Toen ik ruim tien jaar geleden een tocht ondernam langs Belgische musea met een collectie moderne en/of hedendaagse kunst, kwam ik op heel wat plaatsen werk van Jean BRUSSELMANS (1884 - 1953) tegen.
Misschien dat (zoals dat dan heet) 'het grote publiek' niet meteen met die kunstenaar vertrouwd is, maar wie eenmaal een schilderij van hem gezien heeft, herkent nadien onvermijdelijk zijn andere werken.
In het Antwerpse KMSK ontmoette ik hem, maar ook in Mons, Brugge, Elsene, Brussel (KMSK), Gent (MSK), Luik (MAMAC), Oostende (toen nog PMMK en MSK), Deurle (MDD),...
Hoe meer ik van hem te zien kreeg, hoe meer ik in de ban raakte van zijn 'hoekige kleurrijkheid'.
Dat Mu.ZEE nu uitpakt met een tentoonstelling van zijn werk, is een kans die ik meteen benut heb (alhoewel de expo nog tot 4 september loopt).
Mu.ZEE
Een vijftigtal schilderijen zijn hier bij elkaar, waarvan enkele uit de eigen collectie en de rest in bruikleen uit openbare en private collecties. De tekeningen komen uit de eigen collectie en werden de laatste twee jaar verworven.
Laten we beginnen met een korte kennismaking: Jean BRUSSELMANS werd geboren in Brussel en kreeg een opleiding als lithograaf. Samen met Edgard Tytgat en Rik Wouters was hij ook leerling van Isidore Verheyden in de Brusselse academie. Aanvankelijk schilderde hij realistisch, later met luministische inslag. In 1913 stelde hij samen met o.a. Rik Wouters tentoon. Vanaf 1920 bekleedde hij een aparte plaats tegenover de wereld van het Vlaams expressionisme. Hij verwerkte geometrische en constructivistische elementen in zijn schilderijen, maar bleef steeds figuratief werken. Zijn landschappen, interieurs, stillevens (en zelfs zijn figuren) vertonen een felle vlakverdeling, die mede door het krachtige kleurgebruik extra benadrukt wordt.
Ondanks enige officiële erkenning bleef commerciëel succes grotendeel uit. Vanaf 1920 woonde hij met zijn vrouw (en tevens model) Marie (+ 1943) in het toen nog landelijke Dilbeek. Hun leven was een constant gevecht tegen de armoede. Toch ontstond in deze omstandigheden (o cliché) een onvermoed oeuvre.
De tentoonstelling in Mu.ZEE is geen retrospectieve, maar focust in hoofdzaak op de jaren '30, met enkele zijsprongen naar de jaren '20 en '40. Bovendien komen op een aantal plaatsen in de tentoonstelling moderne of hedendaagse ijkpunten voor met o.a. Marcel Broodthaers of Rodney Graham.
De tentoonstelling is door de curatoren, Phillip Van den Bossche en Koenraad Dedobbeleer, heel didactisch (maar daarom niet 'belerend') opgebouwd. De presentatie in compartimenten is gedeeltelijk eigen aan de indeling van het gebouw, maar wordt hier nog eens benadrukt door de minimale architecturale ingrepen van Kris Kimpe & Jan Verheyden.
(In de tentoonstelling 'Tegenlicht' in het SMAK zorgde de samenwerking tussen Dedobbeleer en Kimpe voor een opmerkelijke tentoonstelling)
Bij Brusselmans werd gekozen voor een klassieke presentatie. De verschillende onderwerpen uit het oeuvre krijgen een eigen kamer: stillevens, Brabantse landschappen, Oostende en de zee, portretten,...
Een korte wandeling door de tentoonstelling zal een en ander duidelijk maken. Voor het echte werk moet U uiteraard zelf naar Oostende. Daar krijgt U overigens een klein boekje dat U de weg door de tentoonstelling beschrijft.
Wij lichten hier een tip van de sluier op in de hoop dat U zich geroepen voelt de stap naar Mu.ZEE te zetten.
Handtekeningen van collega-kunstenaars in 1951
Op het gelijkvloers worden we meteen verwelkomd door zijn modellen: boeren, werkmensen, zijn uitverkoren vrouwelijk model (zijn vrouw Marie).
'La promenade' met de overduidelijk geometrische opmaak en het wonderlijke 'Moisson' zijn voor mij de absolute uitschieters.
Let in de kijkkasten met documentair materiaal (zie foto hierboven) op het schriftje met handtekeningen naar aanleiding van zijn tentoonstelling bij Galerie Apollo (februari 1951). Talloze collega-kunstenaars zijn hem hier komen groeten: Willy Anthoons, Roel D'Haese, Alice Frey, Gaston Bertrand, Rachel Baes, Edgard Tytgat, Jules Lismonde, Pierre Alechinsky,...
Op naar de eerste verdieping waar het overbekende 'La mansarde I' (1938) ons opwacht, met 'La mansarde II' (1939) als gelijkwaardig gezelschap.
Komend van de trap vinden we links het kabinet met stillevens en een aantal verhelderende en soms vertederende tekeningen, zoals het zalige 'Op het veld'.
De stillevens zijn wonderlijke juxtaposities van huiselijke voorwerpen, soms in enigszins oosters aandoende combinaties zoals in 'Nature morte au griffon' (1936). Wanneer hij, zoals in 'La cuisine' (1935) ook nog eens de vrouw des huizes mee portretteert, is het synthetisch-geometrisch realisme van Brusselmans compleet.
Ook 'Nature morte à la lampe' (1935) laat zich lezen als een soort collage.
Het gefilterde, natuurlijke licht via het gigantische raam aan de straatkant zorgt voor de perfecte omkadering.
Het middenste compartiment bevat aan één kant de winterse bomen-landschappen en daartegenover de zo typische gevelhuizen en tuinen van Brusselmans. 'Les jardins' (1934) zal U zeker bekoren. Bij 'Le mur blanc' (1933) moet ik onwillekeurig aan werk van Eugène Laermans denken ('De dode' 1904 - KMSK Brussel).
Met de fotomap 'Flanders Trees' (1990) van Rodney GRAHAM (°1949) wordt hier ook een eerste link gelegd naar de hedendaagse kunst en het tentoonstellingsprogramma van later dit jaar.
Zaaloverzicht met o.a. tekeningen
Dat Brusselmans ook een band met Oostende en de zee had, mag blijken uit enkele uitzonderlijke schilderijen, waaronder het bevreemdende 'La tempête' (1938) en een wonderlijke, tachistische 'Marine dorée' (1939).
Twee schitterende, in aquarel uitgevoerde landschappen met veel bomen ('Paysage 1949 en 1951) zijn duidelijk familie van het schilderij 'Le printemps' (1950).
Hier zie ik een geometrische aanpak van wat Maurice Wyckaert later in zijn 'imaginaire' landschappen op een veel lossere manier zal realiseren.
Let op de drie boekjes (Frans, Duits, Engels) van Marcel BROODTHAERS... 'Un voyage en mer du nord'... tegenover de trap naar de tweede verdieping. Maar we blijven nog even hier, want nu rest ons nog de onontgonnen ruimte achteraan, waar in hoofdzaak plaats gemaakt is voor de portretten.
Hier zie je ook enkele typische naakten, o.a. op het door de stad Oostende recent verworven schilderij 'Strandzicht met baadsters (en bewolkte lucht boven de zee)' (ca. 1935). Vergelijk sommige naakten met die op andere schilderijen...
Overzicht middenzaal
Tussendoor wordt U door Francis PICABIA nog meegenomen in de 'Rêve de Susanne' (1949).
Wij lieten ons alvast bekoren door de hoekige, wat koldereske soldaat (1933), het portret van Marie met de witte, kanten kap (1942) en het intrigerende 'Autoportrait à l'esclave' (1934).
Hier op het einde krijg je nog een idee van de vroegere winkelruimte (het gebouw was oorspronkelijk een coöperatief warenhuis).
Nu U er toch bent, kunt U ook een vleugje van de vaste collectie meepikken. Op de tweede verdieping wachten uiteenlopende namen en kunstrichtingen.
We citeren: James Ensor, Paul Delvaux, een mooi overzicht van het fotografisch realisme uit de jaren '70 (met o.a. een nog steeds schitterend 'Transitormeisje' uit 1974 van Jacques Verduyn of 'Parkingmeters' uit 1973 van Marcel Maeyer), Roger Raveel, Raoul De Keyser, Yves Velter, Pjeroo Roobjee, Vic Gentils, Pierre Alechinsky, Christian Dotremont, Patrick Van Caeckenbergh, Pol Mara,...
Buiten wacht de zee en hopelijk de zon.
JEAN BRUSSELMANS
Tot 4 september 2011
in Mu.ZEE
Romestraat 11
8400 OOSTENDE
10 - 18 uur
maandag gesloten
De catalogus verschijnt einde juni 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten