Zoeken in deze blog

vrijdag 11 april 2008

Roger D'HONDT: het geheugen van de avant-garde in Aalst

Een gesprek met Roger D'HONDT



Op 21 september 2008 wordt Roger D'Hondt 60 jaar. Hij gaat dan met pensioen. Maar voor het fameuze 'zwarte gat' hoeft hij helemaal niet bang te zijn. Hij ontvangt je met zoveel enthousiasme en vertelt meteen over zijn huidige en toekomstige activiteiten. Hoewel hij sinds begin 2007 niet meer in de gemeenteraad zit (hij nam niet meer deel aan de verkiezingen van 2006), is hij toch nog meer dan voldoende geëngageerd als voorzitter van de vzw 'Schulden op School'.

Daarnaast werkt hij reeds volop aan de voorbereiding van een tentoonstelling die in het najaar in het Stedelijk Museum van Aalst zal doorgaan: 'Kunst van Provo tot nu' (Kunst in een sociaal-politieke context), waarin hij o.a. Roger Raveel, Panamarenko en Marcel Mariën gaat confronteren met nieuwe generaties kunstenaars.

We maken een wandeling door het leven van een man op de soms dunne scheidingslijn tussen sociaal engagement en hedendaagse kunst.

Zijn devies: "Als ik iets doe, wil ik de beste zijn!"


Hoe het allemaal begon



Op zijn vijftiende reeds raakte Roger D'Hondt gefascineerd door kunst. In de Stationsstraat had Cyriel Temmerman naast zijn krantenwinkel een galerie 'Vertikaal'. Daar kwam Roger D'Hondt in contact met kunst. Hij raakte bevriend met de schilder Walter Schelfhout, zijn gesprekspartner over de abstracte kunst en haar toekomst.
Maar het was uiteindelijk een boek van Michel Seuphor over de abstracte kunst dat hem de weg naar de internationale kunst toonde. (Hij kreeg een goedkope Duitse pocket te pakken: 'Abstrakte Malerei'.)
De jonge Roger D'Hondt ging op zoek naar kunst in binnen- en buitenland. Hij reisde naar Keulen, Amsterdam, Parijs en Milaan.
De volgende stap... rendez-vous met de kunst
Een minstens even belangrijke fase in zijn leven was zijn legerdienst. Hij kwam terecht in het Duitse Kassel, vlakbij het toenmalige 'Ijzeren Gordijn'. In militaire termen was hij niet meteen een modelsoldaat, maar veeleer een dwarsligger. Dat leidde hem echter naar een bijzonder boeiende opdracht.
Als verbindingsman tussen de militairen en de stad Kassel werd hij een soort cultureel tussenpersoon. Hij kon tenvolle de stad verkennen. Het was 1968 en de internationale kunstmanifestatie 'Documenta' was aan haar vierde editie toe.
Roger D'Hondt had het allemaal binnen handbereik. Het was de Documenta waarin vooral de Pop-art en de Op-art gepromoot werden. Dus was daar plots Andy Warhol of hielp hij mee in het grote 'ballon-project' van Christo.
Hij leerde er Werner Kraus (professor van de Hochschule Kassel) kennen en kreeg goede contacten met de Galerie Ricke (de vertegenwoordiger voor de Pop-art in Europa).
Documenta 4 was uiteraard ook in de ban van het woelige 'mei 68' en de protestacties waren dan ook niet weg (o.a. Wolf Vostell en Jörg Immendorf protesteerden tegen het ontbreken van nieuwe kunstrichtingen als Fluxus, happening, performance,... en het gebrek aan politiek-historische bijdragen).
'Mei 68': de ideeën leven nu nog altijd




Door 'mei 68' werd de maatschappij opengebroken met ideeën over vrijheid, vrijheid van meningsuiting en engagement, die tot vandaag het leven van Roger D'Hondt blijven beïnvloeden.
In 1967 raakte hij reeds betrokken bij de Reform gallery van Walter Schelfhout. Hier werd vooral de lyrische abstractie (inclusief Cobra) naar voor geschoven. Het initiatief zou tot 1969 standhouden. In 1968 was hij betrokken bij de Aalsterse toneelgroep PAN en de opvoering van het toneelstuk 'Politie' van de Poolse auteur Slavomir Mrozek.
Maar Roger D'Hondt wou verder in de beeldende kunst, veel verder dan Reform, met een forum voor niet-commerciële, hedendaagse kunstuitingen als performance, conceptuele kunst, happening,...
Zoals hij het zelf in zijn beginmanifest stelde: "... elke traditionele figuratie zal worden geweerd... de gallery zal duidelijk de voorkeur geven aan de geometrie en de konstruktieve kunst, nieuwe stromingen als 'conceptual art' zullen eveneens worden gebracht. Met enkele namen kunnen wij het situeren als van bram bogart tot van den branden, van stanley brouwn tot fontana...".
Na een eerste initiatief in het Stedelijk Museum Aalst 'Art and Idea' beschikte Roger D'Hondt vanaf juni 1971 over een eerste eigen ruimte: een underground-galerie in de kelders van een groot huis in de toenmalige Schoolstraat (nu Bert van Hoorickstraat).
Hij haalde zowel binnen-als buitenlandse kunstenaars naar Aalst, maar nam ook deel aan initiatieven buitenshuis, binnen en buiten de landsgrenzen.
Gedurende bijn tien jaar speelde Roger D'Hondt met zijn galerie een prominente rol op het vlak van de nieuwe kunstvormen.
In 1978 organiseerde hij als laatste groot evenement het 'Performance Art Festival' in de Beursschouwburg in Brussel met werk van o.a. Paul Gees, Marina Abramovic & Ulay, Vito Acconci, Laurie Anderson.
Nog in datzelfde jaar werd hem de Europese Prijs Robert Schumann toegekend voor zijn onverdroten inzet voor de beeldende kunsten op Europees niveau.
Begin 1979 werd de werking van New Reform stopgezet met een ultieme tentoonstelling.
Dat dergelijk initiatief zolang heeft kunnen bestaan is uitstluitend te danken aan de ongelooflijke inzet van de initiatiefnemer en zijn vrouw, Marie-Hélène van Audenhove. Al die tijd stonden ze persoonlijk garant voor de opvang van tientallen kunstenaars. 'New Reform' was een galerie en hun huis een 'kunstenaarshotel'.
Daarenboven werden steeds duidelijke principes gehuldigd: NIET BETUTTELEN ! Wat de kunstenaars ook vragen, moet kunnen gerealiseerd worden. De ARTISTIEKE VRIJHEID is van het grootste belang.
Als je hoort hoe ze vandaag nog alle twee met vuur over die periode vertellen, is het perfect duidelijk: dit hadden ze voor geen geld willen missen!
Retrospectieve tentoonstelling 'New Reform'




In 1988 organiseerde de stad Aalst een overzichtstentoonstelling voor 'New Reform'. Het boek dat bij die gelegenheid werd uitgegeven, bevat een expressief, kleurrijk portret van Roger D'Hondt door Ane-Mie van Kerckhoven, die bij New Reform debuteerde.
(Enkele andere belangrijke nationale namen uit de stal van de galerie: Hugo Heyrman, Paul Gees, Ria Paquée, Jacques Charlier,...)
Bij die gelegenheid werd op de markt van Aalst overigens een permanent werk van Hugo Heyrman geïnstalleerd. De kunstenaar had het ontworpen voor het huis van Roger D'Hondt, maar die ijverde ervoor dat het openbaar bezit werd: een vroege ode aan de multiculturele samenleving in de vorm van een mozaïek-vredestapijt vlakbij het beeld van Dirk Martens (klein detail: het werk is naar Mekka gericht).
Van de kunst naar de politiek




In de jaren tachtig duikt Roger D'Hondt dan in de gemeentepolitiek op. Met de ideeën van 'mei 68' in het achterhoofd was hij ook tevoren al politiek geïnteresseerd. Schepen Bert Van Hoorick was ook voor hem een inspirerende figuur met vernieuwende ideeën.
Met de komst van Marc Galle nam Roger D'Hondt de draad met de actieve politiek weer op.
R.D.: "Ik wilde iets veranderen!"
Zijn activiteiten in de vzw 'Schulden op School' liggen ook nu nog in de lijn van zijn sociaal engagement.
Ook in de politiek liet de kunst hem niet los. Zo lanceerde hij ooit de idee om in Aalst een 'Museum van de Grafische Kunst' op te richten met natuurlijk de figuur van Dirk Martens als uitgangspunt. Zoveel jaren later lijkt dit voorstel wellicht in het Stedelijk Museum gerealiseerd te worden.
Tussendoor was hij ook nog eens, samen met o.a. Jan Hoet en Karel Geilandt, in het Paleis voor Schone Kunsten, medeoprichter van 'Jeugd en Plastische Kunst'.
Tussen 1991 en 1994 werd hij Schepen van o.a. jeugd, sport, gezinszorg,... (Cultuur had hij misschien nog liever gewild...).
Toen er een 'Prijs voor Aalsterse sporters' gegeven werd, liet hij door jonge Aalsterse kunstenaars een 'kunstprijs' maken i.p.v. de traditionele trofeeën.
Altijd weer stak die kunstmicrobe de kop op.
Toen je als politicus nog gadgets mocht uitdelen tijdens verkiezingscampagnes, liet hij een zeefdruk maken op 2000 exemplaren i.p.v. de traditionel stylo's of sleutelhangers weg te geven.
Leven met kunst




Het archief van New Reform staat momenteel bij 'Netwerk' in Aalst. In 2006 hebben ze daar overigens al een tentoonstelling aan 'New Reform' gewijd (in 1988 was de Netwerk Galerie ook al met New Reform gestart).
"Gelukkig heb ik dat daar mogen onderbrengen om het stukje bij beetje te ordenen. Hier in huis is dat niet te doen. Vanuit de Universiteit Antwerpen zou hier overigens binnenkort een doctoraatsstudie aan gewijd worden. Er is ook belangstelling van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Brussel om het archief over te nemen, maar voorlopig ben ik er nog te veel aan gehecht."
"Het staat hier in huis zo al vol met kunstboeken. Onlangs waren hier mensen van het Museum Ludwig (afdeling Wenen) die de collectie kwamen bekijken. Ze hadden graag een aantal werken meegenomen (gekocht) voor hun eigen verzameling, maar dat hebben we toch maar verhinderd. Die collectie moet als geheel bewaard blijven!".
Bent u ook kunstverzamelaar?




"In de loop der jaren hebben we natuurlijk een behoorlijke collectie bij elkaar gesprokkeld. Het uitgangspunt is altijd gebleven: constante vernieuwing! Ik kocht of koop iets om een kunstenaar te steunen. Maar we werken ook nu nog met een klein budget."
"Eigenlijk wil ik geen 'verzamelaar' zijn of genoemd worden, want 'verzamelen' heeft altijd een financiële implicatie en daar is het mij niet om te doen!"

Over Pieter De Bruyne
Toen enkele jaren geleden het huis van Pieter De Bruyne in de Stationsstraat te koop gesteld werd, hebt u ervoor gepleit det de stad het zou aankopen.
"Uiteraad, Pieter De Bruyne was een heel grote meneer in de wereld van de meubelkunst en design. Ik had graag gezien dat de stad het kocht om er een museum van te maken, maar blijkbaar was daar geen geld en geen interesse voor. Een deal tussen de stad en het Designmuseum in Gent (waar het archief van Pieter De Bruyne bewaard wordt) was ook mooi geweest. Maar dat is dan in private handen terechtgekomen en intussen alweer doorverkocht."

"Gelukkig hebben wij Pieter De Bruyne hier in huis: onze keuken is door hem ontworpen. Ons huis is bovendien één van de allereerste realisaties van architect Eugeen Liebaut".
Boon achterna: van Aalst naar Erembodegem
"Daar had ik nog nooit aan gedacht, maar nu je het zegt...". "Trouwens, ik heb wel iets met Boon, of beter gezegd met Ondineke. Onze bakker, Willy Coppens, heeft op mijn aandringen pralines gemaakt van 'Ondineke' naar het beeld van Frans De Vree dat in het Stedelijk Museum en op de binnenkoer van het stadhuis staat. Je moet die maar eens proeven...".
Welke droom wilt u nog verwezenlijkt zien?
"Eigenlijk speel ik al een hele tijd met de idee voor een nieuw soort galerie (kiikt samenzweerderig en met pretoogjes naar zijn vrouw). Ik ben ervan overtuigd dat je nog altijd zonder geld, maar met veel inzet een galerie kan starten. Het wordt dus geen galerie in de klassieke betekenis van een ruimte, maar in het openbaar domein, gratis en zonder drempelvrees. Laten we zeggen: KOMT ERAAN!"
Hebt u de kunstpassie ook doorgegeven aan uw kinderen?
"O ja, dat denk ik wel. En nu kunnen we aan de volgende generatie beginnen...(met een blik op één van de kleinkinderen).
Nog even voor het buitengaan...
Die politieke microbe was eigenlijk ook niet zo toevallig bij Roger D'Hondt terechtgkomen. Langs moederskant was zijn groottante Anna Snel het eerste vrouwelijk gemeenteraadslid in Aalst. (Ze heeft nu overigens een straat tussen de Pontstraat en de Burchtstraat vlakbij het Oud-Begijnhof) en zijn grootoom Henri Flips was in de jaren 1920 schepen van Burgerlijke Stand (m.a.w. de zus van zijn grootmoeder en de broer van zijn grootvader, in éénzelfde gezin).

"Kunst kan alleen maar betekenis hebben als ze rekening houdt met de realiteit", schreef Roger D'Hondt in 1970. Voor politiek geldt wellicht nog steeds hetzelfde. En de realiteit?... Ja, die is maar wat je ervan maakt...

(c) 'artspotter' voor 'waterschoenen.blogspot.com' en 'aalstdailyphoto.blogspot.com






Enkele foto's ter illustratie van deze tekst staan op

Geen opmerkingen: