Het nieuwe 'Musée Magritte Museum' bevindt zich op het Koningsplein en maakt deel uit van het gebouwencomplex van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.
René Magritte, wereldwijd onze meest bekende Belgische surrealist, heeft eindelijk het museum gekregen dat hij al lang verdiende. Het 'Musée Magritte Museum' opende begin juni 2009 de deuren. Verdeeld over drie verdiepingen van het voormalige hotel Altenloh worden zo'n 250 werken van de kunstenaar afgewisseld met een schat aan documentair materiaal van en over Magritte en zijn entourage.
Je kan het museum binnenkomen via het Koningsplein of via de hoofdingang van het Museum voor Schone Kunsten even verderop in de Regentschapsstraat.
Het museumparcours begint hoe dan ook op verdieping +3 voor een chronologische wandeling doorheen het leven en werk van René Magritte.
Voor je de eerste zaal binnenstapt krijg je nog dit uitzicht over de Kunstberg en een deel van Brussel.
De eerste periode start bij zijn geboorte (1898) in het Henegouwse Lessines en loopt tot 1929: de eerste artistieke activiteiten, de ontdekking van Giorgio de Chirico en de surrealisten met het verblijf in Parijs en de kring rond André Breton.
In de toiletten dwaalt de surrealistische geest van Magritte
Een verdieping lager (+2) duiken we in de periode 1930-1950, met vooreerst de terugkeer naar Brussel. De Magrittes vestigden zich op de benedenverdieping van een huis in Jette (Esseghemstraat 135), waar ze overigens tot 1954 bleven wonen en dat in de oorspronkelijke staat hersteld werd om sinds 1999 als Magrittemuseum (http://www.magrittemuseum.be/) de deuren te openen.
Magritte moest zich aanvankelijk (door de crisis van de jaren '30) vooral met reclamewerk staande houden. In de 'alleskamer' (keuken-atelier) kwamen echter ook heel wat belangrijke werken tot stand.
Het museumparcours begint hoe dan ook op verdieping +3 voor een chronologische wandeling doorheen het leven en werk van René Magritte.
Voor je de eerste zaal binnenstapt krijg je nog dit uitzicht over de Kunstberg en een deel van Brussel.
De eerste periode start bij zijn geboorte (1898) in het Henegouwse Lessines en loopt tot 1929: de eerste artistieke activiteiten, de ontdekking van Giorgio de Chirico en de surrealisten met het verblijf in Parijs en de kring rond André Breton.
In de toiletten dwaalt de surrealistische geest van Magritte
Een verdieping lager (+2) duiken we in de periode 1930-1950, met vooreerst de terugkeer naar Brussel. De Magrittes vestigden zich op de benedenverdieping van een huis in Jette (Esseghemstraat 135), waar ze overigens tot 1954 bleven wonen en dat in de oorspronkelijke staat hersteld werd om sinds 1999 als Magrittemuseum (http://www.magrittemuseum.be/) de deuren te openen.
Magritte moest zich aanvankelijk (door de crisis van de jaren '30) vooral met reclamewerk staande houden. In de 'alleskamer' (keuken-atelier) kwamen echter ook heel wat belangrijke werken tot stand.
Nu wacht ons hier nog verdieping +1, waarvoor het museum kon putten uit de periode 1951 tot de dood van Magritte in 1967. Werken als 'Het rijk der lichten' (in verschillende versies) of 'Het domein van Arnheim' wachten hier op ons.
Hier vinden we o.a. ook het portret van Harry Torczyner, de Antwerps-Amerikaanse advokaat, die voor René Magritte optrad als zijn 'ambassadeur' in de Verenigde Staten.
Link: http://www.sixlog.be/2007/04/harry-torczyner/
Link: http://www.sixlog.be/2007/04/harry-torczyner/
Het gelijkvloers geeft weer toegang tot het Koningsplein, maar op -1 wacht ook nog de Museumshop voor een catalogus of Magritte-gadget... aan U de keuze!
De wanden in de museumzalen zijn voorzien van citaten door René Magritte. Een boekje bij de ingang geeft een volledig overzicht en een vertaling van de oorspronkelijk Franse teksten.
Eén korte tekst (uit de eerste zaal op +3) willen we U bij deze meegeven (de rest ontdekt U ongetwijfeld zelf):
'Il n'y a pas de choix: pas d'art sans la vie'
Alle info op
Alle info op
Geen opmerkingen:
Een reactie posten