Villa De Olmen in Wieze speelt, sinds de start in 2008 als galerie voor hedendaagse kunst, de speciale troeven van het voormalige landhuis van de familie Callebaut ten volle uit.
Als geklasseerd gebouw is het voor sommige kunstenaars een zegen en voor anderen een gesel, maar zowel curatoren als kunstenaars staan er hoe dan ook voor een extra uitdaging.
Het kader kan als overweldigend overkomen, maar de juiste inbreng in de diverse kamers kan voor stille harmonie, dan wel voor sprekende tegenstellingen zorgen.
Wie in WATERSCHOENEN op zoek gaat naar voorbije tentoonstellingen in Villa De Olmen, ontdekt heel wat voorbeelden terzake.
Wat in verschillende voorgaande tentoonstellingen misschien onbewust toegepast werd, wordt in het huidige tentoonstellingsproject 'Sans gêne' enerzijds theoretisch onderbouwd om in feite meteen daarna weer in vraag gesteld te worden.
"Hoe kan een geconserveerd, geklasseerd monument als locatie en ruimte ingezet worden voor het tentoonstellen van actuele kunst ?"
Vanuit deze vraag gingen de curatoren (en zelf aanwezig als kunstenaars) Maria DE GREVE en Lieve D'HONDT op zoek naar kunstenaars en hun werken voor een confrontatie met deze burgerlijke villa uit het Interbellum (gebouwd in 1926) en waaraan ze 'Hitchcockiaanse' allures toekennen.
(Ik moet in dat laatste verband plots denken aan werk van UCAD)
Als geklasseerd gebouw is het voor sommige kunstenaars een zegen en voor anderen een gesel, maar zowel curatoren als kunstenaars staan er hoe dan ook voor een extra uitdaging.
Het kader kan als overweldigend overkomen, maar de juiste inbreng in de diverse kamers kan voor stille harmonie, dan wel voor sprekende tegenstellingen zorgen.
Wie in WATERSCHOENEN op zoek gaat naar voorbije tentoonstellingen in Villa De Olmen, ontdekt heel wat voorbeelden terzake.
Wat in verschillende voorgaande tentoonstellingen misschien onbewust toegepast werd, wordt in het huidige tentoonstellingsproject 'Sans gêne' enerzijds theoretisch onderbouwd om in feite meteen daarna weer in vraag gesteld te worden.
"Hoe kan een geconserveerd, geklasseerd monument als locatie en ruimte ingezet worden voor het tentoonstellen van actuele kunst ?"
Vanuit deze vraag gingen de curatoren (en zelf aanwezig als kunstenaars) Maria DE GREVE en Lieve D'HONDT op zoek naar kunstenaars en hun werken voor een confrontatie met deze burgerlijke villa uit het Interbellum (gebouwd in 1926) en waaraan ze 'Hitchcockiaanse' allures toekennen.
(Ik moet in dat laatste verband plots denken aan werk van UCAD)
Villa De Olmen
Het uitgangspunt komt dus onherroepelijk bij de kunstwerken zelf te liggen. Of ze zich in de nieuwe omgeving staande houden, zal dan ook grotendeels van hun picturale en inhoudelijke kracht afhangen.
Maar vooraleer diezelfde kunstwerken EN het tentoonstellingsdecor zichzelf teveel 'au sérieux' nemen, trekken de curatoren nog een blik verwijzingen open om het geheel in een sfeer van ongegeneerdheid, plezier, bescheidenheid, durf, 'burlesque',... te laten sudderen.
Ze suggereren verbanden met 'la période vâche' van René Magritte.
(In 1948 werd René Magritte eindelijk uitgenodigd voor een tentoonstelling in Parijs, waar hij twintig jaar eerder vruchteloos aansluiting gezocht had bij de surrealistische groep rond André Breton. In amper enkele weken schilderde hij deze vreemde, kleurrijke parodieën bij elkaar als late wraak voor het debacle van toen. Op de tentoonstelling werd overigens geen enkel werk verkocht en Magritte keerde naar zijn ander werk terug.)
In een tweede link verwijzen ze naar de film 'Le charme discret de la bourgeoisie' (1972) van Luis Bunuel, waarin burgerlijke conventies flink op de helling gezet worden.
Een laatste verwijzing gaat naar 'Exile on Main Street', als titel voor een tentoonstelling vol humor, overdrijving en dwarsigheid in de Amerikaanse kunst (Bonnefantenmuseum, 2009). Uiteraard verwijst de naam ook naar de legendarische LP van The Rolling Stones (1972).
Lieve D'Hondt, keramiek met ingebakken groene cirkelvorm
Met werk van Leo Copers, Marc De Blieck, Maria Degrève, Lieve D'Hondt, Dialogist-Kantor, Wannes Lecompte, Rik Moens, Lucie Renneboog, Peter Rogiers, Walter Swennen en Dominique Thirion is 'Sans Gêne' een heterogeen gezelschap.
Toch zorgt de diversiteit inzake beschikbare kamers voor de nodige omgevingsfactoren, die (zoals we in de inleiding reeds aangaven) tot de gewenste harmonie of tegenstelling kunnen leiden.
Een wandeling door de tentoonstelling zal ongetwijfeld voor enige opheldering (en af en toe voor nieuwe vragen) zorgen...
Rik Moens, blauw
Maria Degrève, entre deux (deel), 2012
Walter Swennen, 2011
De sobere opstelling laat zich al meteen bij het binnenkomen voelen.
Midden in de hal, op de ons zo bekende zwart en wit geruite vloer, neemt Leo COPERS de honneurs waar met zijn '52 Litre Pedal Bin'. U leest het goed: een pedaalemmer of vuilnisbak ! Duw gerust eens op de pedaal om U van de inhoud te vergewissen...
In zijn lange carrière heeft Leo Copers allerlei artistieke watertjes doorzwommen met als leidmotief: "Elke dag een nieuw idee". Hij liet zelfs water branden en begroef recent in TRACK nog de kunstmusea in het Gentse Citadelpark.
Neem een kijkje in de kamer links vooraan waar Lieve D'HONDT een installatie met Chinese vazen neerzet. Deze vazen lijken te zweven tussen authenticiteit en kitsch, enrzijds door de gerichte focus op details in de beschildering (let op de groene cirkels die ze mee ingebakken heeft), anderzijds door de confrontatie met de 'rustieke' eclectische omgeving van deze kamer (de blauwe tegels, 'In Gods zegen...)
In de kamer voorbij de hal steelt Maria DEGREVE op subtiele wijze de show met haar tweedelige sculptuur 'entre deux' (2012). De combinatie van kwetsbare roze kant met een geometrische metalen draadstructuur zorgt ervoor dat gevoel en ratio elkaar in evenwicht houden.
Ze heeft hier blijkbaar het gezelschap gekregen van Picasso (2011), maar... ceci n'est pas un Picasso... want Walter SWENNEN is de auteur.
Dialogist-Kantor, stick, editie 2008
Rik MOENS is met 'Blauw' indringend en glansrijk aanwezig in een stijl die enigszins aan de bomen van Mondriaan refereert. In de andere hoek experimenteert hij dan weer met een totaal andere beeldtaal en techniek. Straks zien we van hem nog andere benaderingen, waarin hij de conventies van de tijdsgeest en het kunstmedium op nog andere manieren bekijkt.
Onlangs zagen we hem aan de slag in de Blakmeershoeve.
Van DIALOGIST-KANTOR is de 'stick' voor de spiegel op de schouw. Toni Geirlandt & Carlos Montalvo opereren sinds 1992 onder deze kunstenaarsnaam. Ze zijn fervente voorstanders van recuperatiemateriaal en zin voor humor in de kunst. Hun benadering is tegelijk 'dada' en getuigend van een stevig kunsthistorisch inzicht.
In de garage rechts hebben ze hun artisti(c)(e)k labo opgezet.
Hun sticks doen denken aan de veelkleurig beschilderde 'barres de bois' waarmee André Kadaré (1934-1978), de van oorsprong Roemeense kunstenaar die in Parijs werkte, ooit furore maakte.
Vanzelfsprekend duiken ook de stokken van Meggy Rustamova in mijn achterhoofd op.
Dominique Thirion, Les somnambules (L.E.S.)
De garage links is het unieke domein van Dominique THIRION. De kleine schilderijen ontstonden in het verlengde van haar twee jaar durende dansproject 'Laisse-moi te venir'. Na 20 jaar nam ze de schilderkunst weer op en realiseerde zo het project 'Le peintre éclectique et itinérant'. Zij ging schilderen in de ateliers van verschillende kunstenaars, beginnend bij Walter Swennen. Het werd inderdaad een eclectische, maar boeiende collectie.
Dominique Thirion, spiegelzicht van de serie
'Le peintre éclectique et itinérant'
We worden nu boven verwacht.
Op de overloop groeten we twee (computer)getekende vazen van Lieve D'HONDT en staan even later verbaasd naar 'Oskar' van Walter SWENNEN te kijken. Als een stoute jongen verwelkomt hij ons met een overduidelijk foert-gebaar. De combinatie met de klassieke sokkel (die normaal gezien het borstbeeld van de pater familias in de hal torst) zorgt voor een extra dimensie.
Walter Swennen, Oskar, 2003
In het raamloze zolderkamertje links heeft Lucie RENNEBOOG het enige werk in situ van deze tentoonstelling geïnstalleerd. Een 'eindeloze' kronkeling van opeenvolgende houten plinten (met muizengaatjes) neemt het hele, met geel tapijt beklede vloeroppervlak in beslag: 'We'll have tea and biscuits' (2012). Alles onder controle in de burgerlijke wereld... intussen dansen de muizen in het meel... la vie telle qu'elle est...
Lucie Renneboog duikt momenteel ook indrukwekkend op in de tentoonstelling 'Facade' bij Netwerk in Aalst. Binnenkort volgt een verslag in WATERSCHOENEN.
Lucie Renneboog, We'll have tea and biscuits, 2012 (detail)
Een deur verder heeft Marc DE BLIECK zich enigszins teruggetrokken tussen de twee kleerkasten, maar zich niettemin met rustig imponerende, architecturale foto's de grote slaapkamer toegeëigend. De fantastische architectuur van Facteur Cheval is wellicht stof voor bevlogen dromen.
Lucie RENNEBOOG houdt met een uniek grafisch werk de beweging gaande in de meisjeskamer, een zolderkamer zoals die van haar installatie, maar met bloemetjesbehang en dakkapelletje.
Rik Moens, gele bloemen & Walter Swennen, 2009
De groene kamer op het einde van de gang (ach, die kleurige Tomadorekjes herinneren me telkens weer aan de kamer van mijn jeugd) is het decor voor een onderonsje van drie schilders: Rik MOENS, Walter SWENNEN en Wannes LECOMPTE
Peter Rogiers, Strange Fruit, 2009
Leo Copers, semi-multiple, 1991
De grote slaapkamer wordt bewaakt door de expanderende, maar tegelijk op zichzelf terugplooiende sculptuur 'Strange Fruit' (2009) van Peter ROGIERS.
Vooraan links in de hoek vraagt Lucie RENNEBOOG zich af... 'Ooh Lord why did you give me deviation...'
Een mengeling van jeugdige argeloosheid en speels schuldgevoel etaleert Maria DE GREVE met twee fotocombinaties : 'Jeux interdits' (2012)
Straks ontmoeten we haar in de badkamer met de lineaire concentratie van dit thema in 'Le grand écart', een serie sober figuratief, maar sterk suggestief met rode draad bestikte doeken.
Wannes Lecompte, 'rood', 'bevestigen' en 'boek'
Tenslotte hebben we afspraak met Wannes LECOMPTE in een voormalige slaapkamer, die nu dienst doet als opslagruimte voor meubels. Voor Wannes Lecompte was dit de ideale omgeving voor zijn zoekende, meestal lineair geschilderde wereld. Zeker zijn blauw schilderij roept convergentie op met de installatie van Lucie Renneboog aan de overkant van de gang.
En kijk... Wannes en ik hebben ook nog iets gemeenschappelijks, zo blijkt. Zijn grootvader en mijn vader waren allebei kleermaker. Dat 'bevestigt' toch een band.
Zopas nog verscheen Wannes Lecompte in Waterschoenen met zijn tentoonstelling in galerie d'Apostrof (Meigem-Deinze). Binnenkort gaat hij in Secret Kitchen Gallery (Temse) aan de slag.
Maria Degrève,Le grand écart (deel), 2012
'Sans gêne' prikkelt en prikt op gezette tijden, maar is niettemin behoorlijk vriendelijk voor zijn omgeving: een verstandshuwelijk als burgerlijk compromis... of 'Le charme discret des artistes contemporains'...(?)
Sans Gêne
tot 21 oktober 2012
in
Villa De Olmen
Nieuwstraat 83
9280 WIEZE
zaterdag en zondag: 11 tot 18 uur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten