Sinds 1 oktober 2013 heeft Lieven Daenens de fakkel als directeur van het Gentse Designmuseum doorgegeven aan Katrien Laporte. De voorbije 40 jaar vormde hij het voormalige Museum voor Sierkunst om van een wat 'stoffige' plek met een gedateerde, streekgebonden collectie tot een modern museum met oog voor internationale hedendaagse tendenzen in meubelkunst en design.
Dat heeft zich zowel vertaald in de collectie als in het museumgebouw, al had hij zich voor dat laatste nog wel wat anders voorgesteld. De achterbouw, waar de tijdelijke tentoonstellingen doorgaan en zich ook de moderne collectie bevindt, werd in 1992 afgewerkt. Dat moest de eerste fase worden in een project dat zich onder andere verder zou vertalen in een nieuwe inkomhal langs de Drabstraat en een overdekte binnenkoer die voor extra tentoonstellingsruimte zou zorgen. Of dit ooit nog gerealiseerd wordt, blijft een open vraag.
Niettemin werd in 2002 de naamsverandering tot DESIGNMUSEUM doorgevoerd.
Dat heeft zich zowel vertaald in de collectie als in het museumgebouw, al had hij zich voor dat laatste nog wel wat anders voorgesteld. De achterbouw, waar de tijdelijke tentoonstellingen doorgaan en zich ook de moderne collectie bevindt, werd in 1992 afgewerkt. Dat moest de eerste fase worden in een project dat zich onder andere verder zou vertalen in een nieuwe inkomhal langs de Drabstraat en een overdekte binnenkoer die voor extra tentoonstellingsruimte zou zorgen. Of dit ooit nog gerealiseerd wordt, blijft een open vraag.
Niettemin werd in 2002 de naamsverandering tot DESIGNMUSEUM doorgevoerd.
Start van de tentoonstelling 'Gelinkt'
De schaduwen komen van de opgehangen kopjes 'Domoor' van Richard Hutten
Ook op het vlak van collectievorming moest hij aanvankelijk optornen tegen verstarde denkpatronen. Zijn allereerste aankoop, het 'Egyptische kastje' van Pieter De Bruyne, stuitte op het verzet van de toenmalige burgemeester, maar werd toch gerealiseerd. Het verdient dan ook een prominente plaats in de huidige tentoonstelling.
(In 2012 nam Waterschoenen u mee naar de retrospectieve tentoonstelling 'Pieter De Bruyne' in het Designmuseum.)
Na die eerste aankoop kon Lieven Daenens de collectie stelselmatig uitbreiden met meubels en designstukken van art nouveau tot vandaag.
Voor deze 'afscheidstentoonstelling' koos hij een dertigtal stukken uit de verworven collectie. Daar zijn kasten, stoelen, tafels, zetels, luchters, vazen, dienbladen, serviezen,... en zelfs volledige interieurs van Victor Horta, Henry Van de Velde en Paul Hankar bij.
Emiel Veranneman, Commode met schuine laden, 1979, hout, lakwerk (coll. Designmuseum Gent)
Maarten Baas, Smoke chair, 2002, hout, polyurethaan, leer (coll. Grand-Hornu Images)
Alessandro Mendini, Poltrona di Proust, 1978, hout, schuim, textiel, verf (coll. Designmuseum Gent)
Die stukken worden dan 'gelinkt' aan verwante objecten uit de collectie van het eigen museum of daarbuiten. Daardoor ontstaan kleine clusters van gelijkgezinde of elkaar uitdagende componenten.
Het begint al direct met een op de wand getekende suggestie van de art nouveau (voor de eigenlijke interieurs moet u een verdieping hoger zijn) en onder andere een ascetisch meubel van het designerskoppel Muller Van Severen.
Even verder staat de kleurrijke 'Poltrona di Proust' van Alessandro Mendini schitterend te contrasteren met de zwarte 'Smoke chair' van Maarten Baas.
Tejo Remy, Chest of drawers, 1991/2002,
hout, textiel (coll. Grand-Hornu Images)
Of wat dacht u van een opstelling met ladenkasten, waarin 'Chest of drawers' van Tejo Remy voor het Nederlandse DROOG de perfecte tegenpool vormt voor de 'Commode met schuine laden' die Emiel Veranneman voor De Coene Decor maakte.
En zo gaat het thematisch verder via 'kuipzetels' of 'piramides'. In die laatste wordt het reeds eerder genoemde 'Egyptische kastje' van Pieter De Bruyne gelinkt aan de roterende 'Pyramid' kast van Shiro Kuramata en diens banden met Ettore Sottsass (en dus Memphis en Alchemia - ga straks op de hoogste verdieping maar eens naar hun ontwerpen kijken).
Pieter De Bruyne, Egyptisch kastje, 1974,
houtn lakwerk, marmer (coll. Designmuseum Gent)
Ettore Sottsass zien we even later terug als industrieel productdesigner met zijn rode draagbare schrijfmachine, meteen gelinkt aan een witte notebook van Apple.
Vlakbij staat de grote, kleurrijke 'Boekentafel' van Richard Hutten en de hoek om vind je zijn minuscule 'Postzegelboekje'.
Op de tegenoverliggende hoek lijken een 'theewagen' (1931-32) van Gaston Eysselinckx en een 'Bijzettafel Butler' (2013) van (alweer) Richard Hutten voor elkaar geschapen.
Natuurlijk kan de 'Barcelona chair' (1929) door Mies van der Rohe hier niet ontbreken, met de gekruiste poten als verwijzing naar de antieke vouwstoelen met 'koninklijke' allure.
Maar er is nog veel meer te ontdekken op en onder de stellingen in de centrale ruimte en in de rest van de tentoonstellingszaal.
Mies van der Rohe, Barcelona chair, 1929,
chroomstaal, leer (coll. Designmuseum Gent)
Bovendien mag u nog naar de hogere verdiepingen voor de art nouveau interieurs en de andere ontwerpen van Memphis, Pieter De Bruyne, Veranneman, en talloze anderen uit de vaste collectie.
Een niet te verwaarlozen element voor design is het begrip 'functionaliteit'. Zonder een minimum aan functionaliteit is er sprake van autonome kunst in plaats van design.
Deze tentoonstelling is al een tijd aan de gang. Curator Chris Meplon leidt u in DIT FILMPJE al even rond en Lieven Daenens vertelt zijn museumverhaal.
De kelderverdieping huisvest een tentoonstelling voor de liefhebbers van glas: Seguso Vetri d'Arte (1932-1973).
Zicht op de binnenkoer en achtergevel voorbouw van het Designmuseum
GELINKT
tot 2 maart 2014
in
DESIGNMUSEUM
Jan Breydelstraat 5
9000 GENT
dinsdag tot zondag: 10 - 18 uur
© Art Spotter voor WATERSCHOENEN
Geen opmerkingen:
Een reactie posten