De uitmuntende klaarheid van de affiche zullen we zo meteen ook vertaald zien in de opstelling van deze prachtig 'geregisseerde' tentoonstelling. Het mag duidelijk zijn dat hier een wisselwerking tussen het gebouw en de kunstwerken tot stand gekomen is. Door de strakke opstelling van de tafels met objecten lijkt de ruimte groter geworden. Zowel het werk van de architect als dat van de kunstenaar komen verrijkt uit deze onderlinge confrontatie.
De bezoeker krijgt bij de ontvangstbalie een zeer mooi, gedetailleerd plan van de tentoonstelling aangeboden. In het kleine kamertje naast de receptie is een eenvoudige projectieruimte ingericht. Hier vertelt de 'rode kunstridder' (Van Breedam is altijd in het rood gekleed: rood als statement tegen o.a. de grijze eentonigheid...) zelf over de evolutie van zijn werk en kan je ondermeer ook kennis maken met zijn grote beelden en installaties.
Maar Van Breedam is vooral het prototype van de assemblagekunstenaar die met een minimum aan materialen en ingrepen een maximale zeggingskracht weet te bereiken.
Hij mag dan al een onvoorwaardelijke aanhanger van rood zijn wat zijn kleding betreft, in zijn werk komt rood slechts occasioneel voor. De hoofdtoon is ontegensprekelijk wit, maar ook het grijs van lood en zink of de natuurlijke toon van (verweerd) hout keert regelmatig terug.
Hij gebruikt enkel afgedankte materialen en creëert daarmee objecten die balanceren tussen minimalisme, arte povera en pure poëzie.
De recente constructies (2007-2008) (helemaal achteraan) met houten latjes voor te bepleisteren plafond- of muurconstructies uit oude huizen, verenigen op perfecte wijze deze drie invalshoeken.
Maar in elk van de uit 7 eenheden samengestelde groepen 'speelt' hij met variaties op een thema. Hier laat zich wellicht ook de jazzmuzikant Camiel Van Breedam gelden. Is jazz niet bij uitstek een discipline waarin improvisatie binnen een kader van wezenlijk belang is?
*
Van Breedam creëert objecten die er soms uitzien als huizen, maar dan zonder deuren of met ondoorzichtige ramen. Ze zijn met andere woorden onbewoonbaar. Hooguit ontwerpt hij een ruimte, een boog waar je onderdoor zou kunnen lopen, maar zijn trappen maakt hij dan weer ontzettend steil en de treden te ongelijk om bruikbaar te zijn.
Als een archeoloog probeert hij met zijn gevonden materialen het verloren gegane verleden weer in elkaar te puzzelen. Maar de kunstenaar overstijgt de archeoloog en maakt met de opgegraven artefacten een nieuw verleden.
Deze tentoonstelling was voor mij ook een dankbaar excuus voor een hernieuwd bezoek aan dit uitgestrekte Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst, waarvan ik gedurende de voorbije tientallen jaren zo dikwijls de evolutie opgevolgd heb. Een verslag volgt binnenkort hier in 'Waterschoenen'.
Laten we eindigen met de openingszin van een gedicht door Paul Snoek: 'Als ik geen rood meer heb...'. Bij Van Breedam is dat blijkbaar nog lang niet het geval, temeer daar hij er in zijn beeldend werk zeer karig mee omgaat!
*
Copyright beelden: Camiel Van Breedam
*
www.camielvanbreedam.com
*****
Nog tot 20 december van 10 tot 17 uur
maandagen en 1 november gesloten
in het Braempaviljoen
MIDDELHEIMMUSEUM
Middelheimlaan 61
2020 Antwerpen