Zoeken in deze blog

dinsdag 28 oktober 2008

OPEN ATELIERS 2008 in GENT

Vorig weekend kon je ondermeer in Gent op bezoek in de natuurlijke habitat van kunstenaars: hun atelier.
Met 85 deelnemende kunstenaars, 10 organisaties en 42 locaties was kiezen uiteraard de boodschap. Wij beperkten ons tot 2 locaties met in totaal zowat 40 kunstenaars: het Begijnhof in de Lange Violettestraat en de Leopoldskazerne. Op deze plaatsen stelt de vzw NUCLEO ateliers ter beschikking van de kunstenaars.
NUCLEO is gevestigd in de 'Infirmerie' van het Begijnhof, in de schaduw van de Begijnhofkerk.
'Nucleo is een vzw die zich tot doel stelt in Gent en omgeving kwaliteitsvolle en betaalbare ateliers te ontwikkelen voor kunstenaars uit verschillende kunstdisciplines'
'Nucleo wil ook de contacten tussen kunstenaars en de relatie met hun omgeving stimuleren. Ook wil de vereniging voorzien in productiefaciliteiten (zoals bijvoorbeeld een zeefdrukinstallatie of een keramiekoven). Daarenboven zoekt men contacten met curatoren, conservatoren en andere spelers in het artistieke circuit.
Dankzij de medewerking van de Stad Gent kunnen diverse panden gevaloriseerd en als atelierruimte aangeboden worden.

Ingang van het Begga Convent met links de 'Infirmerie'
en rechtdoor de voormalige school
Sommige kunstenaars hebben nog even opgeruimd om de bezoekers te (kunnen) ontvangen. Voor de meesten lijkt het ook een beetje onwennig om zoveel volk over de vloer te krijgen. De ene trekt zich met een schetsboek terug in een zetel. De andere schuifelt wat rond of probeert zelfs een beetje onzichtbaar te worden. Hier en daar is ook iemand echt aan het werk.
In bepaalde ateliers ruik je de verf, in andere komt de duisternis je tegemoet (onderbroken door het visueel geweld van computers en beamers). Bepaalde kunstenaars ontvangen je in een 'orde der dingen' zoals je die ook in hun werk ziet verschijnen. De verscheidenheid zorgt ervoor dat elke bezoeker zich wel ergens thuisvoelt.
Wij nemen je mee op een fotografische wandeling bij kunstenaars die ons opvielen...

Nicoline Van Stapele geeft uitleg over haar 'Berta-project'

Schitterend fotografisch werk in het atelier van Wim De Maat

2e en 3e jaar Beeld(houw)atelier van Sint-Lucas zorgen voor 'computer-speels'
'klank- en lichtspel'


Alles wat je wilde weten over betonnen sierplaten in België (en daarbuiten?)
Binnenkort staat Gunther Moriau met dit project bij de Verbeke Foundation.

Een niet zo zonnige zondagnamiddag in het Begijnhof: alles 'peis en vree'

Een bijzonder prettige verrassing in de Leopoldskazerne...
Maaike Leyn met indrukwekkende houtskooltekeningen op doek.
Even uit het raam kijken naar de Boekentoren van Henri Van de Velde
Terug naar de 'echte ' wereld via deze trap die ons aan werk van
Xavier Mellery doet denken.
(ga bij gelegenheid eens in het Museum van Elsene kijken)

Heb je dit weekend gemist of kan je er niet genoeg van krijgen?
Dan kan je op 8 november nog naar de
'Closing Night van de Open Ateliers Nucleo'
ACEC, Dok Noord 4
9000 GENT
GRATIS INKOM
Receptie van 21 tot 22 uur + performance van MMO
Galerie met werk van verschillende Nucleo-kunstenaars
en
Arty-Farty-Party met verschillende DJ's

Meer weten over NUCLEO vzw en haar KUNSTENAARS?
(c) artspotter voor waterschoenen







donderdag 23 oktober 2008

Samen 4 X zichzelf bij Galerie EL in Welle

Vorige zaterdag moesten we ons even in bochten wringen om van de ene vernissage in Aalst (Van Provo to nu: kunst in een sociaal-politieke context) naar de andere bij Galerie EL in Welle te gaan.
Galeriehouder en beeldend kunstenaar Eric De Smet schrijft een dubbel verhaal, vermits hij samen met zijn generatiegenoten Raphaël BUEDTS, Paul GEES en Freddy VAN PARYS de affiche vult.
Deze vier heren (van om en bij de 6O jaar) hebben hun wilde haren al lang achter zich gelaten, maar zijn nog lang niet toe aan een 'artistiek' pensioen.

Deze qua omvang bescheiden tentoonstelling getuigt van een scherpe visie. De geknakte rechtlijnigheid van Freddy Van Parys en Paul Gees gaat een rechtstreekse dialoog aan met het krassende zoeken van Eric De Smet of het doordachte, maar tijdig stoppende kappen van Raphaël Buedts.

Paul Gees creëert met hout, metaal en steen telkens weer een spanning, waarin de rechtlijnigheid tegelijk benadrukt en doorbroken wordt. Drie werken uit 2008 toont hij hier: 'Nis', 'Inslag' en 'Split'.

Raphaël Buedts presenteert naast een tekening en een schilderij, twee minimaal-natuurlijke houtsculpturen. Het beeld 'Put' uit kastanjehout is met bloem gevuld. Het doet ons onvermijdelijk denken aan de stuifmeel-werken van Wolfgang Laib...

Freddy Van Parys tast in zijn droge-naald-etsen het vierkant af. Hij speelt op berekende wijze met de omtreklijnen en doorbreekt op die manier de rechtlijnigheid, zonder zich buiten het terrein te begeven.

Bij Eric De Smet speelt het leven en de kunst zich af tussen 'Noodzaak', 'Toeval' en 'Verlangen'. Hij tast het blad af zoals hij dat met het leven doet: hij stelt vast, gaat verder op verkenning, blijft staan of loopt al eens verloren, ontdekt nieuwe wegen of mogelijkheden, wil zich buiten het blad begeven maar weet zich gebonden door de grenzen ervan. Toch probeert hij het telkens opnieuw. Let ook op de titels van zijn werken...
Nog tot 23 november 2008
bij Galerie EL
Drieselken 38
9473 Welle
vr-za-zo: 14-18 uur
en na afspraak 053/66.43.82 of info@galerie-el.be

(c) artspotter voor waterschoenen

dinsdag 21 oktober 2008

VAN PROVO TOT NU: kunst in een sociaal-politieke context


Performance door Ann Van de Vyvere en groep tijdens de vernissage

Sinds vorige zaterdag loopt in Aalst een schitterende dubbeltentoonstelling in CC De Werf en het Stedelijk Museum 't Gasthuys.

'Provo' in de titel verwijst uiteraard naar de Provo-beweging die in 1965 in Nederland ontstond als uiting van 'geweldloos anarchisme' en ook hier een voedingsbodem vond. 'Provo' is ook duidelijk afgeleid van 'provoceren' en staat dus voor het ageren tegen de gangbare socio- politieke normen en waarden.

Heel wat groepen of individuele kunstenaars hebben zich sindsdien met hun eigen artistieke middelen afgezet tegen bepaalde maatschappelijke problemen of fenomenen. Soms zijn ze erin geslaagd de wereld rondom zich positief te beïnvloeden, maar in heel wat gevallen zijn ze ook op een gigantische muur van onbegrip en onwil bij de heersende klasse gestoten of maakten ze keihard kennis met ongekende vormen van censuur of gerechtelijke vervolging.

Maar deze tentoonstelling toont ook de authentieke gevallen van positieve inzet om kunst op een democratische manier bij de mensen te brengen. Initiatieven als de grafiekuitgaven van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Gent (het huidige SMAK) of de (reeds in 1954) artistieke en poëtische uitgaven van de Galerie Drieghe uit Wetteren waren duidelijk pionierswerk.

Roger D'Hondt, de samensteller van deze tentoonstelling, toont hier een schitterend overzicht met (inter)nationale allure. Dat deze tentoonstelling in Aalst doorgaat, heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat hij daar woont, maar het is duidelijk dat ook de aanwezigheid van Louis-Paul Boon en Priester Daens (als bekende 'dwarsliggers') een extra dimensie aan deze tentoonstelling toevoegt. Roger D'Hondt heeft met zijn galerie 'New Reform' in de jaren 70 een voortrekkersrol gespeeld op het vlak van progressieve, niet-commerciële, geëngageerde en experimentele kunst. Deze materie kent hij bijgevolg door en door.

L'imitation du cinéma (1959)
Provocatieve film van Marcel Mariën
In het Stedelijk Museum zijn twee zalen volledig gewijd aan deze tentoonstelling. In andere zalen werd gekozen voor confrontatie met de bestaande opstelling.

In de 'Boonzaal' bieden vier tafelvitrines plaats voor alle documenten in verband met 'censuur': van het Aalsterse 'BOM'-tijdschrift met vermeende erotische teksten tot de problemen met het tentoonstellen van de 'Fenominale Feminatheek' van Boon in Antwerpen.


De pelsen jassen van Frank JMA Castelyns
In de eerste grote zaal wordt vooral documentatiemateriaal getoond van de kunstenaarsgroep 'Kleenex, over 'Mass and Individual Moving', het Antwerpse 'Vaga', de galerie 'Drieghe' of 'Celbeton', aangevuld met 'L'invitaiton du cinéma' van Marcel Mariën of een film over de blinde dichter Marcel van Maele.


Zaaloverzicht 'Tweede zaal' in het Stedelijk Museum

De tweede zaal richt zich meer op de kunstwerken als dusdanig met werk van o.a. Sven 't Jolle, Luc Deleu, Johan van Geluwe, de affiches van Frans Pans, assemblages van Marcel van Maele, de 'Stille Kempen' van Jef Geys, de foto's van Mariën en de 'strijd der titanen' tussen champagne en coca-cola door Frank JMA Castelyns.


En vergeet ook de bovenzaal 'Valerius De Saedeleer' niet. Daar wacht een schitterende confrontatie (noem het gerust een samenspraak) tussen de 'Leiebocht' van Valerius en het originele, artistieke vlot (zie foto op 'Aalstdailyphoto') waarmee Roger Raveel in 1972 opkwam voor het behoud van 'zijn' Leiebocht.
Let bij terugkeer door de 'Daenszaal' even op de spiegel met opschrift die kunstenaar Luk Berghe daar geplaatst heeft...(een schitterende vondst in deze omgeving).


Het socio-politiek nieuwsdagboek (2006-2007) van Luk Berghe

In CC De Werf tenslotte worden een aantal hedendaagse werken gepresenteerd: o.a. het gigantische nieuws-dagboek van Luk Berghe, de 'symbolencollectie' pelsen jassen van Frank JMA Castelyns, de video over de activiteiten van het dans-performancecollectief 'Irma Firma' rond Ann Van de Vyvere...(tijdens de vernissage was er overigens een performance van deze groep)


Deze tentoonstelling licht de sluier op van zowat 50 jaar artistiek-maatschappelijke geschiedenis in Vlaanderen. Het geeft ons vooral een beeld van de drang naar en de nood aan artistieke vrijheid en het gevecht voor de vrijheid van meningsuiting.

Het is zeker geen simpele tentoonstelling: er wordt een zeer genuanceerd beeld geschetst aan de hand van kunstwerken en een pak nooit eerder vertoonde documenten. Het is dus zeker geen tentoonstelling waar je zomaar eventjes doorloopt. Ze creëert echter, zowel voor mensen die deze periode meegemaakt hebben als voor de jeugd , een doordacht overzicht. Bovendien is er voor de bezoekers een mooie (gratis) catalogus.


Het is hoe dan ook een tentoonstelling die je moet gezien hebben!


Werk van Sven 't Jolle



(c) artspotter voor waterschoenen




vrijdag 17 oktober 2008

Nicoline van Stapele bij Galerie c. de vos

Het zijn drukke tijden voor Nicoline van Stapele (°1964). Op 4 oktober werd in het vernieuwde kinderdagverblijf van de VUB in Elsene haar kinder-speel-sculptuur 'Berta' ingehuldigd. Vorige zaterdag stond ze met haar tentoonstelling 'Berta 2' in de galerie van Cathy De Vos.
Het ruimtelijk werk van Nicoline van Stapele kan men niet eenduidig beeldhouwwerk noemen, terwijl haar tweedimensionaal werk zich dikwijls niet zomaar in het grafische laat vastpinnen, maar veeleer probeert om het oppervlak te doorboren of eruit te springen.
Ze presenteert enerzijds organische vormen (zoals bijvoorbeeld de niervorm in 'Berta', waarvan een kleine versie op de bovenverdieping van de galerie) of andere aan de natuur ontleende vormen zoals bij de zwart-witte wandsculptuur (zie foto hierna) voor in de galerie. Maar net zo goed laat ze zich inspireren door het zuiver geometrische.

Haar opleiding in de afdeling beeldhouwkunst van de Gentse academie (1987), gekoppeld aan een bijkomende opleiding restauratie (1989), leverde haar ongetwijfeld een gedegen vorm- en materiaalkennis op.
In deze tentoonstelling toont ze afgeronde, in zichzelf gekeerde vormen. Maar soms creëert ze ook vormen die zich lijken te ontplooien, zoals in de grote wandinstallatie (22 stukken) die ze voor het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen maakte (U moet bij gelegenheid maar eens gaan kijken op de vierde verdieping van het Provinciaal Administratie Centrum in Gent -Zuid).
Voor haar wandsculpturen grijpt ze graag naar gips, dat zich vlot laat bewerken tot haar afgeronde, soms koele maar soms ook sensuele vormwoordenschat.
Voor het werk dat van twee dimensies uitgaat (maar er zich niet noodzakelijk toe beperkt), maakt ze gebruik van uiteenlopende, banale materialen zoals touw, repen rubber of de ventielen van fietsbanden, ijzerdraad, verf, lijm, papier, kunststof,...

Soms speelt ook de omgeving van het werk, bijvoorbeeld de muur waar het hangt, een rol in het geheel (zie foto hierboven).


Bij de restauratie van beeldhouwwerk krijgt ze ongetwijfeld te maken met heel wat klassieke materialen. In haar vrije werk laat ze zich graag gaan met minder voor de hand liggende ingrediënten.
Laat U zeker verleiden door de twee 'wandsculpturen' (zie foto hierboven) met karton en ventielen: speels en minutieus...

Nog tot 9 november 2008
bij galerie c. de vos
Oude Gentbaan 295-297
B 9300 AALST
vr-za: 14 - 18 uur
zo: 10.30 - 13.30 uur
en na afspraak 053/41.37.89
email: info@galcdevos.be


Nicoline van Stapele neemt op 25 en 26 oktober deel aan de actie 'Open Atelier'

(Infirmerie - Lange Violettenstraat 239 - 9000 GENT)
Info: http://www.open-ateliers.be/

(c) artspotter voor waterschoenen

donderdag 16 oktober 2008

BOEKenKASTen SURPLUS in GENT

De boekenkasten die sinds 10 oktober in een speciale tentoonstelling exclusief voor België tentoongesteld worden bij SURPLUS in Gent, zijn een godsgeschenk voor liefhebbers van minimalisme.
Elisabeth LUX (°1955), een Duitse architecte en beeldend kunstenares uit Berlijn, heeft voor PASTOE (een Nederlandse producent) deze kasten ontworpen in het verlengde van haar sculpturaal werk. Ze werkt enkel met vertikale en horizontale lijnen. Dit is absoluut minimalisme in de geest van Judd, maar dan wel rekening houden met een maximale gebruikswaarde.
De boekenkasten presenteren onder de naam 'Motion' een flexibel systeem van aan elkaar gekoppelde kastjes op wielen, die zowel tegen een wand als vrijstaand in de ruimte opgesteld kunnen worden. Een uitgebreid kleurengamma zorgt voor een extra dimensie in de ruimtelijke en esthetische waarde van deze kasten.
Ook in de vorige tentoonstelling ging het over boekenkasten...
Met zijn ontwerp 'Babel PH07' presenteert Hans De Pelsmacker echter een totaal andere benadering dan de rechtlijnigheid van Elisabeth Lux.
De Pelsmacker gaat uit van het labyrint als metafoor voor de zoektocht naar kennis. Zijn (in principe) losstaande boekenkasten bevatten dan ook verschillende compartimenten met zelfs 'verborgen' hoekjes en de mogelijkheid om extra losse elementen toe te voegen.
Van elk ontwerp worden maximaal 10 exemplaren geproduceerd.
Een extra dimensie wordt geleverd in de samenwerking met beeldend kunstenaar Benoit van Innis, die met gekleurde en beschilderde keramiektegels de kasten van De Pelsmacker een uniek karakter bezorgt.
SURPLUS INTERIEUR staat van 17 tot 26 oktober 2008 ook op Interieur in Kortrijk.
SURPLUS INTERIEUR
Zwartezusterstraat 9
9000 GENT
di - vrij: 10-12.30 en 14-18 uur
za: 11-18 uur
Tel: 09/223.52.94
(c) artspotter voor waterschoenen

maandag 13 oktober 2008

In het spoor van Luc De Blok

Onze afspraak met Luc De Blok gaat door in CC De Werf tijdens zijn overzichtstentoonstelling '20 jaar Luc De Blok', waarover wij reeds berichtten in 'Waterschoenen.blogspot.com' op 10 september 2008.

Luc De Blok is kunstenaar en leerkracht. Tussen twee lessen maakt hij even tijd voor ons.
We maken kennis met een man, die het gelukkigst is in zijn atelier of in zijn school, waar hij nog steeds met overtuiging liefde voor de kunst bij zijn leerlingen wil brengen.

Praten over zichzelf is wellicht minder aan hem besteed. Hij toont zich in zijn werk en blijft voor de rest het liefst op de achtergrond. Maar waarmee kan een beeldend kunstenaar beter overtuigen dan met zijn werk?

Tijdens ons gesprek komt een 'meester met zijn klas' de tentoonstelling bezoeken. Het maakt Luc De Blok enorm blij. Wanneer wat later een collega-leerkracht van hem met zijn klas verschijnt, is hij dubbel tevreden en neemt deze klas nog vijf minuutjes mee door 'zijn' tentoonstelling.


Van pril begin tot bewuste keuze


Luc De Blok werd op 23 november 1949 in Aalst geboren als Luc De Block (met c) (de c verdween meteen bij het begin van zijn artistieke carrière). Zijn vader was 'schoolmeester' van de jongensschool in Meldert, het dorp waar hij opgroeide (en overigens tot 1978 woonde).

In de kleuterklas zat hij eerst bij zuster Pascale, die hem (zoals dat toen gebruikelijk was) duidelijk maakte dat je niet met je linkerhand tekent en (later) zeker ook niet schrijft. Dus werd die linkerhand ingepakt met een grove, bruine vod (die via een missionaris uit toenmalig Belgisch Congo kwam).
In de lagere school bij je vader in de klas zitten, was niet altijd vanzelfsprekend. Als 'dromer' kwam hij meer dan eens in conflict met 'de meester', maar uiteindelijk overleefde hij zonder al te veel kleerscheuren zijn schoolse carrière.
Nadien trok hij naar het toenmalige Sint-Thomas in Brussel om zelf onderwijzer te worden. Maar al heel snel ontdekte hij daar de ateliers van de opleiding Plastische Kunsten en maakte de overstap.


De verbeelding aan de macht


'Mei 68' had hem vooral een positieve stimulans bezorgd. De slogan uit die tijd 'De verbeelding aan de macht' was hem op het lijf geschreven. Hij voelde zich met zijn opleiding geroepen om het kunstonderricht in het secundair onderwijs van een aantal progressieve ideeën te voorzien.

Vanaf het begin koos hij voor een gedeelde carrière: halftijds lesgeven en verder de grote vrijheid om ook als kunstenaar aan de slag te gaan.

Pas afgestudeerd trok hij meteen naar de Aalsterse academie om er, onder leiding van Geo Vindevoghel, tussen 1971 en 1976 de afdeling keramiek te volgen. Vindevoghel was zelf een klassieke beeldhouwer, waar Luc De Blok veel van opstak.
Intussen stelde hij als schilder vanaf 1972 regelmatig tentoon in binnen- en buitenland.

Leergierig als hij was, ging hij ook veel op reis. Met de auto trok hij naar Griekenland om de kunstschatten te ontdekken. Verder toerde hij door Europa om musea te bezoeken. Later, vanaf 1987, zou hij het Afrikaanse continent ontdekken...
Maar ook dicht bij huis toonde hij zich nieuwsgierig in verband met zijn werk. In de bronsgieterij 'Pakeshof' in Erembodegem leerde hij de verloren-was-techniek kennen en toepassen. Dat resulteerde in het maken van vrij figuratieve beeldjes (zoals we die bijvoorbeeld ook kennen van Reinhoud D'Haese). In het boek '1 door 3' koppelde hij ondermeer vijf van deze beelden aan gedichten van Louis Paul Boon.


Sporen in de klei


Intussen bleef ook de keramiek zijn volle aandacht opeisen. Sculpturale keramiek beleefde hoogtijdagen, ook in ons land dank zij het pionierswerk van bijvoorbeeld Pierre Caille of Carmen Dyonise. Luc De Blok trok zijn eigen spoor in deze discipline.
Hij werd onderscheiden met de Provinciale Prijs 1984 en werd in 1985 (samen met o.a. Wim Delvoye) bekroond in de Prijs 'Jeune Peinture Belge' (die intussen ook voor andere disciplines opengesteld was). Tussen 1980 en 1985 was hij bovendien elk jaar vertegenwoordigd op de jaarlijkse 'hoogmis' voor keramiekers in het Italiaanse Faenza.

In 1982-83 realiseerde hij het project 'Blok-notes'. Door een hondertal personen, meestal kunstenaars, liet hij een kleitegel bewerken. Ze konden er hun eigen sporen in achterlaten. De resultaten waren uiteraard erg uiteenlopend. De tegels werden door De Blok gebakken en in een tweede bakproces van koperoxyde voorzien, wat zorgde voor een soort verouderingseffect: Luc De Blok als archeoloog.
Deze 'Blok-notes' behoren tot de vaste collectie van het PMMK in Oostende.

In 1978 had hij zijn atelier in Meldert verlaten voor een vaste stek in Gent. Hij bleef er tien jaar. In zijn nieuwe thuisbasis kende hij in de jaren '80 een grote artistieke respons. Toen de stad Aalst een groot kunstwerk voor het Cultureel Centrum zocht, kwam men via Jan Hoet bij Luc De Blok terecht. Het 'Open Boek' dat hij toen ontwierp, heeft zopas, naar aanleiding van de twintigste verjaardag een complete update gekregen.

Maar De Blok bleef steeds op verschillende terreinen en in uiteenlopende disciplines actief. In de jaren '80 ontpopte hij zich meermaals als installatiekunstenaar, mede geïnspireerd door de drang naar monumentaliteit.

Intussen zette hij ook zijn reizen verder, nooit via de geëigende toeristische paden, maar via het netwerk van een vriendenkring die hij in de loop der jaren opbouwde. Dat was zijn vorm van 'netwerken': overal ter wereld mensen kennen waar hij kan verblijven en die ook bij hem welkom zijn.
Ook in zijn werk bleef hij als einzelgänger aan de slag. Wanneer hij een techniek leerde kennen, wilde hij daar (ook nu nog) mee experimenteren.


Zo wijst hij ons op het grote wand-werk (zie detail op de foto hierboven): '1953-1990', een experiment op het vlak van emailleren. Als klein kind (1953) had hij vastgesteld dat je met een heet strijkijzer een 'heel mooie' afdruk kon achterlaten (wat hem toen een flinke rammeling opleverde). Jaren later bereikte hij dus met eenzelfde strijkijzer verrassende resultaten bij het emailleren.

Voor zijn vernieuwende inbreng in de emailleerkunst werd hij in Japan (1996) bekroond. Het was meteen de eerste en de enige keer dat hij het Ministerie van Cultuur contacteerde in verband met een eventuele subsidie voor de reis naar Japan...


Naar Afrika


In 1987 volgde dan de 'ontdekking' van Afrika. Voor hem ging een nieuwe wereld open: van West-Afrika (Mali, Niger, Burkina Faso,...) ging het naar Centraal-Afrika (Congo, Oeganda, Rwanda,...) en verder naar het zuiden (Namibië, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Zambia,...).

In Afrika ontdekte hij een andere benadering van het leven, de omgeving, de natuur. Hieruit putte hij voor zijn werk als kunstenaar een nieuw vocabularium en een ander instrumentarium.

In 1992 zag hij op een marktje in Zaïre (Congo) het stuk 'stof' uit zijn kleuterklas-periode. 'Orobugo', een weefsel gemaakt van gehamerde boomschors, werd de nieuwe drager voor zijn (soms zeer grote) schilderijen van geometrische vormen, die op hun beurt (deels) ontleend zijn aan de leefwereld van de Afrikaanse bevolking. Waar hij tevoren fineerhout gebruikte, kwam nu orobugo in de plaats.

Eveneens in Afrika vond hij de meest recente dragers voor zijn schilderijen: meelzakken uit Togo, beschilderd met een mix van tekens ontleend aan de plaatselijke medicijnmannen en zijn eigen sporen-taal, ontleend aan ervaringen en herinneringen.


Luc De Blok werkt multicureel in de ware betekenis van het woord. Hij slaagt erin de Afrikaanse en Westerse cultuur tot een nieuw geheel te kneden, nadat hij zich als een 'betrokken antropoloog' met enorm respect de Afrikaanse component eigen gemaakt heeft.


Terug naar de beeldhouwkunst


De vormgeving uit zijn keramiekopleiding tijdens de eerste helft van de jaren '70 en zijn eerste ervaringen met het bronsgieten bleven hem uiteraard bij.

In 1997 gebruikte hij voor het eerst bronzen gietkanalen die overblijven na het gieten van een beeld. Door ze aan elkaar te lassen, creëerde hij nieuwe beelden die eruitzien als vervlochten takken. (We denken hier onwillekeurig aan een bronzen beeld uit het Middelheim Openluchtmuseum...'Nooit joeg de wind de groene blaren op' van Alik Cavaliere. Dit bronzen beeld is een wirwar van stekelige takken waarin kleine figuren, bladeren en vruchten verstrikt zitten.)

Bij Luc De Blok hebben deze sculpturen als overkoepelende titel 'Nests & Chrysalis' (*1). Met de jaren zijn ze geëvolueerd van strakke, veeleer statische naar rondere, levendige vormen. In de takkenconstructies integreert De Blok ook traditionele beelden, ontleend aan de natuur of de (Afrikaanse) cultuur. Let bijvoorbeeld eens op de recente aanpassing van het 'Open Boek' bij het Cultuurcentrum De Werf: de bronzen vogel in zijn grote, ronde nest.


Als reactie op het creationisme (*2) dat vanuit Amerika (en recent ook in Nederland) weer de kop opsteekt, heeft hij een beeld gemaakt van de aap op de gestileerde boom. Dit is 'Lucy op haar tak' als bevestiging van de evolutietheorie.
Deze werken behoren tot de voorlopig laatste fase in het werk van Luc De Blok. Al bijna 40 jaar experimenteert hij met vormen en technieken. Geen techniek is hem vreemd, maar naast een grote ambachtelijke kennis sluit hij ook het experiment niet uit!
Inhoudelijk blijft hij werken met de wisselwerking tussen cultuur en natuur. Voor hem stoelt het begrip multicultureel op een gelijkwaardigheid van culturen, met inachtname van zowel de Afrikaanse als de Westerse eigenheid.
(*1) chrysalis = 'pop' als de fase waarin een rups zich ingekapseld heeft in een cocon, om er later als vlinder uit te komen.
(*2) creationisme = de religieus geïnspireerde opvatting dat het heelal en dus ook de aarde met planten, dieren en mensen het gevolg zijn van een goddelijke scheppingsdaad (in tegenstelling tot de evolutietheorie).

(c) artspotter voor waterschoenen