Zoeken in deze blog

maandag 16 juli 2018

WANDELEN IN WATOU TUSSEN VERLANGEN EN TROOST




Bij mij thuis staat een tot kunstwerk getransformeerd kistje waarin ooit twee wijnflessen zaten. Op het schuifdeurtje prijkt de tekst 'pas de vie sans envie'. Het bevat een hele reeks geschilderde bordjes die ik, rekening houdend met het verlangen van het moment, kan uitstallen. Dat kan gaan van 'envie de soleil', 'envie de parler', 'envie de silence', 'envie d'évasion' over 'envie de lire' en talloze andere verlangens of wensen tot 'envie d'amour' en 'envie de changer d'avis'.

In 1970 scoorde de Canadese zanger Marc Hamilton een wereldhit met het liedje 'Comme j'ai toujours envie d'aimer'.

Verlangen, lust, begeerte... noem maar op. Het maakt onveranderlijk deel uit van het menselijk bestaan. Zonder verlangen is er geen leven: pas de die sans envie.
Ook in de kunst is dat gegeven onherroepelijk aanwezig. Zonder verlangen zou er wellicht geen kunst zijn.

Hugo Claus schreef  'Het verlangen', Marcel Möring had het over 'Het grote verlangen' en fotograaf Michiel Hendrickx bracht ons 'Het verlangen naar Frankrijk'.

Sommige verlangens kunnen eenvoudig bevredigd worden, andere lijken moeilijk of helemaal niet haalbaar. Dat kan leiden tot verdriet of het verlangen kan bijgesteld worden. In beide gevallen kan troost zich opdringen, want tenslotte is het hele leven een aaneenschakeling van al dan niet haalbare verlangens: pas de vie sans envie



Pas de vie sans envie


We moeten met andere woorden vooruit! 

En dus trokken we met onze WATERSCHOENEN naar WATOU voor een zonnige wandeling tussen VERLANGEN en TROOST in een traditionele mix van poëzie en beeldende kunst.

De laatste twee edities hebben we bewust gemist (begin 2016 hadden we onze WATERSCHOENEN aan de wilgen gehangen). Maar nu zijn we er weel helemaal klaar voor, blakend van verlangen (of mogen we hier het oneindig mooie Vlaamse woord GOESTING gebruiken.


Binnenkomen in het Festivalhuis


In de eerste kamer (rechts) van het Festivalhuis worden we door Maud BEKAERT meteen met de neus op de feiten gedrukt . 'NOOIT KOMT EEN EIND AAN ONS VERLANGEN'. De eindzin uit het gedicht 'Whale Spotting' van haar partner Peter VERHELST is een grote woordsculptuur in cortenstaal. De toon is gezet.

Met zijn witte wereldbol, een detail uit het project 'Bricoler l'incurable' biedt Mohamed EL BAZ ons als toeschouwer de kans de wereld heruit te vinden, geen eenvoudige opdracht in deze verwarrende tijden.
Aan de overkant van de hal wordt de kamer beheerst door de intimistische dubbelsculptuur (Katrin DEKONINCK) van twee tegenover elkaar staande meisjes, met hun hoofd rustend op een plank. Het ene meisje kijkt met verlangende blik naar de andere, maar die houdt de ogen dicht. Zullen verlangen en troost elkaar bereiken...?

Een gedicht van Bernard DEWULF houdt de meisjes gezelschap:

'Rust wel, mijn hoofd, rust niet te snel.
Het is nog lang niet straks.
En wees niet bang, wij zijn het maar.'

...

De felrode antropomorfe sculptuur van Grzegorz GWIADZA en de roodbruine, typische tekening van Arpaïs DU BOIS (Désamorcer son baiser) lijken de weergave van tegengestelde verlangens. Terwijl de sculptuur uit zichzelf wil ontsnappen plooit de roodbruine hartvorm op zichzelf terug.

In de gang sta ik plots oog in oog met het mij welbekende gedicht 'Een zwemmer is een ruiter' van Paul SNOEK, hem op het lijf geschreven: 'Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water' en eindigend met 'Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn. Het wordt hier gekoppeld aan kleurrijke schilderijen van zwemmers (Sigrid VON LINTIG) die hier spijtig genoeg een beetje te weinig ademruimte hebben. 
(Ik denk hier onvermijdelijk ook aan het werk van Stéphanie Leblon.)

Op de verdieping biedt Peter DE MEYER enige troost aan alle kunstenaars en dichters die niet in deze (en andere) tentoonstellingen vertegenwoordigd zijn, met de tekst op een marmeren plaat:

IN MEMORY OF

THE WORKS OF ART
THAT DID NOT MAKE IT
INTO THE SHOW 

We laten U hier nog even verder op ontdekking gaan en nemen U dan mee naar de zolder,
bij Danielle VAN ZADELHOFF, Anton COTTELEER, Su-Mei TSE, Paulien BOONS (met haar installatie die we ook in Duffel zagen) en Hanne VAN ROMPAEY (met haar reuzegrote houtskooltekening van een banale Vlaamse straat, die we reeds in 2011 bij 'Coming People' in het SMAK ontdekten - Waterschoenen 11 december 2011)).

Maar er zijn nog meer bekenden in huis, met o.a. Peter MORRENS, Hervé MARTIJN, Thé VAN BERGEN of Jonas VAN STEENKISTE.




Anton Cotteleer, The Rosewood Resident, 2015
 Hanne Van Rompaey, 51°03' 82" N 3° 39' 18.99" 0, 2011
Sue Mei Tse, Swing, 2007

Hogerop in de Vijfhoekstraat wachten ons twee kleine huisjes en een buitenlocatie in het kasteelpark.

Allereerst naar DE RODE HOED, de tweede (uiterst sterke) locatie van het parcours. Ook hier blijkt dat de begrippen verlangen en troost wel heel verschillende invullingen kunnen krijgen.

Gurt SWANENBERG dompelt ons onder in wereld van Mc Donalds, waarbij hij een terugkeer bepleit van de kunstmatige, gecontroleerde natuur naar de echte natuur, weg van de 'eenheidsworst' (in casu de hamburger).

Jani LEINONEN stuurt met zijn gemanipuleerde verpakkingen aan op burgerlijke ongehoorzaamheid, het niet langer klakkeloos aannemen van wat wereldwijde merken (en bij uitbreiding overheden) ons voorspiegelen.

De installatie door Geertje VANGENECHTEN in een klein kamertje grijpt je echt naar de keel. De muren en het meubilair zijn volgetekend en beschilderd in een quasi waanzinnige enscenering, waar je niet op uitgekeken raakt, terwijl je er ook van weg wil.

En dan is er Maarten VANDEN EYNDE die letterlijk de duistere krochten opzoekt in het achterste gedeelte van dit kleine huisje. Vanden Eynde stelt al jaren vragen bij de ongeremde drang naar vooruitgang op technologisch vlak en de impact op de wereldwijde verdeling van welvaart en kennis. Als een archeoloog van de toekomst presenteert hij ons hier met 'The Last Human' de restanten van de laatste mens en een 'fossiele telefoon'. 
Vorig jaar ontmoetten we hem nog in Bozar bij de Belgian Art Prize, waar hij de Publieksprijs kreeg. (Waterschoenen 28 maart 2017)


Het huis VIJFHOEKSTRAAT 13 is nog onooglijker, maar net groot genoeg voor de confrontatie tussen twee sculpturen en een groot schilderij. De grijze 'Ma(n)donna' met witte baby van José COBO straalt een (bezorgde) vaderlijke rust uit naast de Kleurrijke, wilde 'Magic Mama' van Nadia NAVEAU.
Tatjana GERHARD deconstrueert in 'Rag doll act #1' de realiteit en bouwt nieuwe combinaties, waarin de realistische elementen het decor vormen voor een 'onverwachte act' van een kubistisch getint dubbel-personage.

Wat verder duiken we even de tuin van het kasteel in voor een afspraak met twee beeldhouwers: Nadia NAVEAU en Luk VAN SOOM.

Het gedicht van Jeroen VAN KAN is hier op zijn plaats:

'dat het nooit is wat het lijkt maar soms wel
is wat het soms zo moeilijk maakt soms zelf
te moeilijk om vast te stellen wat is...'

(Van 14 tot 18 uur - woensdag tot zondag - kunt U op deze plek ook naar de kunstgalerie KASTEELSTRAAT1.
(zie de bespreking in deze blog op 6 juli)


Sculpturen van Frauke Wilken 
rond de vijver van en in de Douviehoeve


We verlaten de Kasteelstraat en gaan langs de Steenvoordestraat naar de DOUVIEHOEVE, sinds jaren een plek waar intieme sfeerschepping en artistiek spektakel een plek vinden.

Dit jaar zorgt Hans OP DE BEECK met zijn film 'The Girl' voor traagheid en een sterk beladen sfeerschepping in de oude stal vooraan. De duistere beelden op het scherm en de  streepjes zon tussen de dakpannen houden elkaar moeiteloos in evenwicht. De bezoekers nemen blijkbaar vanzelf de tijd, meedrijvend op de golven van het 'verhaal'.

Ga in de volgende ruimte langs bij de lichtsculptuur (of mag ik die uitgepuurde vorm van een huis 'architectuur' noemen?) van Massimo UBERTI, waarbij de 'Schläfer' van Frauke WILKEN zich thuis voelen.


Hans Op de Beeck, 'The Girl' (momentopname), 2017


Had U daarnet al een beetje het gevoel dat U in de slipstream van de Venetiaanse Biënnale terechtgekomen was, dan bent U in de volgende zaal helemaal terug in het Arsenale tijdens de Biënnale van 2017.

Twee imponerende werken die ginder een aparte ruimte innamen, hebben hier elkaars gezelschap gekregen. Door die combinatie versterken ze elkaar.

Het houten huis waar het binnenregent, 'Living Dog Among Dead Lions' van Vajiko CHACHKHIANI staat voor een sterke symboliek. 

De catalogus omschrijft het als volgt:
"De regen symboliseert een reiniging en zelfs een nieuw leven, maar staat tegelijk ook voor de verwoesting.
De titel is een verwijzing naar de bijbel, waarin de 'dead lions' staan voor onbeheerste en agressieve mensen, die uiteindelijk in benarde situaties gedood worden. De 'living dog' is de introverte bescheiden mens, die dankzij zijn berusting in leven blijft, zelfs in barre tijden."

Dichteres Moya De Feyter formuleert een en ander in haar gedicht 'Weer het huis op het plein':
...
je kunt een huis tekenen
daarna de muren weggommen
het zal nog steeds een huis zijn
in het echt moet je dat niet proberen
...

En dan is er die schitterende, kleurrijke ingreep van textielkunstenares Sheila HICKS...



Vajiko Chachkhiani, Living Dog Amongst Dead Lions, 2017
& Sheila Hicks, Escalade beyond chromatic lands, 2017


De stalletjes naast de vijver zijn telkens weer onvermoede 'kijkdozen', die ook dit jaar enkele parels bevatten.Neem nu het bronzen beeldje van Grzegorz GWIAZDA, de hangende man met de lampen van Bernardi ROIG of de complexe, bevreemdende wereld van Gideon KIEFER.


Gideon Kiefer, Stigmata: A General Jist, 2015


We keren terug naar het dorp en belanden eerst in de GRAANSCHUUR.

Daar worden we begroet door twee 'oude' bekenden: Edit DEKYNDT en Thomas LEROOY.

Vorig jaar mochten we U Edith DEKYNDT met haar 'ijzeren gordijn' in WATERSCHOENEN voorstellen naar aanleiding van de Belgian Art Prize in Bozar (waar ook Maarten Vanden Eynde vertegenwoordigd was - Waterschoenen 28 maart 2017) en tijdens de zomer van datzelfde jaar zorgde ze tijdens de Biënnale van Venetië voor een opmerkelijke installatie 'One Thousand and One Nights'. (Waterschoenen 15 augustus 2017)

Thomas LEROOY kwam onlangs nog uitgebreid aan bod in WATERSCHOENEN in confrontatie met Félicien Rops in het Kasteel van Gaasbeek. (Waterschoenen 10 april 2018)

De uitgangspunten, de werkwijze en de resultaten van deze twee kunstenaars mogen dan al uiterst verschillende zijn, toch stellen ze allebei vragen over de mens, zijn relaties met de natuurlijke omgeving, met zichzelf of met de medemens.
De broosheid van het materiaal bij Edith DEKYNDT (witte klei op stof) staat in schril contrast met de bedrieglijke broosheid bij Thomas LEROOY, die zoals steeds BRONZEN sculpturen maakt.



Peter De Meyer, Hang on, 2017
 & Greet Desal, The Private Party, 2017

Gerd KANZ kan me met zijn 'geschonden' sculptuur moeiteloos overtuigen en in het achterkamertje laat ik me meeslepen door de geslaagde combinatie tussen de sculptuur van Greet DESAL en de versleten vlaggetjes van Peter DE MEYER

Johan CLARYSSE zet de beeldenstroom even stil.


Tanya Schultz, The color of a dream I had, 2018


Een volgende afspraak wacht ons in het nabijgelegen PAROCHIEHUISJE.

Met 'The colour of a dream I had' neemt Tanya SCHULTZ ons mee in haar suikerzoete, snoepjeskleurige installatie die de voorkamer inneemt. Het lijkt een sprookjeslandschap, dat ons terugvoert naar een zorgeloze kindertijd. Maar ook in sprookjesland kan schijn wel eens bedrieglijk zijn, net zoals in de echte wereld.

Let in het volgende kamertje zeker op de combinatie tussen het gedicht van Roland JOORIS ('Amorf) en de dubbelsculptuur 'Communication' door Erlend VAN LANDEGHEM.

Even verder kunnen we met Franz SCHMIDT ontsnappen naar 'Somewhere over the rainbow', een kleurrijke sculptuur die de weg naar een zorgeloze plek effent.


Roland Jooris, Amorf


In het BRENNEPARK staan we meteen oog in oog met drie grote billboards van David DE POOTER: Verboden Vrucht.

De teksten 'RAAK ME AAN' en 'STREEL ME' waren bij ons bezoek al beklad door een overijverige tagger die de boodschap net iets te persoonlijk begrepen had.
'BEMIN ME' leek nog onaangeroerd.


David De Pooter, Verboden Vrucht, 2018


In de kelder van de BROUWERIJ vult het indrukwekkende bed van Nelly AGASSI de hele ruimte. De deels flitsende neontekst aan het hoofdeinde '(Wel)come Home' zorgt voor een extra toets in deze huiselijke en troostende omgeving.
Een onbekende dame naast mij vertrouwt me haar grote verlangen toe: "Daar zou ik wel eens willen inliggen". Ik kan haar alleen maar gelijk geven: "Ga gerust Uw gang mevrouw. Ik zal het niet verder vertellen".
Maar ik vermoed dat het toch niet de bedoeling is, want zoals ik ooit in Venetië las: DO NOT TOUCH THE ART.

Terug buiten kan ik mij laven aan het geaffecteerde stemgeluid van Hugo CLAUS die uit heel wat luidsprekers tegelijk zijn eigen gedicht voorleest.
...
"Denk aan de vingers die deze regels schreven
in onze tijd van verlangen
en die je streelden tijdens hun leven.
...

Het is geen toeval dat ook de dichter-schilder Jan VANRIET hier neerstrijkt met zijn 'vergankelijke schildering' op een poort, als herinnering aan de in 2002 overleden dichter Eddy van Vliet. Het beeld stelt ceremoniemeester Gwy Mandelinck (oprichter en bezieler van de Poëziezomers van Watou tussen 1980 en 2008) voor die, in aanwezigheid van o.a. Vanriet en Claus, de as van hun vriend in Watou uitstrooit.



Nelly Agassi, Bedroom, 2005 - (wel) come home, 2018


Aan de overkant staat 'Brazil' van PANAMARENKO ons op te wachten, een zoveelste voorbeeld van het verlangen om te vliegen, de droom om te zetten in werkelijkheid.

Verder komen we terecht in een soort min-mini versie van het Venetiaanse Arsenale. De sfeer is er ijzersterk dankzij de industriële omgeving en de zorgvuldig uitgekozen kunstwerken.

Adel ABDESSEMED steelt hier (wat ons betreft) de show met zijn gevoelige (in verschillende betekenissen) installatie 'Feux' (uit: Le Chagrin des Belges). 
ABDESSEMD liet zich inderdaad inspireren door 'Het verdriet van België' om een reeks werken in houtskool te maken, gebaseerd op verhalen over het Belgisch Congo van Leopold II.

De afgehakte en verbrande handen op de vloer zijn een duidelijke verwijzing naar de barbaarse manieren waarop de plaatselijke bevolking behandeld werd. De grote bolvormige sculpturen in verschroeid hout zijn een abstracte verwijzing naar dat thema.

Ik vraag mij even af wanneer die man daar bij dat grote ijzeren vat in de hoek zal weggaan, zodat ik zelf eens kan kijken, maar dan blijkt het een levensechte sculptuur van Tang NANNAN te zijn.

De kleurrijke ballonsculpturen op schommels van Todd ROBINSON voelen zich blijkbaar perfect in evenwicht of is het toch een zich krampachtig vastklampen? 





Adel Abdessemed, Feux, 2018
Uit Le Chagrin des Belges

Nu rest ons nog de KERK, waar we al meteen troost vinden in de 1000 koffiemokken (bakjes troost) van Casper BRAAT. Wie als bezoeker zelf een eigen mok of kopje meebrengt, kan het inwisselen tegen een echte 'Braatmok'. Toch even met de suppoost afspreken.

Frauke WILKEN is alomtegenwoordig in Watou. Ook in de kerk struikel je bijna over haar 'cosy somethings', langgerekte, roze, nylon lichaamsvormen die zich in de beide zijgangen tussen de kerkstoelen uitstrekken. Hun lichamelijkheid laat je achter met een gevoel dat laveert tussen vertrouwdheid en onbehagen.

Met zijn spijkerbed in de vorm van een kruis klaagt Stephan MUIS het extremisme van doctrines aan, in casu het Christendom, maar dat kunnen net zo goed alle andere zijn: 'Too Many Martyrs'. 

Voor de elfde locatie moet U naar Poperinge.


KUNSTENFESTIVAL WATOU 2018

tot en met 2 september
vertrekkend in het
FESTIVALHUIS
WATOUPLEIN 12
8978 WATOU

woensdag tot zondag
van 11 tot 19 uur

maandag en dinsdag gesloten
BEHALVE OP FEESTDAGEN

VERDERE INFO:




© Art Spotter / Waterschoenen



Geen opmerkingen: