Biesen stappen we over de koperen grenslijn in de wereld van een authentieke marmeren mozaïekvloer... (noblesse oblige)

De 'portretten' in pastel uit de serie 'Visite' van Paya Germonprez hebben hier hun stek gevonden. Onder het alziend oog van 'Moeder Overste' op de schouw, proberen de andere figuren zich (een beetje angstig) zo veel mogelijk aan het oog te onttrekken. De zwarte almacht van de non contrasteert fel met de frisse onschuld van de meisjesbenen met plooirokjes links van haar.
Schuilen hier nog aangename jeugdherinneringen of moeten we het veeleer in de traumatische sfeer zoeken?

Paya Germonprez is ook actief in de toegepaste kunsten, met ondermeer textielontwerp.

(c) Paya Germonprez & Galerie De Buck

In het kleine kabinet helemaal achteraan  kijken een aantal sculpturen van verschillende kunstenaars uit op de foto's  'Zurück aus Amsterdam' van Jan VAN DEN ABBEEL.
Amsterdam, de filosoof Spinoza, vrouwelijke naakten en teksten spelen een al dan niet toevallig spel van betekenissen.

*

We hebben U al een tijdje in spanning gehouden, maar nu mag U eindelijk achter het zwarte gordijn in de donkere kamer van Ann DECAESTECKER gaan kijken (vroeger mocht ook natuurlijk...).
Op 25 maart ll. liet ik U in deze 'Waterschoenen' kennis maken met de kunstenares naar aanleiding van een atelierbezoek in het voormalige begijnhof hier in de buurt.. Daar kreeg ik toen al heel wat werk te zien dat nu deel uitmaakt van haar tentoonstellingsproject.


(c) Ann Decaestecker & Galerie De Buck

Centraal in de ruimte staat de installatie van witte bergen, gecombineerd met videoprojectie van subtiele lichtflitsen, opgenomen tijdens een vreemdsoortig onweer in de bergen. Laat U niet alleen door het visuele aspect inpalmen, maar neem de tijd om ook het bevreemdende auditieve element (eveneens ter plekke geregistreerd) te laten doordringen.

In één hoek loopt de projectie van haar 'water&kei'-project dat ze maakte in het kader van een Nucleo-tentoonstelling (in de Vooruit) met als uitgangspunt het A4-formaat.
In de andere hoek staat een vreemd gevormd, draaiend taksculptuurtje mooi te wezen.
De kleine vierkante ramen die de link met het licht aan de straatkant leggen, worden herhaald in de tekeningen die een spel van licht en schaduw spelen.

Vanuit deze ingekapselde wereld krijg je, door het zwarte gordijn, toch weer een gefilterd uitzicht op de rest van de galerie.

(c) Artspotter


De tentoonstelling loopt tot 30 april 2011 bij

Galerie S&H De Buck
Zuidstationstraat 25
9000 GENT

woe, don,vrij, zat.: 15 - 18 uur
en na afspraak

maandag 11 april 2011

Reniere &Depla en andere geneugten bij 'Salon Blanc' in Oostende

In de Oostendse Romestraat ontstond op het einde van 1986 een museum, bekend als het PMMK of Provinciaal Museum voor Moderne Kunst. Door de samensmelting met het Museum voor Schone Kunsten van de stad Oostende werd echter in 2009 op diezelfde plek 'Mu.ZEE' geboren. Het gebouw, een voormalig warenhuis, is een oorspronkelijk ontwerp van de modernistische architect Gaston Eysselynck.

Momenteel loopt in Mu.ZEE een tentoonstelling gewijd aan Jean Brusselmans (1884 - 1953).

*
Even verder, op de hoek van de Romestraat (nr. 30) en de Amsterdamstraat, staat het witte huis van kunstenaar Yves Velter en kunsthistorica Els Wuyts.

'Salon Blanc' - Romestraat 30 - Oostende


In 2007 ontstond de gedachte om in hun huis af en toe ruimte te maken voor zeer tijdelijke tentoonstellingen (één avond, één dag). Een eerste keer gebeurde dat in het 'gestripte' huis, tijdens de verbouwing. Yves Velter en enkele vrienden toonden er hun werk.

(Een gelijklopend verhaal kennen we uit de ontstaansgeschiedenis van galerie budA in Asse)

Op 25 september 2010 was Marie Julia Bollansée aan de beurt en vorige zondag, 3 april 2011 was het kunstenaarskoppel Reniere & Depla aan zet.


Paul Reniere en Martine Depla werken al een tiental jaar samen en creëren zowel individueel als (meestal) gezamenlijk werk.
Het tekenatelier van Yves Velter hier in huis is het ideale, sobere decor voor het karaktervolle, maar subtiele werk van Reniere & Depla.
Maar Reniere & Depla treden ook zelf als curator op. Zo organiseren zij vanaf 1 mei 2011 in Villa De Olmen (Wieze) de tentoonstelling 'La part des anges', waarin ze werk van 19 hedendaagse kunstenaars samenbrengen. Verslag van dit evenement verschijnt uiteraard in 'Waterschoenen'.


Voor de historiek en betekenis van de Salongedachte, kan je terecht op de blog van 'Salon Blanc', waar Els Wuyts het gegeven omschrijft.
 *
De bezoekers van Salon Blanc krijgen er sinds kort een schitterend artistiek toetje bij. Op het vlakbij gelegen 'Filip van Maestrichtplein' (even door de Amsterdamstraat) werd op 26 maart het werk 'Whisper Trees' van Yves Velter ingehuldigd. Het werd door de buurt zelf gekozen uit voorstellen van verschillende kunstenaars.

"Hoge bomen fluisteren zacht, ze zijn reeds eeuwen getuige van wat onder en rondom hen gebeurt."

De bomen op dit vernieuwde plein leggen hun oor (tientallen oren) te luisteren in de veranderende woonomgeving, op zoek naar communicatie met de bezoekers en de bewoners van de wijk, de stad en de omringende wereld.


Het initiatief 'Salon Blanc' lijkt nu op kruissnelheid te komen. In 2011 zijn nog drie edities voorzien: Koen Broucke (zaterdag 11 juni), Bert Heytens (zaterdag 6 augustus) en Sara Bomans & Remco Roes (zaterdag 12 november).

Hou voor recente informatie de blog van 'Salon Blanc' in het oog.

vrijdag 8 april 2011

Frantz Absalon met 'Au fil de la couleur' bij Galerie budA in Asse

Wie al eens bij Galerie budA geweest is, kent het werk van Frantz ABSALON (°1948) dat prominent op de hoge muur boven de keukenruimte hangt. Deze schitterende wandinstallatie van beschilderde sculpturen uit de eigen collectie van Veerle De Saeger en Hans Van Blijenbergh is al jaren vergroeid met dit open huis.

Galerie budA is een 'huisgalerie' in de ware betekenis van het woord. Hier neemt de kunst je mee doorheen de hele woning.

Na  een eerste tentoonstelling ruim vijf jaar geleden is Frantz Absalon hier opnieuw te gast.
Begin jaren zeventig verhuisde hij vanuit Martinique naar Parijs. Hij werd architect, maar richtte zich beroepshalve vooral op andere activiteiten: schilderen, beeldhouwen. Of ik hem nu een schilderende beeldhouwer of een beeldhouwende schilder moet noemen, is wellicht van nevengeschikt belang. Feit is dat hij zowel qua vormgeving als wat kleur betreft, een geheel eigen artistieke taal gecreëerd heeft.


(c) Frantz Absalon & Galerie budA

De door hem uitgewerkte onderwerpen zijn 'banale' gebruiksvoorwerpen als naalden, scharen, spelden,... of bijvoorbeeld strengen breiwol. Door ze op uitzonderlijk grote schaal in een bijzonder fris kleurenpalet uit te voeren, brengt hij zijn onverwachte 'absalons' tot leven.

Als een echte beeldhouwer vertrekt hij van het pure basismateriaal: houten planken of balken. Daarop meet en past hij de verhoudingen minutieus af, zaagt, schaaft en schuurt tot hij de perfecte vormen bereikt heeft.
Dan komt de schilder in actie. Die zorgt voor de uiteindelijke symbiose tussen vorm en koloriet, met oog voor frisse (en soms onverwachte) kleurencombinaties. Hij lijkt wel te werken als de middeleeuwse ambachtslui die schitterende, gepolychromeerde beelden maakten.

(c) Frantz Absalon & Galerie budA

Frantz Absalon beweegt zich als een volleerde koorddanser op de grens tussen het 'artistieke' en het 'decoratieve'. Bovendien beperkt hij zich niet tot het vertonen van zijn bekende 'kunstjes'. Met zijn recente serie beschilderde paletten (in de grote voorkamer) gaat hij zowaar de experimentele toer op. Als een verbaasd kind ontdekt hij een verscheidenheid aan banale houten paletten, die hij (met respect voor de basistructuur) laat uitgroeien tot kleurrijke of witte wand- of vloersculpturen.

Maar ook in zijn 'klassieke' werken laat hij de evolutie in zijn onderwerpen en artistieke benadering de vrije loop.

Tot 8 mei 2011
bij Galerie budA
Buda 14/16
1730 ASSE

zaterdag - zondag: 15 - 18 uur
(gesloten op 1 mei)

of na afspraak

woensdag 6 april 2011

Michael Sailstorfer in het SMAK: maniërisme met weerhaken

Wie de overzichtstentoonstelling 'Raum und Zeit' van Michael SAILSTORFER (°1979) binnengaat, is meteen in de wolken. In de lange gang links hangen letterlijk donkere wolken in de vorm van in elkaar verstrengelde binnenbanden van trucks. Gekoppeld aan de geur van popcorn, verspreid door een heuse popcornmachine, wordt al meteen duidelijk dat Sailstorfer meer dan één van onze zintuigen wil prikkelen.

Straks wordt onze reukzin nog meer geprikkeld en krijgt ons gehoor een subtiele input te verwerken.
Maar er is meer...

(c) Michael Sailstorfer & SMAK

Ruimte en tijd zijn de basiselementen in onze ervaring van de realiteit. Als beeldhouwer creëert Sailstorfer niet zozeer "sculpturen', maar veeleer 'beelden' (zowel visueel, auditief als via geur waarneembaar). Zijn 'beelden' verspreiden hun invloed in de ruimte.

De zaal waarin autobanden, verbonden met een motor, constant tegen de muur ronddraaien en zo geleidelijk afslijten (de geur van rubber en het residu op de vloer spreekt boekdelen), brengt je in gedachten bij een niet te stoppen, doldraaiende wereld, apatisch voor het groeiende tempo waarin hij zichzelf aan het vernietigen is.
Toch ervaar je deze 'beelden' als esthetisch en perfect geproportioneerd. Sailstorfer is nu eenmaal een beeldenmaker die zijn vak beheerst. 

(c) Michael Sailstorfer & SMAK

Ook in zijn foto's creëert hij, ondanks de destructieve ondertoon, mooie beelden. Het is zelfs zo dat de kunstenaar je een beetje te grazen neemt, je gaat verleiden met een esthetische verpakking voor een boodschap met weerhaken.

Neem nu de reeks van 10 foto's, beginnende bij een houten schuurtje en eindigend bij een schouw...
Of wat doe je met de tot op het bot uitgeklede schoonheid van zijn vroege werk 'Waldzput' (2000) (zie foto hierna)

Geweld, vernietigingsdrang, maar ook (en dikwijls tegelijk) pure poëzie... bij Sailstorfer vind je het allemaal.
Kijk bijvoorbeeld naar de twee grote foto's 'Raketenbaum' (2008) of ga naar de middenzaal. Helemaal achteraan staat daar, voorbij 'de donkere achterkant van de maan', een monitor met een stukje 'Schwarzwald' (2010 - 2011) in live stream. In het bos is binnen een denkbeeldige kubus van 6x6x6 meter alles zwart geschilderd: boomstammen, takken, bladeren, mos, grond,...
Sailstorfer toont ons via de live stream een getransformeerd beeld van een getransformeerde werkelijkheid: Ceci n'est pas une forêt.

(c) Michael Sailstorfer & SMAK

Met Michael Sailstorfer in zee gaan lijkt simpel en toch weer niet. Hij laat je een pak schijnbaar eenvoudige beelden 'zien', maar goochelt tegelijk met diezelfde beelden. Reken daarbij nog eens de fantasie, het inlevingsvermogen, de interpretatie van de individuele toeschouwer en deze tentoonstelling groeit uit tot een veelvoud van wat er te zien, te horen en te ruiken is.

Deze tentoonstelling was eerder dit jaar in Hannover en gaat in de herfst naar de Kunsthalle in Nürnberg.

Nog tot 3 juli 2011
in het SMAK
Citadelpark
9000 GENT

dnsdag t.e.m. zondag: 10 - 18 uur

Bij de tentoonstelling hoort een boek met uitgebreid overzicht van het werk van Michael Sailstorfer en teksten in het Duits en Engels.

maandag 4 april 2011

Een eigen huis voor Marcel Broodthaers in het SMAK: het Broodthaerskabinet

Sedert ruim een week lopen in het SMAK weer enkele nieuwe tentoonstellingen.

Onder de titel 'Joy and disaster' is er (in het kader van het Europese voorzitterschap van de EU) een confrontatie tussen acht hedendaagse Hongaarse kunstenaars en een selectie werken uit de eigen collectie.
De linkervleugel en de middenzaal zijn gereserveerd voor de schitterende inbreng van de Duitse kunstenaar Michaël SAILSTORFER (waarover binnenkort een aparte bespreking).
De KUNST NU-ruimte op de eerste verdieping heeft een eigen invulling gekregen met de installatie 'Agua Caliente' van de Spaanse kunstenaar Carlos RODRIGUEZ-MENDEZ.

Maar in het achterzaaltje op het gelijkvloers, met gigantisch uitzicht op de Floraliahal, krijg je een kijk op het toekomstige 'eigen huis' voor Marcel BROODTHAERS.


Samen met Ensor en Magritte wordt Broodthaers dikwijls als referentie voor de Belgische kunst geciteerd, terwijl hij in de collectie van het SMAK samen met Beuys en Panamarenko voor de basis zorgt. In deze collectie wordt hij dan ook gekoesterd. Hoewel zijn werk verspreid is over verschillende collecties, bezit het SMAK toch wel een aantal essentiële werken.
Reeds in 1973 werd de 'Miroir d'Epoque Regency' (1973) aangekocht. Na de verhuizing van het voormalige Museum voor Hedendaagse Kunst naar het huidige SMAK in 1999, werd de 'Grande Casserole de Moules' (1966) aan de collectie toegevoegd. In 2006 kwam ook het sleutelwerk bij uitstek 'Le Pense-Bête' (1964) via bruikleen van de Vlaamse Gemeenschap hier terecht.

Gekoppeld aan talloze grafische werken, objecten, edities, boeken, films,... heeft de collectie stilaan behoefte aan een permanente ruimte.
Reeds heel wat jaren leeft deze gedachte in de wandelgangen van het museum. In 2006 al werd aan enkele architecten gevraagd een ontwerp terzake uit te werken. Uiteindelijk werd gekozen voor het ontwerp van Jan De Vylder van
'architecten de vylder vinck taillieu' (*).

(c) architecten de vylder vinck taillieu & SMAK

Vandaag staat een maquette en een op ware grootte uitgewerkt deel van het kabinet centraal in deze tentoonstelling. Belangrijk is vooral dat het project hier voorgesteld wordt op de plaats waar het uiteindelijk ingeplant moet worden, met name op de overgang tussen het eigenlijke museum en de achterliggende Floraliahal.
Precies op deze plek kan het Broodthaerskabinet fungeren als een soort bezinningsruimte tussen het bestaande museum met zijn wisselende tijdelijke tentoonstellingen en de (door de museumstaf EN de bezoekers) reeds lang gekoesterde droom om in de achterliggende, immense hal ruimte te scheppen voor de vaste collectie.
Let in de maquette niet alleen op de indeling en inplanting, maar ook op de synergie tussen de achtergevel van het kabinet en de voorgevel van het SMAK.

(c) architecten de vylder vynck taillieu & SMAK

De maquette, de inplantingsaanduidingen op de hoger gelegen muur, de ontwerptekeningen van 'architecten de vylder vinck taillieu' zijn het resultaat van een intens bezinningsproces, zoals Jan De Vylder het zelf op een quasi poëtische wijze beschrijft in de begeleidende catalogus: 'Marcel / Het Broodthaerskabinet - L'Inventaire'.

De droom tot realisatie van het Broodthaerskabinet heeft nu reële vormen aangenomen. Het rondkrijgen van de financiering zal uiteindelijk de sleutel zijn tot de verwezenlijking 'in het echt'.

Catalogus bij het project

(*) architecten de vylder vinck taillieu

Jan De Vylder en Inge Vinck werken sinds 2008 samen. In 2009 stapte ook Jo Taillieu mee in de boot. Tevoren verdienden ze elk hun strepen op verschillende plaatsen, met als gemeenschappelijke factor het bureau van Stéphane Beel.
Hun projecten situeren zich zowel op het private als het openbare domein. Een 'eenvoudige' nieuwe of te verbouwen woning is net zo goed een uitdaging als een groot publiek project.

Een uitnodiging voor een Chinees project met AI Weiwei (de architect van het 'Vogelnest-stadion' en nu in het nieuws wegens zijn aanhouding door de Chinese overheid), leidde ook tot hun deelname aan de 'architectuurbiënnale 2010 in Venetië'. Bij die gelegenheid werd een boek met foto's, tekeningen en projecten uitgegeven (zie foto hierna). 
   

Een tweede boek zal tekst en context brengen en verschijnt naar aanleiding van hun tentoonstelling in de Singel Internationale Kunstcampus (Antwerpen) in het najaar van 2011.

Tot daar een zeer compacte introductie van het betrokken architectenbureau. Een nadere kennismaking dringt zich ongetwijfeld op. Voor meer info kunt U nu al terecht op:



De tentoonstelling loopt tot 5 juni 2011 in het SMAK - Citadelpark - 9000 GENT

Gesloten op maandag
Open van dinsdag t.e.m. zondag van 10 tot 18 uur