Zoeken in deze blog

dinsdag 4 november 2008

Naar aanleiding van 60 jaar COBRA

Hugo Claus en Cobra... Een zachte vernieling


In 1988 verscheen van Hugo Claus de roman 'Een zachte vernieling'. Daarin beschrijft hij zijn eigen ervaringen met de leefwereld van dichters en kunstenaars in en rond de Cobragroep in het Parijs van begin jaren '50.

De namen zijn fictief, de groepsnaam is 'Asur' geworden, maar een aantal figuren verwijzen onmiskenbaar naar de echte hoofdrolspelers: in Friso Buyl herken je Karel Appel, Rob Lievens introduceert Corneille, Hoorne verwijst naarLucebert, Floris De Wilde is het alter ego van Simon Vinkenoog, Hans Andreus treedt op als Bernhard Waehlens, terwijl Hugo Claus zichzelf opvoert in de figuur van André Maertens.

COBRA werd op 6 november 1948 in Parijs opgericht door Christian DOTREMONT en Joseph NOIRET van Belgische zijde, Asger JORN voor de Deense component en Karel APPEL, CONSTANT en CORNEILLE van de Nederlandse Experimentele Groep.

De groepsnaam COBRA, een samensmelting van COpenhagen, BRussel en Amsterdam, werd enkele dagen na de oprichting voorgesteld door Christian Dotremont.

Met de verklaring 'La cause était entendu' zetten deze zes stichters zich af tegen de 'theoretische praatbarak' van de 'revolutionaire surrealisten'. Met Cobra wilden ze concreet aan het werk en de kunst voor zich laten spreken.


Het waren vooral Dotremont en Jorn die Cobra gedurende het driejarig bestaan internationaal draaiend hielden.

Hugo Claus maakte in feite niet rechtstreeks deel uit van de groep, maar kende wel de meeste hoofdrolspelers en was hoofdzakelijk bevriend met de schilders (zoals Appel). Zelf was hij trouwens dubbel actief als schrijver en beeldend kunstenaar, hoewel hij zijn beeldend werk meestal op de achtergrond hield.


Toch zou hij later, o.a. in de tentoonstelling 'Cobra - Post Cobra' (PMMK - Oostende, 1991) met zijn beeldend werk prominent opgevoerd worden.

Andere kunstenaars die wel bewust tot Cobra toetraden, waren o.a. Pierre ALECHINSKY.

Het was trouwens Alechinsky die de laatste groepstentoonstelling (november 1951) van Cobra organiseerde in het Luikse Museum (Jorn en Dotremont waren allebei met tbc in het sanatorium van het Deense Silkeborg opgenomen).

In 1993 werd het Luikse Museum (MAMAC) overigens, na jarenlange verwaarlozing, heropend met een Cobra-tentoonstelling. De werken kwamen uit de collectie Van Stuijvenberg, die in 1996 als basis zou dienen voor het Cobramuseum in Amstelveen.



Bibliografie

CLAUS, Hugo
Een zachte vernieling
Uitgeverij De Bezige Bij, 1988

MEIJER, Ruud
Parijs verplicht: Nederlandse schrijvers en kunstenaars in Parijs (1945-1970)
Uitgeverij Thomas Rap, 1989

STOKVIS, Willemijn
COBRA: geschiedenis, voorspel en betekenis van een beweging in de kunst van na de tweede wereldoorlog
Uitgeverij De Bezige Bij, 1990

VAN DEN BUSSCHE, Willy
COBRA POST COBRA
Uitgave PMMK Oostende, 1991


Overzichtstentoonstelling

COBRA

van 7.11.2008 tot 15.2.2009

in

KMSKB

BRUSSEL

Geen opmerkingen: