Zowat een jaar geleden stond ik, na een uitgebreide wandeling langs de quasi ontelbare standen op Art Brussels, plots oog in oog met een wonderlijke sculptuur (een beetje vereenzaamd aan de buitenkant op de stand van Galerie Geukens&De Vil). Nu ja, oog in oog is in verband met deze sculptuur een nogal ongepaste uitdrukking.
Op een vierkante sokkel met dambordmotief staat een jongensfiguur met korte broek, zwarte schoenen en witte kousjes. Tot daar lijkt alles gewoon, ware het niet dat van het bovenlichaam enkel een half verbrande torso overblijft.
Een ‘vreemde ontmoeting’ is hier als omschrijving zeker op zijn plaats, maar toch zorgde het niet voor een beangstigende ervaring. Het beeld liet me echter niet meer los en tot vandaag staat het op mijn netvlies ‘gebrand’.
De kunstenares achter deze sculptuur bleek Sofie MULLER (°1974) te zijn. ‘Oscar’ (2010) is een sculpturale combinatie van gepatineerd brons en verbrand hout.
Enkele maanden later ontmoette ik, door toedoen van een gemeenschappelijke kennis, Sofie Muller tijdens een boekvoorstelling in het SMAK. Toen we elkaar in januari van dit jaar tijdens de nocturne in de Antwerpse galeriebuurt van het Zuid opnieuw ontmoetten, leek de tijd rijp om een afspraak voor een atelierbezoek te maken.
Een paar weken geleden stond ik bij Sofie Muller op de stoep in het Gentse Prinsenhof. In haar geklasseerde en dus historisch niet onbelangrijke woning heeft ze, met haar partner en dochter Anna (die ze overigens in 2007 vereeuwigde in een schitterende witte sculptuur) sinds enige tijd een onderkomen gevonden. Bovendien werd hier ook woon- en werkruimte gecreëerd voor andere (niet toevallig artistieke) bewoners.
'Wanabe' in mini-versie (c) Sofie Muller
Dit woonhuis met roots in de achttiende eeuw, kwam in 1858 in het bezit van Baron Jean-Baptiste Bethune, de man die de neogotiek in België lanceerde en de Sint-Lucasscholen stichtte. De band met de kunst en de kunstgeschiedenis is hier dus heel stevig verankerd.
Sofie Muller neemt me meteen mee voor een verkenning van het huis. Vanuit de grote inrijpoort met doorgang naar de achterliggende tuin en de voormalige paardenstallen, kom je in de tussenhal, die voor- en achterhuis verdeelt. Hier heerst een zeer gedempt natuurlijk licht, waardoor een beschuttend effect gecreëerd wordt. Enkele antieke beelden (al was het maar dat ene engeltje) bepalen mee de sfeer van geborgenheid en leggen ook de link naar de afkomst van de bewoonster als kind van antiquairs.
Geworteld in de klassieke vormgeving beschikt ze ongetwijfeld over een solide basis voor haar eigentijdse sculpturen. Ze begon overigens met een studie ‘schilderkunst’ in de Antwerpse academie. Meteen daarna (1996) verhuisde ze naar Gent, waar ze een lesopdracht in het Deeltijds Kunstonderwijs kreeg (die ze sinds de geboorte van haar dochter in 2006 onderbroken heeft) en ook nog de tijd nam voor extra studies ‘vrije grafiek’ en ‘beeldhouwen’. In haar beeldhouwklas was ze de enige die figuratief werkte.
Shemale child - Elza - Alice (c) Sofie Muller
Op de eerste verdieping ligt eenzelfde tussenhal die meteen ook dienst doet als tentoonstellingsruimte voor enkele van haar sculpturen. Hier wordt het gebrek aan natuurlijke lichtinval tegelijk gekoesterd en gecompenseerd door een strak afgelijnde lichtbron achter de witte sculptuur ‘Elza’ (2009).
In ‘Elza’ heeft ze een beeld gecreëerd van haar dementerende grootmoeder, gezeten op een schommel (als symbool voor de terugkeer in de tijd). De touwen van de schommel houden echter boven haar hoofd op, alsof de band met de realiteit doorgesneden is. Het tere wit van epoxy en marmer benadrukt de onomkeerbare breekbaarheid van Elza en de overduidelijke empathie van de kunstenares met haar ‘onderwerp’.
Maar in heel deze ruimte hangt die sfeer van ontheemding, het bevroren zijn in een moment, weg van een controleerbare werkelijkheid. Ik zie hier ‘Shemale child’ (2006) in gepatineerd brons, een kruising tussen een jongen en een meisje. Die versmelting van de seksen is een thema waar Sofie Muller al een hele tijd mee bezig is.
Ik ontdek hier ook nog ‘Alice’ (2008), die in haar glazen hoek geheel in zichzelf gekeerd is. Haar gezicht is als het ware met die hoek vergroeid. ‘Tristan’ (2006) zit op een stoeltje, maar hoort in de originele opstelling thuis op de rand van een onderzoeksbed uit een dokterskabinet. Al haar figuren zijn op zichzelf aangewezen, afgesloten van de omgeving. Je kan als bezoeker ook onmogelijk oogcontact maken, aangezien hun ogen steeds ‘weggewerkt’ zijn.
We keren terug naar beneden en bezoeken … het toilet, een gedeeltelijke remake van haar installatie ‘Nipple Closet’ (2007). De muren van het toilet zijn bezet met tegels waaruit tepels groeien. Het toilet zelf is hier uiteraard een gewoon exemplaar, maar in ‘Nipple Closet’ was dat een bidet waaruit bloed opborrelde, zodat de ruimte er steeds meer mee bespat werd. Het werk kaderde onder meer in haar bekommernis omtrent de vervaging der seksen door hormonale pollutie van het water.
Glasraam van Jean-Baptiste Bethune
Via de tuin gaan we nu de ateliers aan de overkant verkennen. Maar eerst worden we opgehouden door de onverwachte ontmoeting met een neogotisch glasraam boven de inrijpoort. Dit beeld ken ik uit een exemplaar van het tijdschrift ‘Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen’ (OKV 25e jg., 1987-88, nr. 1) over kunstenaarsateliers. De reeds vernoemde Jean-Baptiste Bethune had in dit huis zijn atelier voor glasramen en dit exemplaar is dus uiteraard van zijn hand.
De ruimte met het glasraam, die er als exponent van de neogotiek als een soort kapel uitziet, is overigens nog in volle restauratie. Sofie Muller stelt zich deze plek nu al voor als de ideale bibliotheek. Ik neem aan dat ze via een of andere bevriende antiquair ook wel wat aangepast meubilair op de kop zal kunnen tikken. Ze heeft overigens al een ‘Chesterfield’ in gedachten: zitten, liggen, lezen, studeren, dromen,… het moet hier binnen afzienbare tijd allemaal lukken.
Via de vroegere paardenstallen komen we op de eerste verdieping in het grote tekenatelier. Het lijkt, met het grote bord, wel een klaslokaal uit een vervlogen tijd. Heeft ze hier recent speciaal opgeruimd of is het altijd zo ontzettend ordelijk… ? Het overdadige licht vanuit de tuin maakt deze ruimte op zich al zo klaar.
'Hangjongen' in het beeldhouwatelier
(c) Sofie Muller
Beneden vinden we naast de voormalige paardenstallen het kleinere beeldhouw- of boetseeratelier. Hier worden we verwelkomd door de nieuwe beelden in opbouw, waarvan die ‘hangjongen’ bijna klaar is. De andere twee sculpturen zijn nog in volle opbouw of transformatie. Hoe het er allemaal precies gaat uitzien, blijft nog grotendeels een raadsel. Maar de thematiek is duidelijk in evolutie.
De precisie in opbouw en afwerking is van die aard dat ze zich slechts door ‘traagheid’ laat rechtvaardigen. Wanneer een werk voor haar klaar is, vertrekt het voor een volgende fase naar de ‘mouleur’, die een negatief maakt, waarmee de uiteindelijke sculptuur in brons of andere materialen gegoten wordt.
In het beeldhouwatelier staat, hoog tegen de muur nog een kleine uitvoering van haar eerste beeld ‘Wanabe’ (2002), maar ook haar ‘Eve’ (2007) die met haar eigen bloed cirkels op de muur tekent.
Naast ‘Wanabe’ ontdekken we ook een versie in miniatuur van het werk ‘Leap of Faith’ (2010) dat ze in opdracht van de Provincie Oost-Vlaanderen maakte voor het project ‘Een thuis voor een beeld’. De uiteindelijke sculptuur staat op het plein voor het kasteel van Laarne. Momenteel krijgt de omgeving nog een flinke opknapbeurt, maar de sculptuur zelf laat daar nu al een onuitwisbare indruk na.
'Leap of faith' in Laarne (c) Sofie Muller
‘Leap of Faith’ stelt een paar meisjesbenen met plooirokje voor, springend op de vakjes van een hinkelspel. Hiermee verwijst Sofie Muller enerzijds naar de straat als speelruimte, maar ook naar het grondplan van een middeleeuwse kathedraal. A leap of faith: een sprong vol vertrouwen, een sprong in het ongewisse of een combinatie van beide.
Intussen heeft zich alweer een nieuwe opdracht aangediend. Ze is door de stad en het OCMW van Genk uitgenodigd om een werk te maken voor de ‘Welzijnscampus’. In de aanloop naar dit project heeft ze onlangs enkele dagen ter plekke doorgebracht om de sfeer en de omgeving in zich op te nemen. Nu kunnen de ideeën rustig opborrelen, groeien en tot bloei komen, zodat in 2012 ook Genk een sculptuur van Sofie Muller kan onthullen.
Haar kunst is er altijd een van en voor mensen, herkenbaar en in detail verzorgd, eenvoudig maar verre van simpel. Haar productie is, zoals reeds eerder aangehaald, beperkt. Maar in elke nieuwe sculptuur wil ze naar de kern. In haar recente werken lijkt ze de genderproblematiek te verlaten en zich (nog) meer op de psychologie van haar personages toe te spitsen.
Ze werkt op een klassieke manier aan sculpturen ‘met een angel(tje)’: ze zien er misschien op het eerste gezicht onschuldig uit, maar hebben toch altijd een verborgen kant…
Vanuit het tekenatelier...
Sofie Muller heeft blijkbaar iets met kastelen. In 2008 nam ze in het kasteel van Gaasbeek deel aan de tentoonstelling ‘Markiezin zkt. Kunst’ en sinds vorig jaar staat haar ‘Leap of faith’ voor het kasteel van Laarne. ‘My home is my castle’ zal ze wellicht niet als motto boven haar deur hangen, maar het is hier in elk geval een schitterende plek om te wonen en te werken.
Tot slot ontmoeten we nog haar partner Peter Willems, die als illustrator en striptekenaar aan de slag is.
Meer over Sofie Muller… haar sculpturen, tekeningen, aquarellen, tentoonstellingen in binnen- en buitenland,… vind je op: