Zoeken in deze blog

zondag 26 augustus 2012

Druk, druk, druk... met Jo De Smedt en Stefaan Vermuyten

Woord vooraf

Mannen maken plannen! Zo ook de heren Jo De Smedt en Stefaan Vermuyten, kunstenaars die binnenkort samen tentoonstellen in 'Secret Kitchen Gallery' (Temse).
Naar aanleiding van die tentoonstelling maken zij ook een reeks grafiekbladen, waarin ze het beste van hun vormentaal samenbrengen. 'Waterschoenen' was er bij toen ze, in het atelier van Jo De Smedt, aan de slag gingen.
Het uiteindelijke resultaat zal vanaf 16 september in de 'Secret Kitchen Gallery' voorgesteld worden.

Maar voor een tipje van de sluier kan je ook al op de Facebookpagina van Jo De Smedt terecht:

http://www.facebook.com/art.spotter.7?v=wall&ref=name#!/jo.desmedt.5

*
Wij keken van achter het hoekje en af en toe over hun schouder mee.
Hierna volgt een beeldverslag in devote stilte...

DRUK, DRUK, DRUK,... een beeldverhaal

Starring: Jo De Smedt en Stefaan Vermuyten
Locatie: Atelier Jo De Smedt (Asse)














MEER INFO OVER DE KOMENDE TENTOONSTELLING:
http://www.facebook.com/jo.desmedt.5#!/events/370130709724069/


donderdag 23 augustus 2012

Hendrik Devos met 'Life is simple' in Galerij Springtij


Twee jaar geleden waren we hem al eens op het spoor gekomen en werden toen verrast door zijn menselijke benadering en zin voor métier.
Kunstenaars die rustig verder werken, zonder veel lawaai te maken... daar houden we wel van.
Want uiteindelijk is het gerealiseerde werk het enige waarop een kunstenaar beoordeeld kan worden.

Een schilder hoort te schilderen. Nu eens gaat dat 'vanzelf', een andere keer loopt dat niet zoals gewild.
Hendrik DEVOS kent dat proces, laat zich niet ontmoedigen, werkt rustig verder en toont nu weer eens zijn werk.

'Life is simple' in de schaduw van de Vlassenbroekse kerk

Hij knoopt aan bij enkele schilderijen die we al kenden, maar pakt toch vooral uit met een sterk evoluerend oeuvre, zowel schilderkunstig als in zijn kijk op de mensen die in hoofdzaak zijn onderwerp vormen.

Zijn figuren worden, hoewel 'ongrijpbaar', toch heel menselijk. Devos zoekt hoe langer hoe meer 'mededogen' met zijn personages. Koningen, heiligen, echte mensen krijgen allemaal een deel van zijn sympathie.


Hendrik Devos, The yellow towel, 2012, 600 x 500 mm

Het valt op dat, naast zijn kleine doeken, de formaten toch wat groter worden. Dat werkt blijkbaar bevrijdend.

Zijn reeks van drie met 'The King of B.', 'The Queen of B.' en 'The Yellow Towel' zijn op dat punt bijzonder veelzeggend. Hij brengt het koningspaar terug tot een menselijke status, vanuit een omgekeerd paparazzi-gevoel (mededogen, weet U wel!)

Toch laat hij niet na de 'voyeur' in elk van ons aan te moedigen. Nu eens is de focus scherp, dan weer flou, maar steeds dringt hij door tot de kern.

In een zeer recent schilderij (dat hij nog achter het hoekje bewaart) bekijkt hij de wereld met twee verschillende ogen: sprekende eenvoud inzake compositie, maar diepe intensiteit !

Hendrik Devos, Follow me, 2012, 1000 x 800 mm

De tentoonstellingsruimte is klein, maar de concentratie des te intenser.
 Een ideale plek voor een kennismaking...

Henrik DEVOS
'Life is simple'
nog tot 9 september 2012
enkel op zondag van 11 - 18 uur
in
Galerie Springtij
Vlassenbroek 186
9200 Baasrode-Dendermonde




zondag 19 augustus 2012

KRASJ 0.1, actuele kunst in Ninove: een vooruitblik


Ninove is bijna klaar om de artistieke woestijn te verlaten en de actuele kunst op de kaart te zetten. Ondanks een paar verdienstelijke pogingen in het verleden (o.a. door Jean Van der Schueren) heeft de actuele kunst daar nooit echt voet aan de grond gekregen.
Met Ninove geassocieerde kunstenaars als Luc De Decker (1907-1982), Herman Minner (1924-1984) en Maurits Van Saene (1919-2000) behoren heel duidelijk nog tot vorige generaties.
Jongere generaties verdwenen van het Ninoofse toneel om te studeren en keerden dan meestal niet meer terug omdat ze elders een ruimere omkadering vonden (ateliers, galeries,...). Neem nu Rik De Boe, Rik Moens, Els Van Den Meersch of Ante Timmermans.

Vandaag lijkt de trend een beetje te keren. De afgelopen jaren zijn zelfs enkele jonge kunstenaars in Ninove (of deelgemeenten) komen wonen. Stijn Ank (woont in Aspelare) stelt momenteel in het SMAK tentoon en ook Tamara Van San (woont in Appelterre) is bijzonder actief op nationale en internationale kunstpodia.

In het atelier van Tamara Van San (Foto: Artspotter)


Het is tekenend dat het huidige tentoonstellingsproject precies door een beeldend kunstenaar uit de grond gestampt wordt.
Koen De Decker (°1975) (woont in Outer), zelf opgeleid als graficus in Sint-Lucas te Brussel en de Rijksacademie voor beeldende kunsten te Amsterdam heeft zich de afgelopen jaren geprofileerd met monumentaal ruimtelijk werk. Vorig jaar ontmoetten we hem met 'Waterschoenen' nog in 'Ename Actueel'.
Voor het project 'Krasj' schoolt hij zich tijdelijk om tot curator vanuit de overtuiging dat Ninove en de jonge beeldende kunstenaars uit het Ninoofse behoefte hebben aan een tentoonstellingsproject met een professionele omkadering en een op zijn minst nationale uitstraling.
Enkele weken geleden zochten we hem op in zijn atelier dat nu ook tijdelijk dienst doet als 'braincenter' en secretariaat van het op handen zijnde 'KRASJ'-project.

Het woord 'KRASJ' vraagt voor niet-Ninovieters wellicht enige duiding en is geenszins te verwarren met het gelijk klinkende 'crash'.
'Krasjel' is het Ninoofse woord voor lucifer en verwijst naar de luciferindustrie in Ninove tussen 1884 en 1974.
'KRASJ' wil ongetwijfeld het vuur aan de hedendaagse artistieke lont steken, in de hoop een blijvende belangstelling te creëren. Deze eerste editie mag hopelijk een en ander op gang trekken. Aan het enthousiasme van de initiatiefnemer (en enkele medewerkers) zal het zeker niet liggen.


(c) Sara Lamens

Het uitgangspunt van het hele project ligt voor Koen De Decker dus bij een aantal jonge Ninoofse kunstenaars die hun vleugels willen uitslaan: Dries van den Bril, Nicolas Keppens, Sara Lamens, Eliza Pepermans, Lynn Hellebuyck, Thomas Maris.

Het is wel de bedoeling het plaatselijke te overstijgen door de talenten van ter plekke te confronteren met (inter)nationale kunstenaars, maar toch het geheel te verankeren in een stedelijk circuit, waarbij hedendaagse artistieke benaderingen, stedelijk patrimonium, historische en fictieve verhalen elkaar vinden.
De geslecteerde locaties bevinden zich allemaal binnen loopafstand in het stadscentrum en laten de bezoeker vrij in het bepalen van een volgorde. Het Oud Stadhuis (Oud Strijdersplein 6) fungeert als centraal informatiepunt. Daar zullen folders met het parcours en een woordje uitleg over de kunstenaars beschikbaar zijn.

Het atelier van curator Koen De Decker fungeert als 'braincenter'
en secretariaat voor 'Krasj'
(Foto: Artspotter)

De curator gunde ons een blik in de planning, waardoor we nu al een tipje van de sluier kunnen oplichten. Toch lijkt het ons belangrijk af te wachten tot het eerste weekend van september om te kijken naar de verschillen die onvermijdelijk tussen droom en daad opduiken. Pas dan zal voor elke toeschouwer een eigen kijk- en belevingservaring ontstaan en zal duidelijk worden wat kunstenaars, hun werken en bepaalde locaties met elkaar gemeen hebben.

Want waarom heeft Francis Denys zijn 'rode lijn' nu al opgeborgen in het klooster tegenover de Hospitaalkerk?

En wat heeft de 'roze ladder' van Mira Albrecht te maken met de tanden van de Heilige Apollonia?

Gaan Michael Dans en Selçuk Mutlu op een plastic stoel vastgebonden door de Ninoofse straten 'hoppen'?

Francis Denys en zijn 'rode lijn'
(Foto: Artspotter)

Waarom gebruikt Eliza Pepermans zoveel kleur in haar 'rijkgevulde' tekeningen?

Wat hebben wortels, frieten, 'schietgeweren'' en de Koepoort met elkaar gemeen?

Wat is de link tussen Jason Rhodes, Gabriel Lester en Paul McCarthy?

Wat doen de gigantische foto's van Bert Danckaert, Sara Lamens en Hicham Benohoud op onverwachte plekken in het straatbeeld?

Waarom staat het jongetje van Koenraad Tinel in de Kaaischool op zijn handen en plukt Lynn Hellebuyck, net zoals 'klein, klein kleutertje', al de bloemetjes af?

Wat komen de wolven van Sara Lamens en Carlos Amorales of de beren van Michael Dans hier doen?

En wat gaan de andere kunstenaars ons voorschotelen...?

(c) Eliza Pepermans


Het antwoord op deze en andere vragen kunt U tijdens de eerste drie weekends van september gaan ontdekken in het centrum van Ninove, waar naast de reeds genoemde kunstenaars ook Wendy Busschaert, Harald Thys & Jos De Gruyter, Folkert De Jong, Nicolas Keppens, Bart Jacobs, Herwig Weiser, Jacco Olivier, Michael Van Den Abeele, Dries van den Bril en Leen Voet U opwachten.

KRASJ
opening op 31 augustus 2012 om 19 uur
Achterkant van de Abdijkerk
(Andere locaties in de stad: Oud-Stadhuis, Koepoort, Kaaischool, Hospitaalkerk, Loft 13,...)




VOLG DE MEEST RECENTE INFO OP FACEBOOK VIA DEZE LINK:

https://www.facebook.com/pages/Krasj/315542115201593

In september krijgt U nog een verslag van onze wandeling door de tentoonstelling.


vrijdag 17 augustus 2012

EIGENGEREID... uit het geheugen van een verzameling... In den Bouw


EIGENGEREID

Uit het geheugen van een verzameling

is een persoonlijke keuze van de dichter Roland JOORIS

In den Bouw (foto: Artspotter)

In de tuin van Estaminet 'In den Bouw' zorgde een schitterende zon op woensdag 15 augustus voor een ideaal decor. Maar ook in de galerie achteraan speelde de zon een begeleidende rol voor de intimistische tentoonstelling met werken ontleend aan het artistieke geheugen van Roland JOORIS.


Roland Jooris (foto: Artspotter)

De dichter formuleert zijn benadering als volgt...


De Schilder

Hij schrijft in stippels, in vlekken.
Hij krabbelt wat hij ziet.
Hij negeert de stugheid
in zijn arm
niet.

Hij maait het geruis
                                evenwijdig
                                                  kort.
Hij trekt het onzichtbare
tegemoet
               de blind gekalkte
klaarte
in zijn weerkaatsend
blikveld.
  
      
(c) Roland Jooris


Afstand

Het licht is strak.
De palen meten.
Een rilling spant in een draad.




(c) Roland Jooris


Raphaël Buedts (foto: Artspotter)

De selectie bevat werk van Noël DRIEGHE, Frank VAN DEN BERGHE, Etienne VAN DOORSLAER, Guy LECLERCQ, Ignace DE VOS, Tom JOORIS, Raphaël BUEDTS, Amédée CORTIER, Alex MICHELS, Luc DRIEGHE, Karel DIERICKX.

(De onderstreepte namen bevatten een link naar eerdere besprekingen in WATERSCHOENEN)

(Tom en Roland JOORIS stellen momenteel nog samen tentoon in WATOU)



Amédée Cortier (foto: Artspotter)

Deze tentoonstelling blijft toegankelijk tot en met zondag 2 september 2012

In den Bouw
Zomerstraat 85
KALKEN

Vrijdag vanaf 19 uur
Zaterdag vanaf 14 uur
Zondag vanaf 11 uur




dinsdag 14 augustus 2012

Waterschoenen volgen per E-MAIL of via TWITTER ?




Waterschoenen volgen per e-mail?

Vul in het witte vakje rechts Uw mailadres in en druk op 'Submit'.
Volg de korte procedure...
ELK NIEUW ARTIKEL IN WATERSCHOENEN VERSCHIJNT VOORTAAN RECHTSTREEKS IN UW MAILBOX !

*

Blijft U liever op de hoogte via Twitter ?
SCHRIJF U DAN ALS VOLGER IN BIJ Artspotter op TWITTER

*

Het kan natuurlijk ook via Artspotter op FACEBOOK

*

En uiteraard kunt U altijd gewoon rechtstreeks terecht op deze blog...
'WATERSCHOENEN'




dinsdag 7 augustus 2012

QNX2, Meer van Tranen met Johan Tahon, Peter Verhelst en Maud Bekaert in Brugge

Op 20 juni, de dag waarop de zon loodrecht op de evenaar staat, en dag en nacht voor één keer even lang zijn, opende in de Poertoren in Brugge QNX2, Meer van Tranen. Een artistieke samenwerking tussen Johan Tahon, Peter Verhelst en Maud Bekaert. Een totaalbeleving die raakt.
Ne pleure pas, si tu m'aimes.
La mort n'est rien.
Je ne suis pas loin, juste de l'autre côté du chemin.
(Saint-Augustin, "Ne pleure pas")

Johan Tahon, QNX2, 2012

(Foto: Maud Bekaert)
Binnenin de toren een beeld van Johan Tahon. Een wenende figuur, verborgen voor zijn tristesse, opgesloten in zijn wonden en herinneringen. Wit, bang van zijn eigen zwaarte en verdriet. Een vergeetput. Donker en stil. Alleen de echo van een traan. Meer van Tranen is een rituele tijdszone, een magische plek waar we weer even stil mogen worden en alleen willen zijn. Als bezoeker loop je op stenen door het water en sta je onvermijdelijk oog in oog met Tahon's huilende sculptuur. Tranen van liefde, stromend van verlangen. Een beeld dat raakt en aanraakt. Een loutering.
Tant d'amours et tant de larmes.

Meer van Tranen is een stilteplek. En dat geldt ook voor de tentoonstelling De Treurenden in het Sint-Janshospitaal. In de late middeleeuwen stonden deze albasten beeldjes te treuren op de graftombe van Jan zonder Vrees. Nu, zes eeuwen later werden ze voor het eerst uit hun museale context gehaald (Musée des Beaux-Arts in Dijon) en tonen ze ons, en plein publique, hun grootste verdriet.  Ook hier een sfeer van weemoed en verlangen. Om het leven en de dood. Verdriet om zovele liefdes. Tant d'amours et tant de larmes.
Johan Tahon, QNX2, 2012
(Foto: Maud Bekaert)
QNX2, Meer van Tranen, nog tot en met 19 augustus in de Poertoren (Minnewaterpark) in Brugge (donderdag tot en met zondag, van 15 tot 19u), www.qnx.be
De Treurenden. Tranen van liefde, nog tot en met 19 augustus in het Sint-Janshospitaal, Mariastraat 38 in Brugge (dinsdag tot en met zondag, van 9u30 tot 17u), www.museabrugge.be

(c) Veerle De Saeger voor 'Waterschoenen'


woensdag 1 augustus 2012

Pieter De Bruyne (1931-1987) in het Designmuseum te Gent

Wanneer je in Aalst de naam Pieter De Bruyne uitspreekt, levert dat dikwijls wenkbrauwengefrons op. Dat hij intussen al 25 jaar overleden is, zal daar wellicht voor iets tussen zitten. Maar toch is zijn naam en faam in zijn stad veeleer zaak van een relatief beperkte kring. Nochtans is Aalst de stad waar hij geboren werd, woonde en werkte. Bovendien zijn er in de stad wel wat sporen van hem terug te vinden, zoals zijn voormalig woonhuis in de Stationsstraat of winkels die door hem ingericht werden (o.a. Patisserie Malpertuus in de Kattestraat of Kinderschoenenwinkel Elfi in de Vrijheidsstraat).
In de buurt van het voetbalstadion is zelfs een straat naar hem genoemd. 'Aalsterse kunstenaar' staat onder zijn naam op het bordje. Het is me een raadsel of zich daar iemand in de buurt iets kan bij voorstellen.
In de buurt van het Aalsterse voetbalstadion
In 1953 studeerde Pieter De Bruyne in Sint-Lucas (Brussel) af als binnenhuisarchitect. Amper twee jaar later stond hij daar terug als docent binnenhuisarchitectuur en toegepaste kunsten in de afdeling Bouwkunst.
Vanaf 1954 engageerde hij zich als meubelontwerper op de markt van het 'sociale' meubel. Hij wilde, in samenwerking met meubelproducenten, degelijke en eigentijdse, maar voor iedereen betaalbare meubels creëren. Het experiment werd geen succes, omdat de producenten hem onvoldoende steunden, de ontwerpen illegaal gekopieerd werden en het beoogde publiek er niet echt wakker van lag.
Vanaf 1960 schakelde hij definitief terug op ambachtelijke productie, die hem overigens met de paplepel ingegeven was. In het meubelatelier van zijn vader (Emiel) had hij al vroeg de kneepjes van het vak geleerd. Vakmanschap gekoppeld aan beredeneerde 'inspiratie' werd de standaard voor zijn verdere loopbaan.

Pieter De Bruyne, "Dag en Nacht", Bergmeubel ("Dag" kant),
1982, Unicaat, ambachtelijke uitvoering
Collectie Design Museum Gent
Vanaf 1954 ondernam hij diverse studiereizen naar Italië, het designland bij uitstek. Hij liep ook stages in Milaan bij Gio Ponti (1891-1979), één van de belangrijkste Italiaanse architecten-designers.
In de loop van zijn carrière bleef hij ontelbare landen en culturen verkennen, waar hij telkens ook zijn blik op de meubelkunst, zowel historisch als vaktechnisch, wilde verruimen.
Zo zullen we bijvoorbeeld de Italiaanse renaissance-architectuur en elementen uit de Egyptische meubel- en bouwkunst zien opduiken.
De Bruyne is (mede dank zij zijn vader) een ambachtsman, maar daarnaast ook een kunstenaar. Precies die combinatie maakt zijn experimenten zo boeiend en overtuigend, omdat hij zijn originele ideeën met een technische perfectie en een onvoorstelbaar ruimtelijk inzicht zelf kan uitvoeren. Dat zorgt natuurlijk voor een grotere exclusiviteit van zijn oeuvre. Daarmee staat hij ver van het 'sociale' karakter uit zijn beginperiode, maar toch bleef hij steeds trouw aan de puurheid van zijn ontwerpen.

Op weg naar de tentoonstellingsruimte van Pieter De Bruyne
in het Designmuseum
Dat deze tentoonstelling in het Gentse Designmuseum doorgaat, is vanzelfsprekend geen toeval. Een aantal van de tentoongestelde meubels behoren tot de vaste collectie van het museum, dat eveneens de complete bibliotheek en het archief van de ontwerper toegewezen kreeg.
Wie ooit het museum bezocht, heeft ongetwijfeld op de hoogste verdieping van het achterhuis de ontwerpen van Pieter De Bruyne naast het werk van onze andere meubeldesigner Emiel Veranneman gezien.

Vooraleer we op stap gaan tussen de meubelstukken uit de tentoonstelling, moeten we toch ook even de andere aspecten van zijn oeuvre belichten. De Bruyne engageerde zich ook in totaalconcepten, waarbij interieurs als het ware herschapen werden in een aaneenschakeling van meubelsculpturen met kamers die toch telkens weer een eigen sfeer uitstralen. Bovendien waren er zijn niet te onderschatten architecturale kwaliteiten.

Voormalig woonhuis van Pieter De Bruyne in Aalst (Stationsstraat)
Wie ooit de kans kreeg zijn huis in de Stationsstraat (nr. 16) in Aalst te bezoeken, komt terug buiten met het beeld van een niet alledaags, maar ontzaglijk doordacht interieur. De voorgevel van deze verbouwde woning oogt, op een paar details na, heel gewoon. Daarachter zorgde De Bruyne in 1972 voor een combinatie van de bestaande woning met een nieuwe achterbouw, waarbij de woonfunctie grosso modo naar het achterhuis verplaatst werd en de professionele activiteiten aan de straatkant gesitueerd werden. Tegenover de sobere openheid van het nieuwe gedeelte staat de extreem gekleurde 'meubelarchitectuur' (de rode, blauwe of witte kamer met elk een specifieke functie) aan de straatkant.

Pieter De Bruyne, "Chantilly", Bergmeubel, 1975,
beperkte productie, ambachtelijke uitvoering,
Collectie Design Museum Gent
Drijvende kracht achter de tentoonstelling is Christian KIECKENS (°1951), architect en leerling van Pieter De Bruyne. De tentoonstelling en het gelijknamige boek (i.s.m. Eva STORGAARD) is dan ook een hommage aan zijn mentor, onder de titel: 'Pieter De Bruyne - Pionier van het postmoderne'.
De Bruyne maakte nooit deel uit van postmodernistische groepen als 'Alchimia' en 'Memphis', hoewel het hem uitdrukkelijk gevraagd werd. Hij was veeleer een voorloper en bovendien te persoonlijk om in een groep te functioneren.
De tentoonstelling biedt een overzicht van realisaties vanaf 1957 tot enkele maanden voor zijn dood in 1987. Beginnend bij de 'industriële' ontwerpen zien we de kinderkamer uit 1957, het kinderbedje uit 1958 of de zetel (1960) die door Arflex (Milaan) geproduceerd werd. Het zijn telkens voorbeelden van uitgkiende soberheid, gekoppeld aan het nuttigheidprincipe en met oog voor esthetiek.
Toch zou De Bruyne rond 1960 (om reeds aangehaalde redenen) terugschakelen naar de eigen, ambachtelijke productie.
De meubels van De Bruyne blijven steeds, ondanks de aparte vormgeving, de soms verborgen ruimtes en de ingebouwde symboliek, echte meubels met de functies vandien.
Pieter De Bruyne, "Benares", Open scheidingswand, 1978, Unicaat, ambachtelijke uitvoering,
Collectie: privéverzameling.
& Dubbele stoel, zitmeubel voor man en vrouw, 1974, beperkte productie, ambachtelijke uitvoering,
Collectie Designmuseum Gent
We nemen U even kort mee doorheen de tijd en de tentoonstelling...
1973: witte en zwarte kast, een toonbeeld van contrast en eenheid, gerealiseerd in beperkte, ambachtelijke productie.

1974: De dubbele stoel, een zitmeubel voor man en vrouw (zie foto hierboven).

1975: De kast 'Chantilly' is een 'kruising' tussen een zorgvuldig nagebootst 18e eeuws Frans meubel (uit Musée Condée in Chantilly) en een origineel ontwerp van De Bruyne (zie foto hoger).

1978: 'Benares' open scheidingswand is een grotendeels open structuur, met verschillende elementen die ook gewijzigde opstellingen toelaten (zie foto hierboven).

1979: Hulde aan Gio Ponti n.a.v. zijn overlijden is een bergkast in wit en geel hout, perspex en verlichting, met toepassing van de principes van Ponti, zijn leermeester.
 1982: Dag- en Nachtmeubel, een uniek exemplaar als vrijstaande bergkast in wit, zwart , blauw en rood gelakt.(samen met de 'Chantilly-kast' één van de pronkstukken uit de collectie van het Designmuseum) (zie foto hoger).

1983: 'La Rotonda en een grote witte maan' is een lage tafel met berging (een expliciete verwijzing naar Villa Rotonda van Andrea Palladio).

In het museum wacht U natuurlijk nog veel meer...ook het unieke boek.

Boek onder redactie van Christian Kieckens & Eva Storgaard
Uitgave van University Press Antwerp, 2012
ISBN 9789070289300
Pieter De Bruyne
Pionier van het postmoderne
tot 21 oktober 2012
dinsdag t.e.m. zondag: 10 tot 18 uur
in het DESIGNMUSEUM
Jan Breydelstraat 5
900 GENT