Zoeken in deze blog

dinsdag 11 augustus 2015

De Picasso à Jasper Johns: L'atelier d'Aldo Crommelynck in Centre de la Gravure (La Louvière)



Het belang van het 'Centre de la Gravure' in La Louvière voor de grafiek en het gedrukte beeld hebben we tijdens besprekingen van vorige tentoonstellingen reeds meermaals benadrukt.

Lismonde, Atelier/Studio Franck Bordas, Prix de la Gravure, Luc Tuymans passeerden in  WATERSCHOENEN de revue.

Na het verhaal van de Parijse meester-drukker Franck Bordas is nu die andere Franse grafische virtuoos en drukker voor talloze grote namen uit de internationale kunstwereld aan de orde.


De Picasso à Jasper Johns - L'atelier Aldo Crommelynck


Aldo CROMMELYNCK (1931 - 2008) was de tweede zoon van de Belgische dramaturg Fernand Crommelynck ( o.a. auteur van 'Le Cocu Magnifique') en de Franse Anne Marie Tellier.

Op zijn zeventiende ging Aldo in de leer bij de prentendrukker Roger Lacourière (een vriend van zijn oom, de kunstenaar Albert Crommelynck). Daar leerde hij de etstechniek in al zijn facetten beheersen en maakte er kennis met Pablo Picasso, Fernand Léger, Joan Miro, Henri Matisse,...
Later zou hij, samen met zijn broer Piero in Mougins gedurende 10 jaar bijna exclusief voor Picasso werken. Deze samenwerking zou de naam en faam van het atelier uiteraard geen kwaad doen en een stroom Engelse en Amerikaanse kunstenaars aantrekken.

De titel van deze tentoonstelling, 'De Picasso à Jasper Johns' is uiteraard geen toeval. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen en de chronologie van het verhaal respecteren.



David Hockney, Félicité sleeping with Parrot, 1974
eau-forte, aquatinte, vernis mou en couleurs, état définitif
Collection particulière


Deze tentoonstelling werd in de lente van vorig jaar geconcipieerd door en voor de 'Bibliothèque Nationale de France' in Parijs. Nadien volgde Muséé Soulages in Rodez en van 6 juni tot 6 september 2015 is 'Centre de la Gravure' aan zet.

U hebt dus nog enkele weken de tijd voor het overzicht van de samenwerking tussen een gedreven vakman en gerenommeerde kunstenaars. Straks nemen we u al even mee op een voorbereidende rondleiding door de tentoonstelling die zich op het gelijkvloers concentreert rond het centrale kabinet van Pablo Picasso. Op de eerste verdieping worden we dan opgewacht door de Amerikaanse kunstenaars die het New Yorkse avontuur van Aldo Crommelynck belichamen.


Yuri Kuper, Pinceau dans un pot (détail), 1985
aquatinte en couleurs
Bibliothèque Nationale de France (BN), Paris


Terwijl Aldo Crommelynck bij zijn leermeester Roger Lacourière alle geheimen van de etskunst ontdekte, paste hij die kennis ook toe in zijn eigen artistieke werk. In 1953 werd hij daarvoor overigens bekroond met de 'Prix Chardin'. Toch zal hij zijn eigen artistieke carrière laten vallen om zijn verworvenheden ten volle ten dienste te stellen van belangrijke kunstenaars die zijn ateliers in de loop der jaren frequenteren. 
In het atelier Lacourière nam hij, door de ziekte van zijn leermeester, stilaan diens taken over.
In 1956 startte hij zijn eigen atelier, aanvankelijk samen met de drukker Robert Dutrou en vanaf 1960 met zijn jongere broer Piero. Hier kwamen kunstenaars als Joan Miro, Marino Marini, Le Corbusier, Hans Hartung, André Masson en Georges Braque werken.

In 1963 startte een volgend avontuur wanneer Aldo en Piero een nieuw atelier openden in de zuiden van Franrijk, vlakbij het huis van Pablo Picasso. Hun oudere broer Milan beheerde dan het Parijse atelier. Tot de dood van Picasso werkte het atelier in Mougins bijna uitsluitend voor  deze geniale meester van de twintigste eeuw. Het resultaat van die samenwerking is zowel kwantitatief als kwalitatief van onschatbare waarde.



Jim Dine, Blue detail from the Crommelynck gate, 1982
Dyptique / Eau-forte, aquatinte, outils électriques,
Rehaussé à l'aquarelle et au fusain
Pace Prints, New York / BN, Paris


Na de dood van Picasso keerden de broers terug naar het Parijse atelier, dat inmiddels van Montmartre naar de rue de Grenelle verhuisd was. 

Aangetrokken door het aura van Picasso en de technische en artistieke faam van het atelier, boden zich verschillende internationale kunstenaars aan met op kop Richard Hamilton, gevolgd door David Hockney en Peter Blake als vertegenwoordigers van de Engelse popart (die de zeefdruk verlieten om de gravure te ontdekken). Ook volgden Amerikanen Jim Dine en Jasper Johns en verder figuren uit de Italiaanse Transavanguardia als Francesco Clemente en Enzo Cucchi.

Maar deze opsomming is verre van volledig. U ontdekt nog heel wat anderen in de tentoonstelling.

Kwamen de Amerikanen aanvankelijk naar Parijs, dan opende Aldo Crommelynck in 1986 een tweede atelier in New York. Hij was er gevestigd in hetzelfde gebouw als de 'Spring Street Workshop' van drukker Joe Wilfer, een initiatief dat gefinancierd werd door Richard Salomon, directeur van de Pace Gallery. 
Crommelynck realiseerde er zowel werken in opdracht van de Pace Gallery als op eigen initiatief.


Rood kabinet met vooral werk van Pablo Picasso, 
maar ook David Hockney, Red Grooms, Richard Hamilton


Het is de hoogste tijd voor een wandeling door de tentoonstelling. Dat zal de kwaliteit van het geleverde werk, in samenwerking tussen de kunstenaars en het atelier,  ten volle duidelijk maken.

We vertrekken bij een grote foto van Aldo Crommelynck in zijn atelier, met een beknopte omschrijving van deze tentoonstelling en even verder een omvattende biografie. We bewaren het centrale gedeelte rond Picasso als apotheose en volgen de accrochage in wijzerzin, beginnend bij een even eenvoudig als subliem portret van Aldo in aquatint, in 1983 gerealiseerd door R. B. Kitaj.

Meteen daarna ziet u werk van Aldo Crommelynck zelf. Zijn 'Crâne de chèvre sur une table' (1957), gemaakt naar een werk van Picasso uit 1952 geeft een idee van zijn technische vakbekwaamheid.



Ingang eerste verdieping: Crommelycnk & de Amerikanen


Even verder duikt een opmerkelijke reeks van David Hockney op, met een voorbereidende tekening en diverse etstechnieken rond een slapende 'Félicité' met papegaai. Meesterlijke eenvoud!

Peter Blake neemt ons mee naar het Parijs van James Joyce in de jaren 1920, terwijl A. R. Penck ons een kleurrijke overgang van kindertijd naar puberteit bezorgt.

Laat u verder leiden door de discreet maar efficiënt opgestelde teksten.

Hoe eenzelfde techniek (kleurenaquatint) voor totaal verschillende resultaten kan zorgen, ziet u bij de kleurvlakken van Gunther Forg en de stillevens van Yuri Kuper.
Met Le Corbusier bent u ver rond, al is er nog Jim Dine met o.a. de 'Blue Detail from the Crommelynck Gate' (1982, een impressie van het hek voor het atelier in de rue de Grenelle.



Jennifer Bartlett, Bridge - boat - dog (détail), 1997
Suite de 3 planches, Eau-forte en couleurs
Pace Prints, New York - BN, Paris


Het centrale kabinet is opgebouwd rond Pablo Picasso met aan de buitenkant o.a. de 'Fumeur à la sigarette verte' '1964), die als campagnegeld voor deze tentoonstelling de affiche haalde.

In het rode kabinet steelt Picasso de show met een keuze uit de honderden etsen en gemengde technieken die hij met Aldo realiseerde. Maar ook de dubbele hommage van David Hockney aan Picasso is een absoluut hoogtepunt.

De vitrinetafel met een deel uit 'Le Cocu Magnifique' van vader Fernand C., geïllustreerd door Picasso, mag u geenszins ontgaan.



Dan Flavin, Sabine looking into daylight, s.d.
Eau-forte, Collection particulière


Op de eerste verdieping heersen de Amerikanen. 

Jim Dine verwelkomt ons met 'A Heart on the rue de Grenelle' (1981).
U ontdekt er ook de aandoenlijke serie van drie kleuretsen 'Bridge, boat, dog' (1997) van Jennifer Bartlett. Vlakbij etaleert Claes Oldenburg zijn kleurrijk 'Monument for Mill Rock' (1992) en om het hoekje zorgt Dan Flavin voor het even eenvoudige als veelzeggende profiel van 'Sabine looking into daylight'.

Hebt u ook Basquiat gevonden?
En wat denkt u van de reeks portretten en zelfportretten: Kitaj, Arikha, Dine, Hamilton, Close,... eindigend bij het portret van Aldo Crommelynck (1994) door Red Grooms.



Chuck Close, Arne, 1989, weerspiegeld in
R.B. Kitaj, Selfportrait (circle for Ashberryl), 1984,
aquatinte, Collection particulière


U hebt nog meer te goed: Robert Morris of Edward Ruscha en de 'naïeve' clown van Georges Condo.

In het centrale deel van de zaal is Jasper Johns de grote held, maar ook Dan Flavin komt contrasterend uit de hoek met een rood-zwarte ode aan Malevich naast een grote gele 'affectie voor Janette'

Achteraan weet Alex Katz ons feilloos te verleiden met een grijze portretreeks 'Give me Tomorrow' en een speelse 'Man with pipe'.

Het is tijd voor een tweede wandeling... dan ontdekt u op eigen ritme ook de andere kunstenaars in dit ensemble.

*

In 1999 stopte Aldo Crommelynck al zijn activiteiten. Hij overleed op 22 december 2008.
In 2010 schonk zijn dochter Corinne Buchet - Crommelynck ruim 200 werken, tussen 1982 en 1999 door haar vader gedrukt en door hem reeds voorbestemd voor de BN, aan de Bibliothèque Nationale in Parijs.



Alec Katz, Give me Tomorrow, 1963,
détail de Portfolio de 13 planches, vernis mou et aquatinte,
Collection artiste et Marlborough Graphics, New York & BN, Paris



L' ATELIER D'ALDO CROMMELYNCK

De Picasso à Jasper Johns

tot 6 september 2015
in
Centre de La Gravure et de l'image imprimée
10, rue des Amours
7100 LA LOUVIERE

dinsdag tot zondag en feestdagen: 10 tot 18 uur



*
Op de tweede verdieping


Concours d'Images Numériques 2015
MIROIR MON BEAU MIROIR


Noémie Bessad, Selfie, Premier Prix 15 - 18 ans



Art Spotter voor WATERSCHOENEN

Geen opmerkingen: